1-1374/2 | 1-1374/2 |
22 APRIL 1999
Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 167 van de Grondwet, om de verdragen van de Europese Unie bij referendum te laten bekrachtigen
Voorstel van verklaring tot herziening van titel II van de Grondwet, om nieuwe bepalingen in te voegen die de bescherming van de rechten van het kind verzekeren
Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 10 van de Grondwet, om nieuwe bepalingen in te voegen betreffende het recht op gelijkheid van vrouwen en mannen
Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 195 van de Grondwet
Voorstel van verklaring tot herziening van de artikelen 99 en 104 van de Grondwet om nieuwe bepalingen in te voegen betreffende de gelijke vertegenwoordiging van vrouwen en mannen
Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 88 van de Grondwet
Voorstel van verklaring tot herziening van de Grondwet
Voorstel van verklaring tot herziening van artikel 167, §§ 2 en 3, van de Grondwet
Voorstel van verklaring tot herziening van de Grondwet
De eerste minister wijst erop dat, zoals uit de toelichting blijkt, tijdens deze zittingsperiode elf grondwetsartikelen werden herzien. Ze hebben betrekking op de ministeriële verantwoordelijkheid, het stemrecht voor inwoners van de Europese Unie, de hervorming van de justitie inzake benoemingen en externe controle, enz.
De regering heeft thans een ontwerp van verklaring tot herziening van de Grondwet ingediend, met als eerste bedoeling dat op 13 juni 1999 verkiezingen kunnen worden gehouden. De regering had zich ook een verklaring tot herziening van de Grondwet kunnen besparen, maar bij de herziening in de vorige zittingsperiode werd het begrip legislatuurregering ingevoerd waaraan het legislatuurparlement beantwoordt. Er zijn thans maar twee mogelijkheden om de Kamers te ontbinden : ofwel een motie van afkeuring waaruitgeen alternatieve meerderheid voortkomt, ofwel het ontslag van de regering waarna de Kamer vaststelt dat er geen andere mogelijkheid is dan een ontbinding en daarmee instemt met de volstrekte meerderheid van haar leden.
De regering had ook de tweede methode kunnen kiezen. Alhoewel het verschil tussen een ontslagnemende en een niet-ontslagnemende regering na de ontbinding eigenlijk maar een nuance is, is de regering van oordeel geweest dat in het licht van de heersende internationale toestand niemand in dit land of in het buitenland zou begrijpen dat ze ontslag neemt om zuiver grondwetstechnische redenen. Daarom heeft de regering gekozen voor de derde mogelijkheid, te weten een verklaring tot herziening van de Grondwet.
Aangezien dat de bedoeling was, heeft de regering naar aanleiding van die verklaring tot grondwetsherziening een politieke discussie willen vermijden. Zij heeft zich beperkt tot een reeks artikelen waarover een ruime eenstemmigheid bestaat, die afgeleid kan worden uit de ingediende voorstellen of uit politieke akkoorden.
De artikelen die voor herziening in aanmerking komen, kunnen in vier verschillende categorieën worden ondergebracht.
De eerste groep is een reeks wijzigingen in titel II van de Grondwet met betrekking tot de Belgen en hun rechten. Het gaat om twee soorten artikelen. In de eerste plaats werden letterlijk alle artikelen overgenomen met betrekking tot titel II die al de vorige verklaring tot herziening stonden. Vervolgens werd de mogelijkheid geopend om in titel II nieuwe bepalingen in te voegen, sommige met betrekking tot de rechten van het kind het punt waarover regering en Parlement het reeds vroeger eens waren en andere met betrekking tot de gelijkheid tussen mannen en vrouwen.
In een tweede meer beperkte reeks zijn de artikelen opgenomen waarnaar verwezen is tijdens de grondswetswijzigingen in deze zittingsperiode. Bij de herziening van artikel 103 over de ministeriële verantwoordelijkheid bijvoorbeeld is gebleken dat er nog een paar artikelen dienden te worden gewijzigd, zoals dat wat verwijst naar het Hof van Cassatie over het genade verlenen aan ministers. Die artikelen werden zogezegd « bevroren ». Al zullen zij niet dikwijls toepassing vinden, toch lijkt het correcter ze te herzien, of zelfs te schrappen, in een volgende zittingsperiode.
De derde reeks artikelen heeft betrekking op de hervorming van politie en justitie. Over de herziening daarvan bestaat een ruime consensus in het licht van het Octopus-akkoord.
Ten slotte wordt een vierde soort artikelen voor herziening vatbaar verklaard. Het betreft enkele overgangsbepalingen.
Die zijn achterhaald en zouden eigenlijk moeten uitdoven, maar de techniek voor de grondswetsherziening is zo dat die bepalingen niet kunnen worden opgeheven dan met een tweederde meerderheid en nadat zij eerst voor herziening vatbaar zijn verklaard.
De eerste minister is zich bewust van het feit dat verschillende artikelen die in de vorige verklaring tot herziening van de Grondwet voorkwamen, niet in dit regeringsontwerp zijn opgenomen. Sommige daarvan hebben betrekking op de communautaire discussie die de regering thans niet wil voeren. Er was trouwens geen consensus over. Andere artikelen zijn niet-communautair maar er was evenmin een consensus over.
