3-142/1

3-142/1

Belgische Senaat

BUITENGEWONE ZITTING 2003

5 AUGUSTUS 2003


Wetsontwerp houdende instemming met volgende internationale akten :

1º Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije,

2º Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Estland,

3º Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Letland,

4º Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Litouwen,

5º Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Roemenië,

6º Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Slowaakse Republiek,

7º Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Slovenië,

ondertekend te Brussel op 26 maart 2003


INHOUD


MEMORIE VAN TOELICHTING


Terugblik

Het Noord-Atlantisch Verdrag werd op 4 april 1949 ondertekend met het oog op het instellen van een collectief veiligheidssysteem tussen België, Canada, Denemarken, de Verenigde Staten, IJsland, Italië, Frankrijk, Luxemburg, Noorwegen, Nederland, Portugal en het Verenigd Koninkrijk.

Omdat artikel 10 het Noord-Atlantisch Verdrag als een open verdrag omschrijft, werd het Bondgenootschap een eerste maal uitgebreid met Griekenland en Turkije. In 1995 werd de Duitse Bondsrepubliek lid van het Bondgenootschap, in 1982 was het de beurt aan Spanje. Als gevolg van het einde van de Koude Oorlog en het verdwijnen van de dreiging die uitging van het Warschaupact, hebben de NAVO-lidstaten de structuur en politieke strategieën van het Bondgenootschap geleidelijk aangepast aan de nieuwe internationale situatie, teneinde de garantie van stabiliteit en veiligheid in het hele Euro-Atlantische gebied te blijven zeker stellen. Ter inperking van het gevaar voor instabiliteit in Midden-Europa als gevolg van het vacuüm dat was ontstaan na het verdwijnen van de Sovjetunie, werd het Bondgenootschap in 1998 voor het eerst uitgebreid met drie Midden-Europese landen, die voorheen lid waren van het Warschaupact.

De aanslagen van 11 september 2001 legden de vinger op de zwakke punten met betrekking tot de veiligheid van de Staten en op de kwetsbaarheid van hun grondgebied en hun bevolking aan weerszijden van de Atlantische Oceaan. Voor het eerst in de geschiedenis van het Bondgenootschap hebben de NAVO-lidstaten de collectieve defensieclausule van het verdrag (artikel 5) ingeroepen. Het opduiken van nieuw dreigingen die zijn toe te schrijven aan het internationaal terrorisme en de verspreiding van massavernietigingswapens die nog moeilijker opspoorbaar zijn en waarover de grootste onduidelijkheid heerst, rechtvaardigt meer dan ooit een nieuwe evaluatie en een nieuwe afweging. Daarbij mag niet alleen worden uitgegaan van het optreden ten aanzien van een vijand van buitenaf, maar moet vooral aandacht worden besteed aan de noodzakelijke bescherming van de burgerbevolking en de democratische instellingen.

Interne aanpassing van het Bondgenootschap

De grootste uitdaging voor het Bondgenootschap is het oorspronkelijk doel van het verdrag niet uit het oog te verliezen, met name de vrijwaring van de vrijheid en de veiligheid van alle leden, in een samenleving waar de veiligheidssituatie moet worden afgestemd op heel andere omstandigheden.

Sinds de gebeurtenissen van 1991 en het verdwijnen van het Sovjetblok, gaat het niet meer alleen om conflictpreventie en een efficiëntie verdediging, maar komt het er eveneens op aan de crisissen die een bedreiging vormen voor de veiligheid van de leden van het Bondgenootschap in goede banen te leiden dan wel te beheersen. Dit nieuwe strategische concept werd plechtig vastgelegd op de Jubileumtop die in 1999 in Washington plaats had. De NAVO-Top van Praag van 21 en 22 november 2002 legde een solide basis voor de voorzetting van de herstructurering van het Bondgenootschap en voor de interne en externe aanpassing ervan aan de nieuwe dreigingen en veiligheidsuitdagingen van de XXIe eeuw. De Verklaring van de Top maakt ook melding van een militair concept voor de verdediging tegen terreur en de mogelijke oprichting van een strijdmacht die snel kan worden ingezet op de plaatsen waar zulks nodig is.

