8‑14

Belgische Senaat

Gewone Zitting 2025‑2026

Plenaire vergaderingen

Vrijdag 19 december 2025

Ochtendvergadering

8‑14

Sénat de Belgique

Session ordinaire 2025‑2026

Séances plénières

Vendredi 19 décembre 2025

Séance du matin

 

Voorlopig verslag

 

Nog niet goedgekeurd door de sprekers.
Niet citeren zonder de bron te vermelden.

Compte rendu provisoire

 

Non encore approuvé par les orateurs.
Ne pas citer sans mentionner la source.

 

Inhoudsopgave

Sommaire

Goedkeuring van de agenda. 3

Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de Kamer van volksvertegenwoordigers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen om de forfaitaire bedragen te bevriezen en de indexering van de financiering van de politieke partijen op te heffen voor de begrotingsjaren 2025‑2029 (Doc. 8‑167) 3

Algemene bespreking. 3

Artikelsgewijze bespreking. 8

Uitgaven van het boekjaar 2024 en begrotingsvoorstellen voor het boekjaar 2026 (Doc. 8‑162) 9

Bespreking. 9

Benoeming van de Griffier 19

Stemmingen. 20

Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de Kamer van volksvertegenwoordigers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen om de forfaitaire bedragen te bevriezen en de indexering van de financiering van de politieke partijen op te heffen voor de begrotingsjaren 2025‑2029 (Doc. 8‑167/1) 20

Uitgaven van het boekjaar 2024 en begrotingsvoorstellen voor het boekjaar 2026 (Doc. 8‑162) 21

Regeling van de werkzaamheden. 23

Berichten van verhindering. 23

Bijlage. 24

Naamstemmingen. 24

 

Approbation de l’ordre du jour 3

Projet de loi modifiant la loi du 4 juillet 1989 relative à la limitation et au contrôle des dépenses électorales engagées pour l’élection de la Chambre des représentants, ainsi qu’au financement et à la comptabilité ouverte des partis politiques, afin de geler les montants forfaitaires et de supprimer l’indexation du financement des partis politiques pour les années budgétaires 2025 à 2029 (Doc. 8‑167) 3

Discussion générale. 3

Discussion des articles. 8

Dépenses pour l’exercice 2024 et propositions budgétaires pour l’exercice 2026 (Doc. 8‑162) 9

Discussion. 9

Nomination du Greffier 19

Votes. 20

Projet de loi modifiant la loi du 4 juillet 1989 relative à la limitation et au contrôle des dépenses électorales engagées pour l’élection de la Chambre des représentants, ainsi qu’au financement et à la comptabilité ouverte des partis politiques, afin de geler les montants forfaitaires et de supprimer l’indexation du financement des partis politiques pour les années budgétaires 2025 à 2029 (Doc. 8‑167/1) 20

Dépenses pour l’exercice 2024 et propositions budgétaires pour l’exercice 2026 (Doc. 8‑162) 21

Ordre des travaux. 23

Excusés. 23

Annexe. 24

Votes nominatifs. 24

 

Voorzitter: de heer Vincent Blondel

(De vergadering wordt geopend om 10.05 uur.)

Présidence de M. Vincent Blondel

(La séance est ouverte à 10 h 05.)

 

Goedkeuring van de agenda

Approbation de l’ordre du jour

 

De voorzitter. – De agenda zoals vastgesteld door het Bureau werd elektronisch meegedeeld.

Zijn er opmerkingen?

Aangezien er geen opmerkingen zijn, is de agenda goedgekeurd.

M. le président. – L’ordre du jour établi par le Bureau a été communiqué par voie électronique aux sénateurs.

Y a‑t‑il des observations ?

Puisqu’il n’y a pas d’observations, l’ordre du jour est approuvé.

 

Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de Kamer van volksvertegenwoordigers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen om de forfaitaire bedragen te bevriezen en de indexering van de financiering van de politieke partijen op te heffen voor de begrotingsjaren 2025‑2029 (Doc. 8‑167)

Projet de loi modifiant la loi du 4 juillet 1989 relative à la limitation et au contrôle des dépenses électorales engagées pour l’élection de la Chambre des représentants, ainsi qu’au financement et à la comptabilité ouverte des partis politiques, afin de geler les montants forfaitaires et de supprimer l’indexation du financement des partis politiques pour les années budgétaires 2025 à 2029 (Doc. 8‑167)

 

Algemene bespreking

Discussion générale

 

De voorzitter. – Met plezier verwelkomen we in onze assemblee de heer Bihet, minister van Energie, als vertegenwoordiger van de regering.

