1-898/2 | 1-898/2 |
26 MEI 1998
Het verdrag regelt een exclusief federale materie.
De Wereldpostvereniging (Union postale internationale) met zetel in Bern, bestaat sedert de 19e eeuw en maakt sedert 1945 deel uit van de familie van de Organisatie van de Verenigde Naties.
Om de 4 à 5 jaar komt het Congres van de Wereldpostvereniging bijeen, waaraan alle lidstaten deelnemen. De tot nu toe laatste bijeenkomst van het Congres, het eenentwintigste, vond plaats in Seoul in augustus-september 1994.
Tijdens deze bijeenkomst werden niet alleen een aantal (praktische) overeenkomsten aangenomen om het postverkeer in zijn diverse vormen te reglementeren en te uniformiseren maar tevens werden de structuren van de organisatie veranderd.
De volgende documenten werden er aanvaard :
a) Het Vijfde Protocol ter aanvulling van de Constitutie van de Wereldpostvereniging.
b) Het Algemeen Reglement van de Wereldpostvereniging.
In deze documenten worden de structuren aangepast. Er komt, naast het Congres :
Een Administratieve Raad (vroeger executieve raad) : 41 leden. De lidstaten worden vertegenwoordigd door hun regelgevende instanties.
Een Raad voor postexploitatie (vroeger raadgevende raad) : 40 leden (24 ontwikkelingslanden, 16 ontwikkelde landen). De lidstaten worden vertegenwoordigd door de postoperatoren.
Het Internationaal Bureau : het administratief orgaan. De werktalen zijn sinds Seoul niet meer alleen Frans maar ook Engels.
c) De Wereldpostconventie en het slotprotocol.
Beide verdragsteksten houden een belangrijke innovatie in : de definiëring van een nieuwe categorie post, de massapost. Het betreft brievenpostzendingen in grote getallen.
Het probleem van de remailing . Het gaat hier om de afgifte van brievenpostzendingen in het buitenland.
Daarnaast werden ook een aantal begrippen inzake elektronische post gedefinieerd.
d) Vier overeenkomsten (inzake postcolli, postwissels, rembourszendingen en de dienst der postcheques) regelen andere diensten dan die van de brievenpost. Zij zijn alleen bindend voor de landen die ze ondertekend hebben.
België heeft deze zeven documenten medeondertekend.
Het volgend Congres van de Wereldpostvereniging zal in 1999 in Bejing plaatshebben.
Een lid vraagt of het bedrag van de postwissel in euro vermeld kan worden. Zo ja, vanaf welke datum en wat zal dan de omzettingskoers zijn van de Europese munten onderling die aan de euro deelnemen (artikel 3, punt 2, van de Overeenkomst betreffende de postwissels).
De minister van Buitenlandse Zaken antwoordt dat er momenteel bepalingen in studie zijn om dat probleem op te lossen. De maatregelen komen er te gepasten tijde om in de lijn te liggen van het algemeen beleid inzake de euro.
Het probleem is evenwel moeilijker voor alle landen die niet aan de euro deelnemen. Er komen bilaterale akkoorden wanneer dat nodig blijkt. Dit soort problemen komt op de agenda van het internationaal congres van 1999.
De Wereldpostvereniging functioneert op het mondiale niveau doch telt eveneens een aantal kleine verenigingen die tegemoet komen aan het streven van een aantal postbesturen op het continentale niveau, onder meer het Europese niveau, waar specifiek Europese problemen aan bod komen.
Er bestaan uiteenlopende soorten kleine verenigingen. Op basis van het onderscheid tussen een regulerend orgaan en een orgaan belast met de belangen van de postoperatoren, bestaan er in Europa twee kleine verenigingen. Enerzijds is er als regulerend orgaan de CPAT, de « Conférence européenne des Postes et Administrations Telecom » en anderzijds het postorgaan CERP « Comité européen de réglementation postale ».
De vijftien lidstaten van de Unie en de LMOE maken deel uit van de CERP. Ons land wordt vertegenwoordigd door het BIPT, het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie.
Wat de postoperatoren betreft, de openbare postdiensten dus, heet de beperkte vereniging Posteuropa.
Zowel op het nationale als op het multinationale vlak, dat wil zeggen het Europese vlak, bestaan er coördinatiewerkzaamheden tussen de regulatoren en de operatoren.
Een lid wenst te weten hoe de uitwisseling gebeurt voor die landen die het verdrag niet ondertekend hebben.
De minister wijst erop dat de Wereldpostvereniging een gespecialiseerde organisatie is die nauw aanleunt bij de Verenigde Naties. Zij houdt zich bezig met technische problemen, met de organisatie van het postwezen en voert normatief werk uit.
Elk Staat wordt uitgenodigd deel te nemen aan elk congres dat in zekere zin beschouwd kan worden als een algemene vergadering die een strategie uitbouwt en zeer precieze regels vaststelt voor de inrichting van het postverkeer.
De akkoorden die uit de congressen voortvloeien en bij meerderheid van de participerende Staten tot stand zijn gekomen, worden achteraf door de deelnemende landen ondertekend, en meestal ook geratificeerd. Aangezien dit soort verdragen technische reglementeringen voor internationale communicatie bevatten, hebben de Staten belang bij de ondertekening ervan.
De artikelen alsook het wetsontwerp in zijn geheel worden eenparig aangenomen door de 8 aanwezige leden.
Vertrouwen wordt geschonken aan de rapporteur voor het opstellen van dit verslag.
| De rapporteur,
Charles-Ferdinand NOTHOMB. |
De voorzitter,
Valère VAUTMANS. |