De aanpassing van de NAVO heeft het behoud ten doel van de geloofwaardigheid van het Bondgenootschap dat een militair bondgenootschap is en dat ook moet blijven. In Praag hebben de Staatshoofden zich ertoe verbonden verder werk te maken van de rationalisering van de structuren en de modernisering van het militair vermogen. Hiermee wordt beoogd de militaire daadkracht op peil te houden alsmede het reactievermogen af te stemmen op een alsmaar groter aantal situaties, zonder afbreuk te doen aan de transatlantische band en de collectieve defensie. Die aanpassing van het actiegebied en het vermogen moet onder meer bijdragen tot een wederzijdse versterking van het EVDB en van de NAVO, met respect voor de autonomie van beide organisaties.

De uitbreiding van de NAVO

De Top van Praag leidde niet alleen tot een herijking van het strategisch concept en het daaraan verbonden vermogen, maar bracht ook een nooit eerder geziene uitbreiding op gang door het uitnodigen van 7 voormalige leden van het Warschaupact en het verstevigen van de dialoog met partners die geen lid zijn van de NAVO.

Deze externe aanpassing is in de eerste plaats ingegeven door de noodzaak de door het Bondgenootschap ingevoerde stabiliteitszone zo ver mogelijk naar Zuid- en Oost-Europa uit te breiden om nieuwe breuklijnen op het continent te voorkomen. De uitbreiding van de NAVO is ook een wezenlijk onderdeel van een nieuw veiligheidsbeleid dat de leemte moet vullen die onstaan is door het wegvallen van de Sovjetoverheersing en de ontbinding van het Warschaupact, in een regio die vanuit historisch oogpunt vatbaar is gebleken voor instabiliteit en lokale conflicten die bijwijlen desastreuze gevolgen hebben voor het hele continent. Daarnaast had het toetredingsproces een belangrijke hefboomwerking op de snellere democratisering van de Strijdkrachten van de kandidaatlanden en de civiele controle op deze stijdkrachten. Tenslotte zal het Bondgenootschap deze kandidaatlanden in staat stellen hun Strijdkrachten meer in te zetten voor gemeenschappelijke veiligheidsopdrachten en minder voor de eigenlijke nationale verdediging.

Met betrekking tot de versterkte dialoog met de partnerlanden die geen lid zijn van de NAVO, heeft de Top van Praag ervoor gezorgd dat het Euro-Atlantische Partnerschap ook interessant blijkt voor landen die nog niet klaar zijn voor toetreding of daar momenteel geen belangstelling voor hebben. De oprichting in Rome in mei 2002 van de NAVO-Russische Raad heeft de praktische samenwerking met Rusland als evenwaardige partner uitgebreid en verdiept. Daarnaast werd op 9 juli 1997 door de NAVO en Oekraïne een Handvest over het Distinctief Partnerschap ondertekend.

De uitbreiding is ook noodzakelijk voor de toepassing van een gemeenchappelijke strategie om een antwoord te bieden op de nieuwe dreigingen op het continent en op de enorme veiligheidsuitdagingen die de Westerse Naties ten aanzien van het terrorsime en de massavernietigingswapens moeten aangaan.

De door de kandidaatlanden gewenste uitbreiding van de NAVO is onlosmakelijk verbonden met de eerbiediging van democratische en vrijheidswaarden die de huidige leden gemeen hebben. Of de zeven kandidaatlanden daadwerkelijk kunnen bijdragen tot de verbetering van de Europese en Atlantische veiligheid, is ook een aspect dat overeenkomstig het Verdrag van Washington wordt meegewogen en getoetst aan het Membership Action Plan-procédé dat meer dan alleen de toetreding behelst. De kandidatuur van andere Europese landen zoals Albanië, Kroatië of de VJRM die nog niet aan de voorwaarden voldoen om lid te worden, wordt onderzocht op een mogelijke toekomstige toetreding.

Uit de uitbreiding voortvloeiende verplichtingen voor België

Voor België heeft de grootste verplichting die het als gevolg van de NAVO-uitbreiding moet nakomen, te maken met het feit dat het collectief defensiesysteem zoals bedoeld in artikel 5 van het Verdrag van Washington wordt uitgebreid tot alle nieuwe leden.

Uitbreidingskosten

Het grootste deel van de aan de uitbreiding verbonden kosten, met name de aanpassing van de Strijdkrachten van de toekomstige leden aan de NAVO-normen, komen ten laste van de landen in kwestie.

Wat de gemeenschappelijk gefinancierde uitgaven betreft, kunnen de uitbreidingskosten moeilijk los worden gezien van het geheel van de nieuwe activiteiten van het Bondgenootschap in het kader van de interne en de externe aanpassing. De financiële gevolgen van de uitbreiding voor de huidige NAVO-leden werden door het internationaal secretariaat nog niet berekend. Voor de budgettaire ramingen werd dan ook uitgegaan van hypotheses.