Het probleem van de grondwetsherziening kan op twee manieren worden benaderd.
Een eerste standpunt is dat alle voorstellen in overweging moeten worden genomen. Door de verklaring wordt er immers geen standpunt ingenomen over de grond van de zaak maar blijft de discussie open. Een artikel wordt dus alleen in de lijst opgenomen om later besproken te kunnen worden zonder dat een standpunt wordt ingenomen over de grond van de zaak. De eerste minister is daar voorstander van en ook van het idee om de eis van een voorafgaande verklaring tot herziening eenvoudig te laten vallen, maar ook daarover bestaat geen consensus.
De andere opvatting is dat de verklaring tot herziening van de Grondwet toch een zekere consensus inhoudt over wat men wil herzien. Dat is de opvatting van vandaag en het is normaal dat daaruit frustraties ontstaan wanneer sommige artikelen ontbreken in de lijst van de bepalingen die voor herziening vatbaar zijn.
Aldus zal bijvoorbeeld het debat over het opnemen in de Grondwet van een bepaling over het referendum niet kunnen plaatshebben.
Dat is volgens de minister de geest waarin het ontwerp van verklaring van de regering moet worden begrepen. Hij besluit met te zeggen dat het ontwerp in de Kamercommissie werd besproken en als zodanig aangenomen.
Een lid merkt op dat zijn partij de regering volgt. Er moet inderdaad een constitutionele meerderheid zijn.
De grondwetgever of de bijzondere wetgever had dit zeker niet op het oog, maar als men geen verklaring tot herziening van de Grondwet aanneemt, komt men tot een situatie die door een nieuwe grondwetsbepaling geregeld is en die onzekerheid meebrengt over data, aangezien het ontslag van de regering moet worden gevolgd door een debat in de Kamer.
Zijn partij onderschrijft volledig het ontwerp van verklaring tot herziening van de Grondwet zoals het is opgemaakt en ondersteund door een consensus in de regeringsmeerderheid.
Een ander lid is verbaasd over het gemak waarmee de lijst van de voor herziening vatbaar verklaarde artikelen in de Senaat, net zoals in de Kamer, zal worden goedgekeurd. Een verklaring tot herziening van de Grondwet is toch iets fundamenteels maar blijkbaar is een debat over de grond van de zaak niet mogelijk. Het lid heeft slechts de dag vooraf de lijst van de voor herziening vatbaar verklaarde artikelen ontvangen : het was dus onmogelijk een debat over de grond van de zaak voor te bereiden. Naar zijn persoonlijke mening heeft de eerste minister eigenlijk medegedeeld dat alle artikelen voor herziening vatbaar zouden moeten worden verklaard. Het is immers niet omdat een artikel voor herziening openstaat dat men zich uitspreekt over de grond van de zaak of over de manier waarop het artikel moet worden gewijzigd. Dat is altijd de mening geweest van zijn partij en het lid zal dan ook een volledige tekst indienen.
De eerste minister heeft gezegd dat de regering de conflictpunten uit de weg is gegaan. Bijgevolg zullen sommigen gefrusteerd zijn omdat artikelen met een communautaire betekenis niet op de lijst voorkomen en anderen omdat zij graag andere niet-communautaire bepalingen op de lijst hadden gezien. Dit standpunt van de regering heeft tot resultaat dat het eenieders wrevel roept en dat het niemand voldoet.
Verschillende communautaire artikelen zijn niet op de lijst opgenomen. In die zin zijn met die lijst de behoeften gedeeltelijk niet nagekomen. Tijdens deze zittingsperiode werden sommige bepalingen die voor herziening vatbaar werden verklaard als gevolg van de Sint-Michielsakkoorden niet herzien. Het lid doelt in het bijzonder op artikel 162 van de Grondwet en het overdragen aan de gewesten van de organieke wetgeving voor de gemeenten en provincies. Vandaag wordt beweerd dat dit artikel niet voor herziening vatbaar moet worden verklaard omdat die bevoegdheden overgedragen zouden kunnen worden door een wet met een tweederde meerderheid, zonder wijziging van de Grondwet. Professor Alen zou die oplossing hebben gesuggereerd. Zijn stelling wordt echter tegengesproken door de andere grondwetsspecialisten, zoals professor Rimanque, die zegt dat traditioneel de Grondwet dient te worden gewijzigd wanneer men dergelijke bevoegdheden overdraagt en beslist wanneer het om organieke wetgeving gaat. Als men beweert dat een bijzondere wet volstaat, waarom heeft men die weg dan niet gevolgd bij de Sint-Michielsakkoorden ?
Artikel 162 van de Grondwet had tijdens deze zittingsperiode niet voor herziening vatbaar moeten worden verklaard; het was voldoende geweest een voorstel van bijzondere wet in te dienen, ofwel door de regering, ofwel door het Parlement zelf. De beloften die sinds vier jaar zijn gedaan worden dus niet nagekomen. Het lid vraagt zich af waarom artikel 162 niet tijdens deze zittingsperiode werd herzien, terwijl dat nochtans in de Sint-Michielsakkoorden was overeengekomen.