M. le président. – Nous avons le plaisir d’accueillir dans notre assemblée M. Bihet, ministre de l’Énergie, représentant du gouvernement.

 

De heer Marc Hendrickx (N‑VA), rapporteur. – Ik verwijs naar mijn schriftelijk verslag.

M. Marc Hendrickx (N‑VA), rapporteur. – Je me réfère à mon rapport écrit.

De heer Karl Vanlouwe (N‑VA). – Wij dragen een verantwoordelijkheid ten aanzien van de burgers, en we kijken daarvoor ook naar onszelf. Er moet namelijk een sobere bestuurscultuur bestaan. Burgers verwachten terecht dat er wordt bestuurd op een bescheiden maar tegelijkertijd verantwoordelijke manier. Daarom houden we de partijdotaties met dit wetsvoorstel op het huidige niveau. U mag weten dat mijn fractie wel degelijk verder wilde gaan, maar dit is het compromis dat is bereikt tussen de verschillende partijen.

Tussen 2025 en 2029 wordt er geen indexering toegepast. Pas vanaf 2030 kunnen de bedragen opnieuw worden aangepast aan de index, maar zonder terugwerkende kracht. Partijfinanciering blijft dus voor de komende legislatuur op het niveau van de laatste indexaanpassing die vóór het aantreden van deze regering, in juni 2024, werd doorgevoerd. De toen van kracht zijnde besparing van 5,32 % wordt in het begrotingsjaar 2025 mee in acht genomen. Daarmee wil de politiek aantonen dat ook zijzelf inspanningen levert in de moeilijke budgettaire context.

Collega’s, we weten allemaal dat de budgettaire realiteit voor het land vandaag bijzonder moeilijk is. Burgers, gezinnen, ondernemingen, iedereen voelt de druk. Terecht verwachten zij dat wie bestuurt dat doet op een verantwoordelijk manier. Terecht verwacht iedereen een sobere bestuurscultuur. Terecht verwachten zij dat wij ook kijken naar de eigen partijdotaties. Mijn partij en mijn fractie wilden verder. Jarenlang werd dit voorstel geblokkeerd, maar met deze regering, in deze legislatuur, maken wij er met de vijf partijen heel nadrukkelijk werk van.

Een halvering van de partijfinanciering, zoals de andere partijen suggereren, klinkt eenvoudig, klinkt populair, maar is niet realistisch. Bovendien vergeet men graag welke maatregelen er ondertussen wel al zijn genomen om de werking soberder te maken. Denk aan het verlagen van de uittredingsvergoedingen, het hervormen van de parlementaire pensioenen, het stopzetten van bepaalde voordelen voor gewezen parlementsleden, het vormen van een federale regering zonder staatssecretarissen en onder meer ook 30 % minder aan kabinetskosten, en uiteindelijk ook het beperken van vergoedingen aan parlementsleden bij langdurige ziekte. Dat is een heel pakket van maatregelen die deze Arizonaregering heeft genomen en waarvan dit een onderdeel is.

Over partijdotaties gesproken: eens de Senaat is afgeschaft, verdwijnen ook de partijdotaties voor de Senaat, wat neerkomt op een besparing van 11 miljoen euro en dat is de zwaarste besparing op het politieke apparaat sinds lang.

De burgers verwachten verantwoordelijkheid. Het is hoog tijd om te tonen dat we die hebben. En ik vraag dan ook een breed gedragen steun voor dit wetsontwerp.

M. Karl Vanlouwe (N‑VA).

De heer Yves Buysse (Vlaams Belang). – Onze fractie is vanzelfsprekend wel tevreden dat er opnieuw een stap wordt gezet in de beperking van de partijfinanciering. Jammer genoeg is die stap – wat ons betreft alvast – opnieuw een kleine stap, een té kleine stap.