De kredieten die nodig zijn voor de aanpassing van de infrastructuur van het NAVO-hoofdkwartier (kantoren, vergaderzalen en parking) werden uitgetrokken op het budget 2002 (2 080 000 euro voor het Bondgenootschap, zijnde 57 408 euro ten laste van België) en op het budget 2003 (4 640 000 euro voor het Bondgenootschap, zijnde 128 064 euro ten laste van België). Er wordt van uitgegaan dat de doorwerking van de uitbreiding op het budget 2004 beperkt zal blijven tot een aantal geringe ingrepen op het stuk van personeel, programma's en uitrusting. Op basis van de in 1998 voor de vorige uitbreiding vastgelegde cijfers werd voorzien in een extra-bedrag van 2 000 000 euro voor het Bondgenootschap, wat voor België neerkomt op een aanvullende bijdrage van 55 200 euro.

Met betrekking tot de verdeelsleutels werd in het huidige stadium van de toetredingsbesprekingen overeengekomen dat de bijdrage van de nieuwe leden aan de gemeenschappelijk gefinancierde activiteiten van het Bondgenootschap die in totaal 2,67 % zou bedragen, word goedgekeurd in de brief die elk nieuw lid na afloop van de besprekingen aan de secretaris-general stuurt. De doorwerking van de bijdrage van de nieuwe leden op de bijstelling van het aandeel van de huidige leden zal apart worden behandeld na ondertekening van de toetredingsprotocollen.

De spreiding van de 2,67 %-bijdrage van de nieuwe leden zal slechts een geringe impact hebben op het huidige aandeel van de leden. Ter herinnering weze vermeld dat de Belgische bijdrage ten belope van 2,76 % bij de vorige uitbreiding ongewijzigd bleef, terwijl de totale bijdrage van de drie nieuwe leden (Polen, Tsjechië en Hongarije) 4,03 % bedroeg. Er wordt bij voorkeur dan ook niet uitgegaan van een mogelijke daling van de Belgische bijdrage : zoals in het verleden reeds is gebleken, zullen alleen de grootste contribuanten hun bijdrage zien verminderen.

Toch mag niet uit het oog worden verloren dat de kosten in geval van instabiliteit, mocht het Bondgenootschap niet worden uitgebreid, veel hoger zouden liggen. Daarbij weze aangestipt dat de zeven uitgenodigde landen onder meer een belangrijke bijdrage zullen kunnen leveren tot het takenpakket van het Bondgenootschap.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Louis MICHEL.

De minister van Landsverdediging,

André FLAHAUT.


WETSONTWERP


ALBERT II,

Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen,
ONZE GROET.

Op de voordracht van Onze minister van Buitenlandse Zaken en van Onze minister van Landsverdediging,

HEBBEN WIJ BESLOTEN EN BESLUITEN WIJ :

Onze minister van Buitenlandse Zaken en Onze minister van Landsverdediging zijn ermee gelast het ontwerp van wet, waarvan de tekst hierna volgt, in Onze naam aan de Wetgevende Kamers voor te leggen en bij de Senaat in te dienen :

Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2

Het Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije, ondertekend te Brussel op 26 maart 2003, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 3

Het Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Estland, ondertekend te Brussel op 26 maart 2003, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 4

Het Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Letland, ondertekend te Brussel op 26 maart 2003, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 5

Het Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Litouwen, ondertekend te Brussel op 26 maart 2003, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 6

Het Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Roemenië, ondertekend te Brussel op 26 maart 2003, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 7

Het Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Slowaakse Republiek, ondertekend te Brussel op 26 maart 2003, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 8

Het Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Slovenië, ondertekend te Brussel op 26 maart 2003, zal volkomen gevolg hebben.

Gegeven te Brussel, 30 juli 2003.

ALBERT

Van Koningswege :

De minister van Buitenlandse Zaken,

Louis MICHEL.

De minister van Landsverdediging,

André FLAHAUT.