Zij die denken dat de resolutie van het Vlaamse Parlement over een nieuwe staatshervorming zonder grondwetsherziening kan worden doorgevoerd, maken zich illusies. Het lid ziet bijvoorbeeld niet in hoe men het probleem van de residuaire bevoegdheden kan oplossen zonder artikel 35 van de Grondwet te wijzigen.
De hier voorgestelde tekst betekent dus eigenlijk dat men de communautaire discussie nu niet wil voeren, zoals de eerste minister heeft gezegd, omdat er tegenkanting is gekomen van Franstalige kant. Het resultaat daarvan zal zijn dat een groot aantal punten na de verkiezingen niet meer zullen worden besproken omdat dat niet meer nodig zal zijn. Dat betekent dat er naar alle waarschijnlijkheid na de verkiezingen geen sprake zal zijn van een nieuwe staatshervorming.
Als de eerste minister zegt dat hij de discussie uit de weg is gegaan, betekent dat in feite dat die binnen de regering heeft plaatsgevonden, bijvoorbeeld over de vraag over of artikel 162 van de Grondwet al dan niet voor herziening vatbaar moest worden verklaard. Het ontbreken van een consensus is in feite een eufemisme om te zeggen dat er een veto was. Het lid voegt eraan toe dat het niet bij toeval is dat al die artikelen zijn vergeten, terwijl de voorzitter van een Franstalige partij de dag ervoor heeft gezegd dat er voor hem geen sprake was van een nieuwe staatshervorming.
Het is ten slotte duidelijk dat de partij van het lid de lijst van de voor herziening vatbare artikelen, zoals die door de regering is voorgesteld, niet zal goedkeuren.
Een ander lid is van oordeel dat het standpunt van de regering, ook al leidt dat tot enige frustratie, van wijsheid getuigt. Als de Kamer de lijst zoals die is voorgesteld, heeft goedgekeurd, moet de Senaat zich nog meer bewust zijn van het feit dat het niet opportuun is sommige communautaire bepalingen voor herziening vatbaar te verklaren. Het federale België belegt nu een aanpassingsperiode. De Senaat heeft vier jaar lang zeer concreet de werkwijze van de federale structuren bestudeerd (1). Hij heeft ontdekt dat heel wat problemen opgelost kunnen worden door samenwerkingsakkoorden of eenvoudig door het samenwerkingsfederalisme zoals dat werd ingesteld, toe te passen. Men moet de nodige tijd uittrekken om de nieuwe instellingen die uit de hervorming van 1994 en met een ruime meerderheid in het noorden en in het zuiden van het land zijn opgericht, hun weg te laten vinden.
Het lid vindt het bovendien zeer positief dat men de ruimte geboden heeft voor wat gevraagd werd inzake de gelijkheid en de rechten van de Belgen, zowel wat betreft de bescherming van het kind als wat betreft het principe van de gelijke behandeling van mannen en vrouwen. Hij verheugt zich eveneens over het feit dat men zich bekommerd heeft over de vorm van de Grondwet. Die moet leesbaar zijn. Wanneer een artikel tijdens deze zittingsperiode werd gewijzigd, dienen de overeenstemmende correcties in de andere artikelen zo spoedig mogelijk te worden aangenomen. Het schrappen van de overgangsbepalingen deelt in diezelfde zorg om de leesbaarheid voor de burger te verbeteren.
Een senator merkt op dat zijn partij een voorstel van verklaring tot grondwetsherziening heeft ingediend dat één groot punt gemeenschappelijk heeft met de tekst van de regering : het bevat geen enkel artikel met een institutionele draagwijdte. De senator denkt dat men moet proberen de instellingen die nog maar sinds een paar jaar bestaan, behoorlijk te laten functioneren. Aanpassingen zijn mogelijk en het verslag van de Senaat over de evaluatie van de federale structuren kan op dat punt zeer nuttig zijn (2). Vanzelfsprekend heeft iedereen opmerkingen op sommige gebieden maar het is verstandiger de instellingen hun vaste vorm te laten nemen vooraleer wordt bekeken of wijzigingen noodzakelijk zijn.
De partij van de spreker heeft zich op andere artikelen geconcentreerd, vooral die over de grondrechten. Sommige opgenomen bepalingen staan trouwens ook in de regeringstekst. Zij beantwoorden aan een bezorgdheid die ruim wordt gedeeld.
De senator heeft ernstige kritiek op het bewust achterwege laten in het regeringsontwerp van meer mogelijkheden inzake concrete democratische rechten. Hij acht het een vergissing dat die zaken nog een zittingsperiode lang worden geblokkeerd.
De senator is het niet eens met de bestaande tekst van artikel 8 van de Grondwet, waardoor men aan de niet-Europeanen geen politieke rechten op lokaal niveau kan toekennen voor de volgende gemeenteraadsverkiezingen. Na de verkiezingen zal de samenstelling van het Parlement misschien gewijzigd zijn. De nieuwe meerderheid zal dan de handen niet vrij hebben omdat het artikel vergrendeld is.
De tweede kritiek heeft betrekking op de onmogelijkheid om het referendum in te voeren, terwijl nochtans vele partijen het opnemen van die mogelijkheid van directe democratie in het Belgische recht gunstig gezind zijn.