Sinds het akkoord over de federale begroting weten we dat een belangrijk deel van de nodige centen gevonden werd in de vermindering van de koopkracht van de mensen, en al zeker van de hardwerkende Vlamingen. Toen we de partijvoorzitster van de grootste partij van Vlaanderen in de aanloop naar het akkoord hoorden, dan zouden die begrotingsinspanningen de mensen pijn doen. Dié belofte is alvast gehouden, maar blijkbaar mag er geen of toch zo weinig mogelijk pijn worden gedaan aan het politieke systeem zelf. Men raakt, wat de partijfinanciering betreft, op vandaag immers niet verder dan een niet-indexering tot het eind van deze legislatuur. Het politieke systeem zou in een dergelijke situatie een voorbeeldfunctie moeten vervullen en ook zichzelf pijn moeten doen via een substantiële vermindering van de partijfinanciering. Het klopt dat er in het federale begrotingsakkoord afgesproken is om de partijfinanciering met ongeveer een achtste te verminderen, maar dat zou pas ingaan vanaf 2029. Ondertussen weten we dat we best een slag om de arm houden om te zien of dit effectief ook in de praktijk zal omgezet worden. We moeten het wat de partijfinanciering betreft vandaag en de komende drie jaren dus enkel doen met wat hier ter stemming ligt: het bevriezen van de indexering van de partijfinanciering. Door sommigen wordt deze maatregel een besparing genoemd, maar een niet-indexering is geen pak minder. Dat wil gewoon zeggen dat er niets extra bij komt. Dat wil gewoon zeggen: ‘niet nog meer’.

Om wel tot een fundamentele besparing te komen, zullen we straks een amendement indienen dat, in geval het wordt goedgekeurd, wél tot een drastische vermindering van de partijdotaties zou leiden. Concreet stellen wij voor om de huidige partijdotaties te halveren en de bijkomende dotaties voor partijen die ten minste één senator hebben, af te schaffen. Dat laatste niet binnen drie jaar, maar wel met quasi onmiddellijke ingang. Wij rekenen op de steun van zoveel mogelijk collega’s, of toch minstens op de vertegenwoordigers van de partijen die in het verleden – weliswaar vanop de oppositiebanken – gelijkaardige standpunten hebben ingenomen, en die vandaag tot twee keer toe uitdrukkelijk hebben gezegd dat zij heel graag verder zouden willen gaan in de besparing op de partijfinanciering. Ik kijk dan ook uit naar het stemgedrag straks.

M. Yves Buysse (Vlaams Belang).

Mevrouw Anne-Catherine Goffinet (Les Engagés).

Mme Anne-Catherine Goffinet (Les Engagés). – Le contexte budgétaire étant vraiment difficile, des efforts importants sont demandés à la population, ce qui entraîne des frustrations.

Le monde politique doit montrer l’exemple et partager la charge de ces efforts avec la population.

De bonnes initiatives ont déjà été prises en ce sens, comme celles citées par mon collègue Karl Vanlouwe.

La décision que nous allons prendre aujourd’hui montre cette volonté du monde politique de fournir des efforts, même si nous ne les trouvons pas suffisants.

Ces premières mesures vis-à-vis des dotations aux partis vont sans doute ouvrir la voie vers d’autres mesures pour restaurer la confiance vacillante de nos concitoyens dans la politique.

Il faudra donc tenir bon dans nos engagements pour plus de sobriété pour nous montrer dignes de la confiance qu’on nous a témoignée.

Mevrouw Alice Bernard (PVDA‑PTB).

Mme Alice Bernard (PVDA‑PTB). – Le groupe PVDA‑PTB approuvera le projet de loi, car cela fait des années que nous disons que les dotations aux partis politiques doivent être réduites et que les politiques doivent revoir leurs propres privilèges.

Ce qui est proposé aujourd’hui va dans le bon sens, mais cela n’enlève rien au fait que le financement des partis politiques en Belgique est très élevé.

En 2024, 83,7 millions d’euros ont été versés aux partis politiques, ce qui fait de notre pays l’un des plus généreux de toute l’Union européenne. Les partis politiques belges reçoivent en effet le double de ce que perçoivent les partis au Danemark, en Allemagne et en Suède, et même quatre fois plus que ce qui est versé aux partis politiques des Pays-Bas.