(VERTALING)

PROTOCOL

bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije

De Partijen bij het op 4 april 1949 te Washington ondertekende Noord-Atlantisch Verdrag,

Ervan overtuigd dat de veiligheid van het Noord-Atlantisch gebied door de toetreding van de Republiek Bulgarije tot dat Verdrag verhoogd zal worden,

Komen als volgt overeen :

Artikel I

Bij de inwerkingtreding van dit Protocol zal de Secretaris-Generaal van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie uit naam van alle Partijen aan de Regering van de Republiek Bulgarije een uitnodiging doen toekomen, tot het Noord-Atlantisch Verdrag toe te treden. In overeenstemming met artikel 10 van het Verdrag wordt de Republiek Bulgarije partij op de dag waarop zij een akte van toetreding nederlegt bij de Regering van de Verenigde Staten van Amerika.

Artikel II

Dit Protocol treedt in werking wanneer elk der Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag aan de Regering van de Verenigde Staten van Amerika mededeling heeft gedaan dat zij het Protocol aanvaardt. De Regering van de Verenigde Staten van Amerika stelt alle partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag in kennis van de datum van ontvangst van iedere mededeling van aanvaarding en van de datum van inwerkingtreding van dit Protocol.

Artikel III

Dit Protocol, waarvan de Engelse en de Franse tekst gelijkelijk authentiek zijn, wordt in het archief van de Regering van de Verenigde Staten van Amerika nedergelegd. Behoorlijk gewaarmerkte afschriften worden door die Regering aan de Regeringen van alle Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag toegezonden.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondertekende Gevolmachtigden dit Protocol hebben ondertekend.

ONDERTEKEND te Brussel, op 26 maart 2003.

VOOR DE KONINKRIJK BELGIË :

VOOR CANADA :

VOOR DE REPUBLIEK TSJECHISCHE :

VOOR HET KONINKRIJK DENEMARKEN :

VOOR DE FRANSE REPUBLIEK :

VOOR DE FEDERALE REPUBLIEK DUITSLAND :

VOOR DE GRIEKSE REPUBLIEK :

VOOR DE HUNGAARSE REPUBLIEK :

VOOR DE REPUBLIEK IJSLAND :

VOOR DE ITALIAANSE REPUBLIEK :

VOOR HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG :

VOOR HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN :

VOOR HET KONINKRIJK NOORWEGEN :

VOOR DE POOLSE REPUBLIEK :

VOOR DE PORTUGESE REPUBLIEK :

VOOR HET KONINKRIJK SPANJE :

VOOR DE TURKSE REPUBLIEK :

VOOR HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIE EN NOORD-IERLAND :

VOOR DE VERENIGDE STATEN :


(VERTALING)

PROTOCOL

bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Estland

De Partijen bij het op 4 april 1949 te Washington ondertekende Noord-Atlantisch Verdrag,

Ervan overtuigd dat de veiligheid van het Noord-Atlantisch gebied door de toetreding van de Republiek Estland tot dat Verdrag verhoogd zal worden,

Komen als volgt overeen :

Artikel I

Bij de inwerkingtreding van dit Protocol zal de Secretaris-Generaal van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie uit naam van alle Partijen aan de Regering van de Republiek Estland een uitnodiging doen toekomen, tot het Noord-Atlantisch Verdrag toe te treden. In overeenstemming met artikel 10 van het Verdrag wordt de Republiek Estland partij op de dag waarop zij een akte van toetreding nederlegt bij de Regering van de Verenigde Staten van Amerika.

Artikel II

Dit Protocol treedt in werking wanneer elk der Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag aan de Regering van de Verenigde Staten van Amerika mededeling heeft gedaan dat zij het Protocol aanvaardt. De Regering van de Verenigde Staten van Amerika stelt alle partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag in kennis van de datum van ontvangst van iedere mededeling van aanvaarding en van de datum van inwerkingtreding van dit Protocol.

Artikel III

Dit Protocol, waarvan de Engelse en de Franse tekst gelijkelijk authentiek zijn, wordt in het archief van de Regering van de Verenigde Staten van Amerika nedergelegd. Behoorlijk gewaarmerkte afschriften worden door die Regering aan de Regeringen van alle Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag toegezonden.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondertekende Gevolmachtigden dit Protocol hebben ondertekend.

ONDERTEKEND te Brussel, op 26 maart 2003.