Ook een ander lid vindt dat de regering een redelijk standpunt inneemt, temeer wegens de huidige internationale toestand. Wat de betrekkingen tussen de gemeenschappen betreft is het lid van oordeel dat een zo ruim mogelijke geest van solidariteit moet worden betracht en de regering schijnt zich daarvoor in te zetten. De houding van de regering stemt overeen met het werk dat de commissie voor de Institutionele Aangelegenheden van de Senaat heeft verricht inzake de evaluatie van de federale structuren (3). Het lid sluit daarbij aan bij wat reeds gezegd is door andere sprekers over het belang van het resultaat van die werkzaamheden voor de toekomst.
Voor het overige spreekt het lid zijn tevredenheid uit over bepalingen in het ontwerp die een aantal positieve punten bevestigen.
Een ander lid is het eens met de lijst die de regering voorstelt, eveneens in het licht van de internationale toestand. Hij meent dat de Grondwet moeilijk te wijzigen is en is voorstander van een soepeler werkwijze voor de herziening. Maar aangezien er geen eenstemmigheid over bestaat, is men teruggevallen op de lijst die de kleinste gemene deler vertegenwoordigt. Hij betreurt dat sommige artikelen in het ontwerp niet voorkomen maar is anderzijds tevreden dat de lijst beperkt blijft tot bepalingen waarover de grootste consensus bestaat.
Het lid betreurt dat artikel 162 van de Grondwet niet op de lijst voorkomt, maar wat hij wenst, regionalisering van de organieke wetgeving op de gemeenten en de provincies, kan even goed worden tot stand gebracht door een wijziging van de bijzondere wet, op voorwaarde dat de politieke wil daartoe aanwezig is. Het lid meent dat het mogelijk moet zijn de noodzakelijke meerderheid daarvoor na de verkiezingen te vinden, onder meer omdat tijdens de werkzaamheden van de commissie voor de Instittutionele Aangelegenheden gebleken is dat de politieke wil daartoe al een jaar bestaat. Die wil had betrekking op een verregaande regionalisering van die wetgeving.
Een lid is het eens met de voorstelde verklaring tot herziening van de Grondwet. Hij vraagt zich evenwel af of het opzet van de regering is om de voorgestelde artikelen van de Grondwet effectief te herzien of dat het de regering er enkel om te doen is een juridische uitweg te vinden zodat de komende verkiezingen op 13 juni 1999 plaatsvinden én wordt vermeden dat de regering ontslag zou moeten nemen. Het lid vult aan dat hij wel begrip heeft voor de bekommernissen van de regering maar hij stelt zich toch vragen bij de complexiteit van de huidige werking van de federale structuren, zoals deze in 1993 werden ingeschreven in de Grondwet. Tevens heeft het lid een concrete vraag voor de eerste minister : de regering stelt voor artikel 110 van de Grondwet met betrekking tot de genade voor herziening vatbaar te verklaren. Dit is volgens het lid voor de eerste maal dat de regering zelf voorstelt dit grondwetsartikel voor herziening vatbaar te verklaren. Met welk oogpunt doet de regering dit ? Is dit enkel bedoeld om de discussie terzake te openen of gaat het verder dan dat en heeft de regering reeds een ontwerp tot herziening van artikel 110 van de Grondwet klaar ?
De eerste minister verduidelijkt dat artikel 110 van de Grondwet in het ontwerp van verklaring tot herziening van de Grondwet is opgenomen om de discussie te openen over de problematiek van strafuitvoeringsrechtbanken en dergelijke.
Een volgend lid wijst erop dat zij een voorstel heeft ingediend van verklaring tot herziening van artikel 167, §§ 2 en 3, van de Grondwet (2) om een vereenvoudigde procedure van instemming met de internationale verdragen in te voeren : voor wel afgelijnde specifieke gevallen zou men bijvoorbeeld de procedure van impliciete instemming kunnen invoeren. Volgens het lid zouden verdragen hierdoor sneller kunnen worden behandeld dan vandaag de dag het geval is. Het lid betreurt dat de inhoud van haar voorstel van verklaring tot herziening van de Grondwet niet in de lijst van het ontwerp van de regering voorkomt. Zij wenst van de eerste minister te vernemen waarom dit voorstel niet werd gevolgd. Indien zij op haar vraag een afdoende antwoord krijgt, zal zij haar voorstel van verklaring tot herziening van artikel 167, §§ 2 en 3, van de Grondwet intrekken.
De eerste minister antwoordt dat tijdens de besprekingen die aan het opmaken van het ontwerp van verklaring tot herziening van de Grondwet zijn voorafgegaan, is gebleken dat er geen consensus bestond om het betrokken grondwetsartikel voor herziening vatbaar te verklaren.
Een ander lid wijst er ten eerste op dat de positie van de regering bij ontslag of na aanneming van een verklaring tot herziening van de Grondwet in het Parlement toch wel fundamenteel verschillend is.