Au cours de la législature précédente, le groupe PDVA‑PTB avait déjà déposé plusieurs propositions visant à mettre fin à cette situation. Ces propositions ont donné lieu à des auditions et à des débats, mais, malheureusement, rien n’a changé.

Nous ne sommes pas les seuls à le dire : des experts tels que les professeurs Maddens et Sinardet, ou encore le journaliste Pironet, du magazine Knack, dénoncent également cette situation.

Nous sommes à une époque où le gouvernement demande à la population de faire des efforts importants dans le cadre du budget, par exemple en ce qui concerne la taxe sur la valeur ajoutée ou les accises, qui ont des conséquences considérables sur le budget des citoyens. En revanche, pour ce qui est du financement des partis politiques, rien ne change, ou presque.

Donc, soyons clairs, vous ne sentirez pas les augmentations de TVA ou d’accises, vous continuerez à vivre avec des salaires de 6000 ou 7000 euros et à percevoir des indemnités forfaitaires exonérées d’impôt. Après votre mandat, vous continuerez à bénéficier d’indemnités de départ considérables et, plus tard, votre pension sera bien plus confortable que celle des travailleurs.

Au PTB, nous voyons les choses autrement. Nous voulons des élus qui gardent les deux pieds dans la réalité, ce qui signifie vivre sans privilèges, avec un salaire moyen de travailleur.

Nous sommes un parti qui connaît ses membres et ses sympathisants, et qui s’appuie aussi sur eux pour son financement : la moitié de nos moyens vient de nos membres et nous en sommes fiers.

Les autres partis, ici, sont presque totalement dépendants de subventions publiques. Pour vous, autres partis, seules les élections comptent. Vous devez récolter le plus de voix possible, coûte que coûte, pour que votre portefeuille reste bien garni pour les cinq prochaines années. Et entre deux élections, il est difficile d’encore beaucoup se soucier des gens.

Ce système et ce manque de démocratie ne se résolvent pas avec une mesure symbolique comme celle que nous allons voter aujourd’hui. Pour que le système soit plus démocratique et se reconnecte aux citoyens qui veulent s’impliquer, il faut diminuer de moitié les dotations aux partis politiques. À cet effet, nous redéposons un amendement qui vise à réduire de moitié les dotations aux partis politiques. Nous espérons que vous le soutiendrez.

De heer Kris Verduyckt (Vooruit). – In dit debat gaat het in essentie om een eenvoudige maatregel. Wat voorligt, is het bevriezen van de partijfinanciering en het schrappen van de automatische indexering voor een aantal jaren. Dat is geen symbolische stunt, maar een correcte ingreep. In tijden waarin van iedereen wordt verwacht dat hij op de uitgaven let, is het logisch dat ook politieke partijen daarin hun verantwoordelijkheid nemen. Het gaat niet om meer dan dat.

Is dit voldoende? Nee, het mag wat deze fractie betreft gerust verder gaan. Maar het is wel een duidelijke stap vooruit. Politiek betekent stappen zetten, in plaats van stoere verklaringen af te leggen zonder enig gevolg, zoals we dat vaak zien bij populistische partijen. Voor hen mag de volledige partijfinanciering op de schop. Er moet drastisch worden bespaard. Dat levert veel bijval op sociale media op en zorgt voor de nodige likes, maar terwijl ze hier fulmineren tegen de partijfinanciering, participeren ze er tegelijk zelf in zodra dat goed uitkomt. Dat geldt ook voor Vlaams Belang, dat deze instelling overbodig noemt en het systeem zegt te verwerpen, maar er probleemloos instapt wanneer het de partij uitkomt.

Wat de partijfinanciering betreft: die is vandaag inderdaad te genereus. Tegelijk moeten we eerlijk zijn over het alternatief. In landen waar partijfinanciering nauwelijks publiek geregeld is, zoals de Verenigde Staten, zien we dat partijen afhankelijk worden van grote bedrijven, lobbygroepen en rijke sponsors. Het politieke debat verwordt daar tot een strijd tussen budgetten in plaats van een uitwisseling van ideeën. Dat is geen vooruitgang, maar achteruitgang. Het behoud van publieke partijfinanciering is daarom een goede zaak. Het voorkomt dat economische belangen de politiek gaan dicteren. Tegelijk verplicht het ons om soberder om te gaan met middelen en om budgetten niet automatisch te laten groeien.