VOOR DE KONINKRIJK BELGIË :

VOOR CANADA :

VOOR DE REPUBLIEK TSJECHISCHE :

VOOR HET KONINKRIJK DENEMARKEN :

VOOR DE FRANSE REPUBLIEK :

VOOR DE FEDERALE REPUBLIEK DUITSLAND :

VOOR DE GRIEKSE REPUBLIEK :

VOOR DE HUNGAARSE REPUBLIEK :

VOOR DE REPUBLIEK IJSLAND :

VOOR DE ITALIAANSE REPUBLIEK :

VOOR HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG :

VOOR HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN :

VOOR HET KONINKRIJK NOORWEGEN :

VOOR DE POOLSE REPUBLIEK :

VOOR DE PORTUGESE REPUBLIEK :

VOOR HET KONINKRIJK SPANJE :

VOOR DE TURKSE REPUBLIEK :

VOOR HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIE EN NOORD-IERLAND :

VOOR DE VERENIGDE STATEN :


(VERTALING)

PROTOCOL

bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Letland

De Partijen bij het op 4 april 1949 te Washington ondertekende Noord-Atlantisch Verdrag,

Ervan overtuigd dat de veiligheid van het Noord-Atlantisch gebied door de toetreding van de Republiek Letland tot dat Verdrag verhoogd zal worden,

Komen als volgt overeen :

Artikel I

Bij de inwerkingtreding van dit Protocol zal de Secretaris-Generaal van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie uit naam van alle Partijen aan de Regering van de Republiek Letland een uitnodiging doen toekomen, tot het Noord-Atlantisch Verdrag toe te treden. In overeenstemming met artikel 10 van het Verdrag wordt de Republiek Letland partij op de dag waarop zij een akte van toetreding nederlegt bij de Regering van de Verenigde Staten van Amerika.

Artikel II

Dit Protocol treedt in werking wanneer elk der Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag aan de Regering van de Verenigde Staten van Amerika mededeling heeft gedaan dat zij het Protocol aanvaardt. De Regering van de Verenigde Staten van Amerika stelt alle partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag in kennis van de datum van ontvangst van iedere mededeling van aanvaarding en van de datum van inwerkingtreding van dit Protocol.

Artikel III

Dit Protocol, waarvan de Engelse en de Franse tekst gelijkelijk authentiek zijn, wordt in het archief van de Regering van de Verenigde Staten van Amerika nedergelegd. Behoorlijk gewaarmerkte afschriften worden door die Regering aan de Regeringen van alle Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag toegezonden.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondertekende Gevolmachtigden dit Protocol hebben ondertekend.

ONDERTEKEND te Brussel, op 26 maart 2003.

VOOR DE KONINKRIJK BELGIË :

VOOR CANADA :

VOOR DE REPUBLIEK TSJECHISCHE :

VOOR HET KONINKRIJK DENEMARKEN :

VOOR DE FRANSE REPUBLIEK :

VOOR DE FEDERALE REPUBLIEK DUITSLAND :

VOOR DE GRIEKSE REPUBLIEK :

VOOR DE HUNGAARSE REPUBLIEK :

VOOR DE REPUBLIEK IJSLAND :

VOOR DE ITALIAANSE REPUBLIEK :

VOOR HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG :

VOOR HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN :

VOOR HET KONINKRIJK NOORWEGEN :

VOOR DE POOLSE REPUBLIEK :

VOOR DE PORTUGESE REPUBLIEK :

VOOR HET KONINKRIJK SPANJE :

VOOR DE TURKSE REPUBLIEK :

VOOR HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIE EN NOORD-IERLAND :

VOOR DE VERENIGDE STATEN :


(VERTALING)

PROTOCOL

bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Litouwen

De Partijen bij het op 4 april 1949 te Washington ondertekende Noord-Atlantisch Verdrag,

Ervan overtuigd dat de veiligheid van het Noord-Atlantisch gebied door de toetreding van de Republiek Litouwen tot dat Verdrag verhoogd zal worden,

Komen als volgt overeen :

Artikel I

Bij de inwerkingtreding van dit Protocol zal de Secretaris-Generaal van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie uit naam van alle Partijen aan de Regering van de Republiek Litouwen een uitnodiging doen toekomen, tot het Noord-Atlantisch Verdrag toe te treden. In overeenstemming met artikel 10 van het Verdrag wordt de Republiek Litouwen partij op de dag waarop zij een akte van toetreding nederlegt bij de Regering van de Verenigde Staten van Amerika.

Artikel II

Dit Protocol treedt in werking wanneer elk der Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag aan de Regering van de Verenigde Staten van Amerika mededeling heeft gedaan dat zij het Protocol aanvaardt. De Regering van de Verenigde Staten van Amerika stelt alle partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag in kennis van de datum van ontvangst van iedere mededeling van aanvaarding en van de datum van inwerkingtreding van dit Protocol.