Het is voor het lid trouwens de reden waarom hij de door de regering gekozen weg goedkeurt. Ingeval de Kamer van volksvertegenwoordigers, na ontslag van de regering, meent dat er tot verkiezingen moet worden overgegaan, kan de regering enkel lopende zaken afhandelen. In de huidige situatie echter, waar men een verklaring tot herziening van de Grondwet aanneemt en de Kamers ontbonden worden, blijft de regering over de volheid van haar bevoegdheid beschikken maar is zij wel tot een voorzichtigheidsplicht gehouden. Volgens het lid is er tussen beide situaties een fundamenteel verschil. De spreker wenst dat, in de huidige internationale crisissituatie, de Belgische regering over de volheid van haar bevoegdheden blijft beschikken om te kunnen optreden als het nodig is.
Ten tweede is het lid van oordeel dat, indien men het ontwerp van de regering goedkeurt, het verslag van de commissie voor de Institutionele Aangelegenheden betreffende de evaluatie van de werking van de federale structuren (4) aan belang wint. Dit rapport zal dan de basis zijn voor besprekingen in het kader van de huidige staatsstructuren voor de verbetering en de vereenvoudiging van de instellingen.
Ten slotte wijst het lid op er dat, indien het ontwerp van de regering wordt goedgekeurd, het Parlement tijdens de volgende legislatuur een constituante is met een belangrijke, zij het niet-communautaire, opdracht. Voor de verfijning en de verbetering van de Grondwet zijn de voorliggende voorstellen op zichzelf reeds de moeite waard.
De eerste minister sluit zich aan bij de tussenkomst van het laatste lid en onderschrijft ten volle de opmerking met betrekking tot het verslag van de commissie voor de Institutionele Aangelegenheden betreffende de evaluatie van de federale structuren.
Een laatste lid benadrukt verbolgen te zijn over de wijze waarop het ontwerp van verklaring tot herziening van de Grondwet van de regering in de pers is bekend gemaakt. Het lid is niet te spreken over een interview dat een Franstalige vice-eerste minister gegeven heeft : deze minister verklaarde dat de 4 miljoen Franstaligen in dit land de besluitvorming kunnen blokkeren. Het lid vindt dergelijke uitspraken bijzonder gevaarlijk. Deze Franstalige vice-eerste minister vergeet dat voor het samenleven van Vlamingen en Franstaligen in dit land een dergelijke opstelling wel eens erg gevaarlijk zou kunnen zijn. Er bestaan volgens het lid vandaag de dag reeds hervormingen die totaal verschillend geïnterpreteerd worden in Wallonië en Vlaanderen.
Deze minister heeft uitdrukkelijk toegegeven dat voor de realisatie van meer homogene bevoegdheidspakketten in bepaalde domeinen er een herziening van bepaalde artikelen van de Grondwet nodig is (bijvoorbeeld de fiscale autonomie) en dat het juist daarom is dat de Franstaligen geweigerd hebben deze artikelen op te nemen in het ontwerp van verklaring tot herziening van de Grondwet. Het lid betreurt dat de Vlaamse meerderheidspartijen dit zomaar hebben aanvaard. Spreker stelt bovendien vast dat het voorliggende ontwerp van verklaring tot herziening van de Grondwet minder ver gaat dan de lijst van de huidige Constituante. Artikel 162 van de Grondwet betreffende de provincies en de gemeenten werd er bijvoorbeeld niet in opgenomen. Er wordt beweerd dat een eminent grondwetspecialist de mening is toegedaan dat er geen grondwetsherziening is vereist voor de regionalisering van de organieke wetgeving betreffende de gemeenten en de provincies.
Andere grondwetspecialisten zijn deze mening echter niet toegedaan. Tenslotte wijst het lid erop dat zelfs een loutere opsmukbeurt van de Grondwet niet mogelijk is : zo kan de benaming « Vlaamse Raad » niet vervangen worden door « Vlaams Parlement ». Artikel 115 van de Grondwet is immers niet voor herziening vatbaar. Het lid is bijgevolg de mening toegedaan dat de Vlamingen in deze hebben geabdiceerd. Dit is weer eens een element dat Vlamingen ertoe zal aanzetten te stemmen voor een politieke partij die men liever niet sterker ziet worden. Het lid betreurt deze evolutie. Het heeft volgens het lid geen zin om het communautaire debat uit de weg te gaan. Door problemen in de doofpot te steken worden ze eigenlijk nog erger.
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van het opschrift van de Grondwet.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 1 stem.
Artikel 1
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel van de Grondwet.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 1 stem, bij 1 onthouding.
Artikel 2
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel van de Grondwet.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 1 stem bij 1 onthouding.
Artikel 3
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel van de Grondwet.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 1 stem bij 1 onthouding.
Artikel 4
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel van de Grondwet.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 1 stem bij 1 onthouding.
Artikel 5
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel van de Grondwet.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 1 stem bij 1 onthouding.
De regering stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van titel II van de Grondwet, om nieuwe bepalingen in te voegen die de bescherming moeten verzekeren van de rechten en vrijheden gewaarborgd door het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
Het voorstel van de regering wordt aangenomen met 9 stemmen, bij 2 onthoudingen.
De heer Boutmans c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van titel II van de Grondwet, teneinde daarin nieuwe bepalingen in te voegen die elke onmenselijke of mensonterende behandeling bannen en het recht op de eerbiediging van de fysieke, psychische en seksuele integriteit waarborgen, met name via het recht op bescherming tegen racisme, xenofobie en seksisme, het recht alle gegevens te kennen in verband met zijn biologische oorsprong en het recht geen experiment of afname van medische aard te ondergaan.