Deze maatregel past bovendien in een bredere context van besparingen en efficiëntiemaatregelen die in verschillende parlementen worden genomen. Ook in het Vlaams Parlement werd een geheel van maatregelen goedgekeurd om soberder te werken. Dat is een goede evolutie. Deze maatregel sluit daarbij aan.

Daarom zal Vooruit dit ontwerp steunen. Niet omdat het perfect is, maar omdat het een stap in de goede richting is.

M. Kris Verduyckt (Vooruit).

Mevrouw Stephanie D’Hose (Open Vld). – Er worden serieuze inspanningen gevraagd van onze burgers, en in zo’n tijden zou het onverantwoord zijn dat de politiek niet naar zichzelf durft te kijken. Daarnaast weten we ook dat de afschaffing van de Senaat een noodzakelijke stap is naar een efficiënter, slanker en budgettair verantwoord overheidsapparaat. De logische consequentie daarvan is dat ook de partijfinanciering wordt aangepakt.

Ik begrijp van de collega’s dat dit voor sommigen niet ver genoeg gaat. Ik vind dit een goede, noodzakelijke stap en wij zullen dit daarom ook steunen.

Mme Stephanie D’Hose (Open Vld).

Mevrouw Anne Lambelin (PS).

Mme Anne Lambelin (PS). – Nous soutenons le texte, mais pas les différents amendements qui ont été déposés.

Aujourd’hui, la norme évolue, et il est normal que le monde politique s’adapte. Il y a aussi un contexte de crise de pouvoir d’achat important chez les gens ainsi qu’un contexte de crise de confiance politique. Les politiques doivent être attentifs à ce qui se passe dans la société. C’est pourquoi il est essentiel que nous puissions nous remettre en question et soutenir ce type de mesure, sans pour autant nous poser en donneurs de leçons et flouer l’opinion publique en faisant croire que nous faisons des efforts alors qu’il n’en est rien.

Je ne vise personne en l’espèce, mais je pense qu’il faut rester honnête dans ce débat et faire les choses avec sérieux en tenant compte de la norme qui évolue.

De heer Hajib El Hajjaji (Ecolo-Groen).

M. Hajib El Hajjaji (Ecolo-Groen). – Ecolo-Groen votera en faveur du projet, qui n’est pas parfait, mais qui va dans le bon sens.

Cette mesure aurait pu être prise plus tôt et elle envoie effectivement un message à notre population, celui qu’il faut pouvoir faire des efforts pour relever le défi à la fois budgétaire et financier auquel notre société est confrontée.

Un gel des dotations aux formations politiques ne les empêchera pas de fonctionner, mais dans d’autres niveaux de pouvoir, par exemple en Fédération Wallonie-Bruxelles, on gèle des subventions pour des crèches, ce qui a un impact bien plus grand pour les acteurs de terrain.

Ecolo-Groen reste favorable à un financement des formations politiques, car c’est ce qui peut garantir une forme d’indépendance et d’impartialité dans les décisions qui sont prises.

La modération des dotations reste nécessaire et doit continuer à progresser.

Nous ne voterons cependant pas en faveur des amendements déposés.

De heer Mathieu Bihet (minister van Energie).

M. Mathieu Bihet (ministre de l’Énergie). – Il n’y a pas eu de question supplémentaire par rapport à celles qui ont été posées.

Je pense que le débat relatif aux différentes questions en commission avait déjà été épuisé, tant à la Chambre des représentants qu’au Sénat

  De algemene bespreking is gesloten.

  La discussion générale est close.

 

Artikelsgewijze bespreking

Discussion des articles

 

(De door de commissie aangenomen tekst is dezelfde als de tekst van het door de Kamer van volksvertegenwoordigers overgezonden ontwerp, zie doc. Senaat, nr. 8‑167/1.)

(Le texte adopté par la commission est identique au texte du projet transmis par la Chambre des représentants, voir le doc. Sénat, no 8‑167/1.)

 

  Artikel 1 wordt zonder opmerking aangenomen.

  L’article 1er est adopté sans observation.