Artikel III

Dit Protocol, waarvan de Engelse en de Franse tekst gelijkelijk authentiek zijn, wordt in het archief van de Regering van de Verenigde Staten van Amerika nedergelegd. Behoorlijk gewaarmerkte afschriften worden door die Regering aan de Regeringen van alle Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag toegezonden.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondertekende Gevolmachtigden dit Protocol hebben ondertekend.

ONDERTEKEND te Brussel, op 26 maart 2003.

VOOR DE KONINKRIJK BELGIË :

VOOR CANADA :

VOOR DE REPUBLIEK TSJECHISCHE :

VOOR HET KONINKRIJK DENEMARKEN :

VOOR DE FRANSE REPUBLIEK :

VOOR DE FEDERALE REPUBLIEK DUITSLAND :

VOOR DE GRIEKSE REPUBLIEK :

VOOR DE HUNGAARSE REPUBLIEK :

VOOR DE REPUBLIEK IJSLAND :

VOOR DE ITALIAANSE REPUBLIEK :

VOOR HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG :

VOOR HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN :

VOOR HET KONINKRIJK NOORWEGEN :

VOOR DE POOLSE REPUBLIEK :

VOOR DE PORTUGESE REPUBLIEK :

VOOR HET KONINKRIJK SPANJE :

VOOR DE TURKSE REPUBLIEK :

VOOR HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIE EN NOORD-IERLAND :

VOOR DE VERENIGDE STATEN :


(VERTALING)

PROTOCOL

bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van Roemenië

De Partijen bij het op 4 april 1949 te Washington ondertekende Noord-Atlantisch Verdrag,

Ervan overtuigd dat de veiligheid van het Noord-Atlantisch gebied door de toetreding van Roemenië tot dat Verdrag verhoogd zal worden,

Komen als volgt overeen :

Artikel I

Bij de inwerkingtreding van dit Protocol zal de Secretaris-Generaal van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie uit naam van alle Partijen aan de Regering van Roemenië een uitnodiging doen toekomen, tot het Noord-Atlantisch Verdrag toe te treden. In overeenstemming met artikel 10 van het Verdrag wordt Roemenië partij op de dag waarop zij een akte van toetreding nederlegt bij de Regering van de Verenigde Staten van Amerika.

Artikel II

Dit Protocol treedt in werking wanneer elk der Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag aan de Regering van de Verenigde Staten van Amerika mededeling heeft gedaan dat zij het Protocol aanvaardt. De Regering van de Verenigde Staten van Amerika stelt alle partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag in kennis van de datum van ontvangst van iedere mededeling van aanvaarding en van de datum van inwerkingtreding van dit Protocol.

Artikel III

Dit Protocol, waarvan de Engelse en de Franse tekst gelijkelijk authentiek zijn, wordt in het archief van de Regering van de Verenigde Staten van Amerika nedergelegd. Behoorlijk gewaarmerkte afschriften worden door die Regering aan de Regeringen van alle Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag toegezonden.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondertekende Gevolmachtigden dit Protocol hebben ondertekend.

ONDERTEKEND te Brussel, op 26 maart 2003.

VOOR DE KONINKRIJK BELGIË :

VOOR CANADA :

VOOR DE REPUBLIEK TSJECHISCHE :

VOOR HET KONINKRIJK DENEMARKEN :

VOOR DE FRANSE REPUBLIEK :

VOOR DE FEDERALE REPUBLIEK DUITSLAND :

VOOR DE GRIEKSE REPUBLIEK :

VOOR DE HUNGAARSE REPUBLIEK :

VOOR DE REPUBLIEK IJSLAND :

VOOR DE ITALIAANSE REPUBLIEK :

VOOR HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG :

VOOR HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN :

VOOR HET KONINKRIJK NOORWEGEN :

VOOR DE POOLSE REPUBLIEK :

VOOR DE PORTUGESE REPUBLIEK :

VOOR HET KONINKRIJK SPANJE :

VOOR DE TURKSE REPUBLIEK :

VOOR HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIE EN NOORD-IERLAND :

VOOR DE VERENIGDE STATEN :


(VERTALING)

PROTOCOL

bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Slowaakse Republiek

De Partijen bij het op 4 april 1949 te Washington ondertekende Noord-Atlantisch Verdrag,

Ervan overtuigd dat de veiligheid van het Noord-Atlantisch gebied door de toetreding van de Slowaakse Republiek dat Verdrag verhoogd zal worden,

Komen als volgt overeen :

Artikel I

Bij de inwerkingtreding van dit Protocol zal de Secretaris-Generaal van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie uit naam van alle Partijen aan de Regering van de Slowaakse Republiek een uitnodiging doen toekomen, tot het Noord-Atlantisch Verdrag toe te treden. In overeenstemming met artikel 10 van het Verdrag wordt de Slowaakse Republiek partij op de dag waarop zij een akte van toetreding nederlegt bij de Regering van de Verenigde Staten van Amerika.