Het voorstel van de heer Boutmans c.s. wordt verworpen met 9 stemmen tegen 1 stem.
De heer Boutmans c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van titel II van de Grondwet, teneinde daarin nieuwe bepalingen in te voegen met betrekking tot de rechten van de rechtzoekenden, zowel van de beschuldigden als van de slachtoffers, met name die welke worden gewaarborgd door het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden.
Het voorstel van de heer Boutmans c.s. wordt verworpen met 9 stemmen, bij 1 onthouding.
De regering stelt voor te verklaren dat er redenen bestaan tot herziening van titel II van de Grondwet, om een nieuw artikel in te voegen betreffende een openbare omroepdienst.
Het voorstel van de regering wordt aangenomen met 10 stemmen tegen 1 stem.
De regering en mevrouw de Bethune c.s. stellen voor te verklaren dat er redenen bestaan tot herziening van titel II van de Grondwet, om nieuwe bepalingen in te voegen die de bescherming van de rechten van het kind op morele, lichamelijke, geestelijke en seksuele integriteit moeten verzekeren.
Het voorstel van de regering wordt aangenomen met 10 stemmen, bij 1 onthouding. Bijgevolg vervalt het voorstel van mevrouw de Bethune c.s.
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen bestaan tot herziening van titel II, om een artikel in te voegen betreffende de rechten van het kind.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 9 stemmen, bij 2 onthoudingen.
De heer Boutmans c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen bestaan tot herziening van titel II van de Grondwet, teneinde daarin een nieuwe bepaling in te voegen die de bescherming van de rechten van het kind waarborgt.
Het voorstel van de heer Boutmans c.s. wordt verworpen met 10 stemmen, bij 1 onthouding.
De regering stelt voor te verklaren dat er redenen bestaan tot herziening van titel II van de Grondwet, om een nieuw artikel in te voegen betreffende het recht op gelijkheid van vrouwen en mannen.
Het voorstel van de regering wordt aangenomen met 10 stemmen tegen 1 stem.
De heer Boutmans c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen bestaan tot herziening van titel II van de Grondwet, teneinde daarin een nieuwe bepaling in te voegen die ertoe strekt op alle bestuursniveaus de evenwichtige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen te bevorderen.
Het voorstel van de heer Boutmans c.s. wordt verworpen met 10 stemmen, bij 1 onthouding.
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen bestaan tot herziening van titel II, om een artikel in te voegen betreffende de afschaffing van de doodstraf.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 9 stemmen tegen 1 stem, bij 2 onthoudingen.
De heer Boutmans c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen bestaan tot herziening van titel II van de Grondwet, teneinde daarin een nieuwe bepaling in te voegen tot afschaffing van de doodstraf.
Het voorstel van de heer Boutmans c.s. wordt verworpen met 9 stemmen tegen 1 stem, bij 2 onthoudingen.
De heer Boutmans c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen bestaan tot herziening van titel II van de Grondwet, teneinde daarin een nieuwe bepaling in te voegen die het recht op gewetensbezwaar waarborgt.
Het voorstel van de heer Boutmans c.s. wordt verworpen met 10 stemmen, bij 1 onthouding.
Artikel 8
De heren Loones c.s. en Boutmans c.s. stellen voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Een lid wenst te vernemen of de bevoegdheid van de constituante wordt beperkt door de richtlijnen die de preconstituante in de verklaring tot herziening inschrijft.
De eerste minister antwoordt dat dit niet het geval is. Wel is het zo dat de toelating om een nieuwe grondwetsbepaling in te voegen, moet gepaard gaan met een aanduiding van het onderwerp en dat de constituante hierdoor is gebonden.
Beide voorstellen worden verworpen met 9 stemmen tegen 2.
Artikel 10
Mevrouw de Bethune c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel, om nieuwe bepalingen in te voegen betreffende het recht op gelijkheid van vrouwen en mannen.
Het voorstel van mevrouw de Bethune c.s. wordt verworpen met 11 stemmen.
De regering en de heer Boutmans c.s. stellen voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van artikel 10, tweede lid, tweede zinsdeel, van de Grondwet.
Het voorstel van de regering wordt aangenomen met 9 stemmen tegen 1, bij 1 onthouding. Bijgevolg vervalt het voorstel van de heer Boutmans c.s.
Artikel 11
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 10 stemmen tegen 1 stem, bij 1 onthouding.
Artikel 16
De heer Boutmans c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel, teneinde de waarborgen te verbeteren die aan de burgers worden toegekend met betrekking tot de schadevergoeding in geval van onteigening.
Het voorstel van de heer Boutmans c.s. wordt verworpen met 9 stemmen tegen 2, bij 1 onthouding.
Artikel 21
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 10 stemmen tegen 1 stem.
Artikel 23
De regering stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel, om een lid toe te voegen betreffende het recht van de burger op een minimale dienstverlening inzake post, communicatie en mobiliteit.
Het voorstel van de regering wordt aangenomen met 9 stemmen tegen 1 stem, bij 1 onthouding.
