5-145 | 5-145 |
De voorzitter. - Het woord is aan de heer De Padt voor een mondeling verslag.
De heer Guido De Padt (Open Vld), rapporteur. - In de praktijk blijkt het voor heel wat brandweerkorpsen niet mogelijk om de grenzen van de wet van 14 december 2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector te respecteren. De brandweermannen werken meer dan de toegelaten 38 uur.
Ook de uitzonderingsmogelijkheden in de wet volstaan niet om rekening te houden met de specificiteit van de arbeidsomstandigheden van de brandweerkorpsen, bijvoorbeeld inzake de minimale rusttijd en de maximale arbeidstijd per dag.
Volgens de wet van 14 december 2000 kan een werknemer er niet zelf voor kiezen om bijkomende uren te presteren, terwijl die vraag hiernaar bij de brandweer uitdrukkelijk aanwezig is.
De Belgische wet is op een aantal punten strenger dan de Europese richtlijn, die een gemiddelde van 48 uur aanvaard. Ook het beginsel van de opt-out werd niet overgenomen in de Belgische wet. Een aanpassing van het wettelijk kader is dus nodig.
Ik overloop de krachtlijnen van het wetsontwerp.
Ten eerste voorziet het in de omzetting van de Europese richtlijn betreffende de operationele beroepsleden van de hulpverleningszones.
In de tweede plaats wordt een wettelijk kader gecreëerd dat het mogelijk maakt dat alle hulpverleningszones de arbeidstijd van toepassing in hun zone kunnen vastleggen na onderhandeling met de representatieve vakorganisaties, eventueel na een procedure van sociale bemiddeling.
De wekelijkse arbeidstijd bedraagt in principe 38 uur, te respecteren over een referentieperiode van vier maanden. Van dit principe kan enkel worden afgeweken door de hulpverleningszones waar nu al meer dan de helft van het beroepspersoneel in een regime van meer dan 38 uur werkt.
In een zevental zones zal de bovengrens van gemiddeld 48 uur per week worden gehanteerd.
Het is de bedoeling dat alle hulpverleningszones op 1 januari 2025 een 38-urensysteem hebben. Die termijn kan met maximaal tien jaar worden verlengd.
Met het geschreven akkoord van de werknemer, dus op vrijwillige basis, zullen maximaal tien bijkomende uren per week kunnen worden gepresteerd.
In een uitdoofscenario kunnen enkelen kiezen om gemiddeld tot 52 uur per week te presteren. Om de rechtsonzekerheid weg te werken, verduidelijkt het wetsontwerp onder welke omstandigheden pauzes kunnen worden genomen, tot welke maximale grens per week er kan worden gewerkt enzovoort.
Het toezicht op de naleving van de nieuwe wet zal toekomen aan de algemene inspectie van de brandweer, enerzijds, en aan de ambtenaren die het toezicht uitoefenen op de wet van 2000, anderzijds.
De inwerkingtreding zal parallel verlopen met de inwerkingtreding van de hulpverleningszones en het nieuwe statuut van het brandweerpersoneel, meer bepaald op 1 januari 2015 of 1 januari 2016.
Er werden drie amendementen goedgekeurd.
Een eerste amendement strekte ertoe een nieuw opschrift in te voegen na artikel 1, namelijk Organisatie van de arbeidstijd van de operationele beroepsleden van de hulpverleningszones.
Een tweede amendement strekte ertoe in artikel 22 de woorden "Deze wet" te vervangen door de woorden "Hoofdstuk I".
Met het derde amendement werd een nieuw hoofdstuk ingevoegd dat een aantal wijzigingen aanbrengt in de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid. Artikel 68 van deze wet bepaalt dat wanneer de gemeenten het onderling niet eens worden over de kostenverdeling aan de hulpverleningszone, deze verdeling wordt bepaald op basis van een aantal criteria. De vastlegging van zo'n federale verdeelsleutel blijkt niet goed te werken. Daarom wordt in het amendement bepaald dat de provinciegouverneur de verdeelsleutel bepaalt op basis van een aantal parameters die in de wet worden opgenomen. Daarbij moet voor minstens 70% rekening gehouden worden met de parameter residentiele en actieve bevolking.
Tot daar het verslag over het wetsontwerp en de amendementen. Ik zal nu namens onze fractie een aantal korte opmerkingen maken.
De noodzaak van voorliggend ontwerp is duidelijk. Europa heeft met betrekking tot de arbeidstijd bij de brandweerkorpsen een inbreukprocedure tegen België opgestart. Wij vinden dat een werknemer die er zelf voor kiest extra uren te presteren, die kans moet kunnen krijgen. Vooral omdat die vraag bij de brandweer uitdrukkelijk aanwezig is.
Wij zijn tevreden dat het wetsontwerp het mogelijk maakt goed opgeleide en gemotiveerde brandweerlieden meer in te zetten en hun inzetbaarheid niet te blokkeren door een arbeidsregime van 38 uur. De door de Europese richtlijn gestelde grenzen inzake de gemiddelde arbeidstijd, namelijk 48 uur, worden ook gerespecteerd, zodat de bescherming van de werknemer gegarandeerd kan blijven.
Open Vld is ook tevreden dat er rechtszekerheid tot stand wordt gebracht en dat het ontwerp duidelijk bepaalt onder welke omstandigheden pauzes kunnen worden genomen, tot welke maximale grens per week - 60 uur - er kan worden gewerkt, onder welke omstandigheden - twee gevallen van overmacht - deze absolute grenzen mogen worden overschreden, en wat de maximale duur van een arbeidsprestatie - 24 uur - is.
Open Vld is tevens tevreden dat de mogelijkheid om bijkomende arbeidstijd uit te voeren vijf jaar na de inwerkingtreding van deze wet zal worden geëvalueerd, waarbij rekening zal worden gehouden met de evolutie van de Europese reglementering en de evolutie van de beschikbare effectieven.
Het is namelijk goed mogelijk dat met het huidige ontwerp heel wat zones tot een derde meer personeel zullen moeten aanwerven, enkel voor het behoud van hun huidige dienstverlening aan de burger. De meerkosten hiervan zullen moeten worden gedragen door een stijging van de federale dotatie aan de hulpverleningszones. Deze stijging is reeds opgenomen in een financieel meerjarenplan, goedgekeurd door deze regering, maar het zal aan deze én de volgende regering zijn om dat plan uit te voeren.
De notificatie van de Ministerraad van 22 november 2013 vermeldde dat er rekening diende te worden gehouden met een brief van het departement Begroting die stelde dat de meerkosten als gevolg van het wetsontwerp dienden te worden berekend. Aangezien er nu toch een einddatum is voorzien, is deze vraag des te meer pertinent. Hetzelfde akkoord over de begroting stelt immers dat geen enkele euro zal mogen worden bijgevraagd voor de uitvoering van het wetsontwerp.
Open Vld is ook tevreden dat er eindelijk een einde komt aan de rechtsonzekerheid aangaande de verdeelsleutels en dat er ook een stok achter de deur komt in verband met die verdeelsleutels: slagen de gemeenten er niet in om een akkoord te bereiken, dan zal de gouverneur de verdeelsleutels bepalen.
-De algemene bespreking is gesloten.