Artikel II

Dit Protocol treedt in werking wanneer elk der Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag aan de Regering van de Verenigde Staten van Amerika mededeling heeft gedaan dat zij het Protocol aanvaardt. De Regering van de Verenigde Staten van Amerika stelt alle partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag in kennis van de datum van ontvangst van iedere mededeling van aanvaarding en van de datum van inwerkingtreding van dit Protocol.

Artikel III

Dit Protocol, waarvan de Engelse en de Franse tekst gelijkelijk authentiek zijn, wordt in het archief van de Regering van de Verenigde Staten van Amerika nedergelegd. Behoorlijk gewaarmerkte afschriften worden door die Regering aan de Regeringen van alle Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag toegezonden.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondertekende Gevolmachtigden dit Protocol hebben ondertekend.

ONDERTEKEND te Brussel, op 26 maart 2003.

VOOR DE KONINKRIJK BELGIË :

VOOR CANADA :

VOOR DE REPUBLIEK TSJECHISCHE :

VOOR HET KONINKRIJK DENEMARKEN :

VOOR DE FRANSE REPUBLIEK :

VOOR DE FEDERALE REPUBLIEK DUITSLAND :

VOOR DE GRIEKSE REPUBLIEK :

VOOR DE HUNGAARSE REPUBLIEK :

VOOR DE REPUBLIEK IJSLAND :

VOOR DE ITALIAANSE REPUBLIEK :

VOOR HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG :

VOOR HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN :

VOOR HET KONINKRIJK NOORWEGEN :

VOOR DE POOLSE REPUBLIEK :

VOOR DE PORTUGESE REPUBLIEK :

VOOR HET KONINKRIJK SPANJE :

VOOR DE TURKSE REPUBLIEK :

VOOR HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIE EN NOORD-IERLAND :

VOOR DE VERENIGDE STATEN :


(VERTALING)

PROTOCOL

bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Slovenië

De Partijen bij het op 4 april 1949 te Washington ondertekende Noord-Atlantisch Verdrag,

Ervan overtuigd dat de veiligheid van het Noord-Atlantisch gebied door de toetreding van de Republiek Slovenië tot dat Verdrag verhoogd zal worden,

Komen als volgt overeen :

Artikel I

Bij de inwerkingtreding van dit Protocol zal de Secretaris-Generaal van de Noord-Atlantische Verdragsorganisatie uit naam van alle Partijen aan de Regering van de Republiek Slovenië een uitnodiging doen toekomen, tot het Noord-Atlantisch Verdrag toe te treden. In overeenstemming met artikel 10 van het Verdrag wordt de Republiek Slovenië partij op de dag waarop zij een akte van toetreding nederlegt bij de Regering van de Verenigde Staten van Amerika.

Artikel II

Dit Protocol treedt in werking wanneer elk der Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag aan de Regering van de Verenigde Staten van Amerika mededeling heeft gedaan dat zij het Protocol aanvaardt. De Regering van de Verenigde Staten van Amerika stelt alle partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag in kennis van de datum van ontvangst van iedere mededeling van aanvaarding en van de datum van inwerkingtreding van dit Protocol.

Artikel III

Dit Protocol, waarvan de Engelse en de Franse tekst gelijkelijk authentiek zijn, wordt in het archief van de Regering van de Verenigde Staten van Amerika nedergelegd. Behoorlijk gewaarmerkte afschriften worden door die Regering aan de Regeringen van alle Partijen bij het Noord-Atlantisch Verdrag toegezonden.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondertekende Gevolmachtigden dit Protocol hebben ondertekend.

ONDERTEKEND te Brussel, op 26 maart 2003.