De heer Boutmans c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel, teneinde daarin een nieuwe bepaling in te voegen met betrekking tot het recht van de burger op een universele dientsverlening, met name inzake post, bankzaken, telecommunicatie en mobiliteit.
Het voorstel van de heer Boutmans c.s. wordt verworpen met 9 stemmen tegen 1 stem, bij 1 onthouding.
Artikel 25
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 10 stemmen tegen 1 stem.
De regering en de heer Boutmans c.s. stellen voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel, om een lid toe te voegen teneinde de waarborgen van de drukpers uit te breiden tot andere informatiemiddelen.
Het voorstel van de regering wordt aangenomen met 10 stemmen, bij 1 onthouding. Bijgevolg vervalt het voorstel van de heer Boutmans c.s.
Artikel 28
De regering, de heer Loones c.s. en de heer Boutmans c.s. stellen voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de regering wordt aangenomen met 10 stemmen, bij 1 onthouding.
Bijgevolg vervallen de anderen voorstellen.
Artikel 29
De regering, de heer Loones c.s. en de heer Boutmans c.s. stellen voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de regering wordt aangenomen met 9 stemmen, bij 1 onthouding. Bijgevolg vervallen de anderen voorstellen.
Artikel 30
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 7 stemmen tegen 1 stem, bij 1 onthouding.
Article 32
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 7 stemmen tegen 1 stem, bij 1 onthouding.
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van titel III, om een artikel in te voegen betreffende een redelijke verhouding tussen mannen en vrouwen bij de deelneming aan de politieke besluitvorming.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 9 stemmen.
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van titel III om een artikel in te voegen betreffende de garantie van een toegankelijke, correcte en democratische administratie.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 9 stemmen.
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van titel III om een artikel in te voegen betreffende de toekenning aan het Parlement van een evocatierecht op uitvoeringsbesluiten.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 9 stemmen.
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van titel III om een artikel in te voegen betreffende een beperking van de duur van een ministerambt.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 9 stemmen.
De heer Boutmans c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van titel III van de Grondwet, teneinde daarin nieuwe bepalingen in te voegen met betrekking tot het referendum.
Het voorstel van de heer Boutmans c.s. wordt verworpen met 7 stemmen tegen 2.
Artikel 34
De heer Boutmans c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Boutmans c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 2.
Artikel 35
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 2.
Artikel 36
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 2.
Artikel 37
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 2.
Artikel 38
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 2.
Artikel 39
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 2.
Artikel 39bis
De heer Boutmans c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
De commissie stelt vast dat dit voorstel overbodig is.
Artikel 40
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 2.
Artikel 41
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 2.
De heer Boutmans c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van artikel 41, vijfde lid van de Grondwet.
Het voorstel van de heer Boutmans c.s. wordt verworpen met 8 stemmen, bij 1 onthouding.
Artikel 44
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 2.
Artikel 45
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 2.
Artikel 46
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 2.
Artikel 50
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 2.
Artikel 52
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 2.
Artikel 56
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 2.
Artikel 57
De heren Loones c.s. en Boutmans c.s. stellen voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
De voorstellen van de heren Loones c.s. en Boutmans c.s. worden verworpen met 8 stemmen tegen 2.
Artikel 59
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 2.
Artikel 61
De heer Boutmans c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van artikel 61, eerste lid, van de Grondwet, met betrekking tot de woorden « achttien jaar ».
Het voorstel van de heer Boutmans c.s. wordt verworpen bij eenparigheid van de 10 aanwezige leden.
Artikel 62
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 2.
Artikel 63
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 2.
Artikel 68
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 2.
Artikel 72
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 2.
Artikel 88
De heren Verreycken en Ceder stellen voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel, teneinde de absolute onschendbaarheid en onverantwoordelijkheid van de persoon van de Koning op te heffen, alsook de afgeleide onschendbaarheid van alle koninklijke familieleden en van de vertrouwelingen van de Koning.
Het voorstel van de heren Verreycken en Ceder wordt verworpen met 9 stemmen tegen 1 stem.
Artikel 96
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 2.
Artikel 99
Mevrouw de Bethune c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel, teneinde de gelijke vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in de Ministerraad en tussen staatssecretarissen te waarborgen.
Het voorstel van mevrouw de Bethune c.s. wordt verworpen met 7 stemmen, bij 3 onthoudingen.
Artikel 103
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 9 stemmen tegen 2.
Artikel 104
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 9 stemmen tegen 2.
Mevrouw de Bethune c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van artikel 104 van de Grondwet, teneinde de gelijke vertegenwoordiging van vrouwen en mannen in de Ministerraad en tussen staatssecretarissen te waarborgen.
Het voorstel van mevrouw de Bethune c.s. wordt verworpen met 8 stemmen, bij 3 onthoudingen.
Artikel 105
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 9 stemmen tegen 2.
Artikel 107
De heer Boutmans c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van het eerste en tweede lid van dit artikel.
Het voorstel van de heer Boutmans c.s. wordt verworpen met 10 stemmen, bij 1 onthouding.
Artikel 109
De heer Boutmans c.s. stelt voor te verklaren dat er geen redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Boutmans c.s. wordt verworpen met 7 stemmen tegen 3 stemmen.
Artikel 110
De regering en de heer Boutmans c.s. stellen voor te verklaren dat er geen redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de regering wordt aangenomen met 10 stemmen, bij 1 onthouding.
Bijgevolg vervalt het voorstel van de heer Boutmans c.s.
Artikel 111
De regering stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de regering wordt aangenomen met 10 stemmen bij 1 onthouding.
Artikel 113
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 7 stemmen tegen 4 stemmen.
Artikel 118
Het voorstel van de heer Chantraine te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van de tweede paragraaf van dit artikel, wordt ingetrokken.
Artikel 125
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 10 stemmen tegen 2 stemmen.
Artikel 130
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 10 stemmen tegen 2 stemmen.
Artikel 132
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 10 stemmen tegen 2 stemmen.
Artikel 135
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 10 stemmen tegen 2 stemmen.
Artikel 142
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 10 stemmen tegen 2 stemmen.
TITEL III Hoofdstuk IV
De heer Boutmans c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van titel III, hoofdstuk VI, van de Grondwet, teneinde daarin een nieuwe bepaling in te voegen met betrekking tot de verhouding tussen de interne rechtsnormen et de normen van het internationaal of supranationaal recht.
Het voorstel van de heer Boutmans c.s. wordt verworpen met 8 stemmen tegen 1 stem, bij 2 onthoudingen.
Artikel 147
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 10 stemmen tegen 2.
De regering stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van het tweede lid van dit artikel, om de woorden « behalve bij het berechten van ministers en leden van de gemeenschaps- en gewestregeringen » op te heffen.
Het voorstel van de regering wordt aangenomen met 11 stemmen tegen 1 stem.
Artikel 148
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 10 stemmen tegen 2 stemmen.
De regering stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van het tweede lid van dit artikel.
Het voorstel van de regering wordt aangenomen met 11 stemmen tegen 1 stem.
Artikel 149
De regering stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de regering wordt aangenomen met 11 stemmen bij 1 onthouding.
Artikel 150
De regering en de heer Loones c.s. stellen voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de regering wordt aangenomen bij eenparigheid van de 12 aanwezige leden.
Bijgevolg vervalt het voorstel van de heer Loones c.s.
Artikel 152
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 10 stemmen tegen 2 stemmen.
De regering stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van het tweede en derde lid van dit artikel.
Het voorstel van de regering wordt aangenomen met 11 stemmen tegen 1 stem.
Artikel 157
De regering en de heer Boutmans c.s. stellen voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de regering wordt aangenomen met 11 stemmen bij 1 onthouding.
Bijgevolg vervalt het voorstel van de heer Boutmans c.s.
Artikel 158
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 10 stemmen tegen 2 stemmen.
Artikel 160
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 10 stemmen tegen 2 stemmen.
Artikel 162
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 10 stemmen tegen 2 stemmen.
Artikel 166
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 10 stemmen tegen 2 stemmen.
Artikel 167
De heer Destexhe en de heer Loones c.s. stellen voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Beide voorstellen worden verworpen met 8 stemmen tegen 4 stemmen.
Het voorstel van mevrouw Willame en de heer Nothomb te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van artikel 167, § 2 en § 3, wordt ingetrokken.
De heer Boutmans c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van artikel 167, § 1, tweede lid, van de Grondwet.
Het voorstel van de heer Boutmans c.s. wordt eenparig verworpen door de 12 aanwezige leden.
Artikel 170
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 10 stemmen tegen 2 stemmen.
Artikel 175
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 10 stemmen tegen 2.
Artikel 180
De heer Loones c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 10 stemmen tegen 2.
Artikel 181
De heer Boutmans c.s. stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de heer Loones c.s. wordt verworpen met 11 stemmen bij 1 onthouding.
Artikel 184
De regering en de heer Loones c.s. stellen voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Het voorstel van de regering wordt aangenomen met 11 stemmen bij 1 onthouding.
Bijgevolg vervalt het voorstel van de heer Loones c.s.
Artikel 195
De heer Boutmans c.s. en de heer Loones c.s. stellen voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van dit artikel.
Beide voorstellen worden verworpen met 10 stemmen tegen 2.
De regering stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van titel IX, om bepaling II op te heffen.
Het voorstel van de regering wordt aangenomen met 11 stemmen bij 1 onthouding.
De regering stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van titel IX, om bepaling IV op te heffen.
Het voorstel van de regering wordt aangenomen met 11 stemmen bij 1 onthouding.
De regering stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van titel IX, om bepaling V op te heffen.
Het voorstel van de regering wordt aangenomen met 11 stemmen bij 1 onthouding.
De regering stelt voor te verklaren dat er redenen zijn tot herziening van titel IX, om bepaling VI, § 1, 2, 4 en 5 op te heffen.
Het voorstel van de regering wordt aangenomen met 11 stemmen bij 1 onthouding.
Vertrouwen wordt geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.
De rapporteur,
Charles-Ferdinand NOTHOMB. |
De voorzitter,
Frank SWAELEN. |
(1) Stuk Senaat, nr. 1-1333/1, 1998-1999.
(2) Zie stuk Senaat, nr. 1-1293/1, 1998-1999.
(3) Ibidem.
(4) Ibidem.