VOOR DE KONINKRIJK BELGIË :

VOOR CANADA :

VOOR DE REPUBLIEK TSJECHISCHE :

VOOR HET KONINKRIJK DENEMARKEN :

VOOR DE FRANSE REPUBLIEK :

VOOR DE FEDERALE REPUBLIEK DUITSLAND :

VOOR DE GRIEKSE REPUBLIEK :

VOOR DE HUNGAARSE REPUBLIEK :

VOOR DE REPUBLIEK IJSLAND :

VOOR DE ITALIAANSE REPUBLIEK :

VOOR HET GROOTHERTOGDOM LUXEMBURG :

VOOR HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN :

VOOR HET KONINKRIJK NOORWEGEN :

VOOR DE POOLSE REPUBLIEK :

VOOR DE PORTUGESE REPUBLIEK :

VOOR HET KONINKRIJK SPANJE :

VOOR DE TURKSE REPUBLIEK :

VOOR HET VERENIGD KONINKRIJK VAN GROOT-BRITTANNIE EN NOORD-IERLAND :

VOOR DE VERENIGDE STATEN :


VOORONTWERP VAN WET VOORGELEGD AAN HET ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE


Wetsontwerp houdende instemming met volgende internationale akten :

1º Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije,

2º Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Estland,

3º Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Letland,

4º Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Litouwen,

5º Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Roemanië,

6º Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Slowaakse Republiek,

7º Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Slovenië,

Artikel 1

Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2

Het Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije, ondertekend te Brussel op 26 maart 2003, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 3

Het Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Estland, ondertekend te Brussel op 26 maart 2003, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 4

Het Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Letland, ondertekend te Brussel op 26 maart 2003, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 5

Het Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Litouwen, ondertekend te Brussel op 26 maart 2003, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 6

Het Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Roemenië, ondertekend te Brussel op 26 maart 2003, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 7

Het Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Slowaakse Republiek, ondertekend te Brussel op 26 maart 2003, zal volkomen gevolg hebben.

Art. 8

Het Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Slovenië, ondertekend te Brussel op 26 maart 2003, zal volkomen gevolg hebben.


ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE 35.696/2/V


De RAAD VAN STATE, afdeling wetgeving, tweede vakantiekamer, op 14 juli 2003 door de vice-eerste minister en minister van Buitenlandse Zaken verzocht hem, binnen een termijn van vijf werkdagen, van advies te dienen over een voorontwerp van wet « houdende instemming met volgende internationale akten :

1º Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije,

2º Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Estland,

3º Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Letland,

4º Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Litouwen,

5º Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Roemenië,

6º Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Slowaakse Republiek,

7º Protocol bij het Noord-Atlantisch Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Slovenië,

ondertekend te Brussel op 26 maart 2003 », heeft op 16 juli 2003 het volgende advies gegeven :

Overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2º, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996 en gewijzigd bij de wet van 2 april 2003, moeten in de adviesaanvraag in het bijzonder de redenen worden aangegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan.

In de brief met de adviesaanvraag luidt die motivering aldus :

« (het verzoek om spoedbehandeling wordt gemotiveerd met) het feit dat de lidstaten van de NAVO hun interne ratificatie van de zeven toetredingsprotocollen moeten beëindigen vóór de NAVO-top in mei 2004, de datum waarop ze van kracht worden. Er dient onderstreept te worden dat de inwerkingtreding van deze protocollen immers afhangt van de voorwaarde dat alle NAVO-lidstaten op deze datum de toetredingsprotocollen hebben geratificeerd. Wat betekent dat een eventuele vertraging bij de interne Belgische ratificatie mogelijk de inwerkingtreding van de toetredingsprocollen zou verhinderen en dus de uitbreiding van de Alliantie zou in de weg staan ».


De adviesaanvraag wordt ingediend op grond van artikel 84, § 1, eerste lid, 2º, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003. De afdeling wetgeving beperkt zich dan ook tot het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de voorgeschreven vormvereisten is voldaan, zoals voorgeschreven bij artikel 84, § 3, van de genoemde gecoördineerde wetten.


Wat die drie punten betreft geeft het ontwerp geen aanleiding tot enige opmerking.

De kamer was samengesteld uit :

Mevrouw M.-L. WILLOT-THOMAS, kamervoorzitter;

De heren P. LIÉNARDY en P. VANDERNOOT, staatsraden;

Mevrouw B. VIGNERON, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer L. JANS, auditeur. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld door de heer Y. CHAUFFOUREAUX, adjunct-referendaris.

De griffier, De voorzitster,
B. VIGNERON. M.-L. WILLOT-THOMAS.