 

De voorzitter. – De heer Slootmans c.s. heeft amendement nr. 3 ingediend om een artikel 1/1 (nieuw) in te voegen, luidende:

M. le président. – M. Slootmans et consorts ont déposé l’amendement no 3 qui vise à insérer dans le projet de loi un article 1er/1 (nouveau) rédigé comme suit :

 

“Art. 1/1. In artikel 16, eerste lid, van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de Kamer van volksvertegenwoordigers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen worden de volgende wijzigingen aangebracht:

a) in de bepaling onder 1º wordt het getal “125 000” vervangen door het getal “62 500” en wordt de zin “Dit bedrag wordt verhoogd met 50 000 euro indien in de Senaat minstens een lid tot dezelfde politieke partij behoort.” opgeheven;

b) in de bepaling onder 2º wordt het getal “2,5” vervangen door het getal “1,25” en wordt de zin “Dit bedrag wordt verhoogd met 1,00 euro per geldig uitgebrachte stem voor de verkiezing voor de Kamer van volksvertegenwoordigers indien in de Senaat minstens een lid tot dezelfde politieke partij behoort.” opgeheven.”

« Art. 1er/1. Dans l’article 16, alinéa 1er, de la loi du 4 juillet 1989 relative à la limitation et au contrôle des dépenses électorales engagées pour l’élection de la Chambre des représentants, ainsi qu’au financement et à la comptabilité ouverte des partis politiques, les modifications suivantes sont apportées :

a) au 1º, le nombre « 125 000 » est remplacé par le nombre « 62 500 » et la phrase « Ce montant est majoré de 50 000 euros si au sein du Sénat au moins un membre appartient au même parti politique. » est abrogée ;

b) au 2º, le nombre « 2,5 » est remplacé par le nombre « 1,25 » et la phrase « Ce montant est majoré de 1,00 euro par vote valable exprimé pour l’élection de la Chambre des représentants si au sein du Sénat, au moins un membre appartient au même parti politique. » est abrogée. »

 

  De stemming over het amendement heeft later plaats.

  Il sera procedé ultérieurement au vote sur l’amendement.

 

De voorzitter. – Op artikel 2 werd amendement nr. 4 ingediend door de dames Bernard en Ami dat beoogt in artikel 2 van het wetsontwerp, het ontworpen artikel 18 aan te vullen met een derde lid, luidend:

M. le président. – Un amendement no 4 à l’article 2 a été déposé par Mmes Bernard et Ami, qui vise, dans l’article 2 du projet de loi, à compléter l’article 18 en projet par un alinéa 3 rédigé comme suit :

 

“Vanaf het begrotingsjaar 2026 worden de met toepassing van het eerste lid aangepaste bedragen met 50 % verminderd.”

« À partir de l’année budgétaire 2026, les montants adaptés en application de l’alinéa 1er sont réduits de 50 %. »

 

  De stemming over het amendement en over het artikel heeft later plaats.

  Il sera procedé ultérieurement au vote sur l’amendement et sur l’article.

 

  Artikel 3 wordt zonder opmerking aangenomen.

  L’article 3 est adopté sans observation.

 

  De stemming over het wetsontwerp in zijn geheel heeft later plaats.

  Il sera procédé ultérieurement au vote sur l’ensemble du projet de loi.

 

Uitgaven van het boekjaar 2024 en begrotingsvoorstellen voor het boekjaar 2026 (Doc. 8‑162)

Dépenses pour l’exercice 2024 et propositions budgétaires pour l’exercice 2026 (Doc. 8‑162)

 

Bespreking

Discussion

 

De voorzitter. – In dit verband wens ik mee te delen dat het Bureau van de Senaat op maandag 15 december heeft beslist dat de vergoedingen van de senatoren in 2026, 2027, 2028 en 2029 niet geïndexeerd zullen worden.

Een vergelijkbare beslissing werd genomen door de Kamer van volksvertegenwoordigers.

M. le président. –

 

 

Le Bureau du Sénat a estimé qu’il était approprié de faire le même choix que la Chambre.

 

Mevrouw Anne-Catherine Goffinet (Les Engagés), rapporteur.

Mme Anne-Catherine Goffinet (Les Engagés), rapporteuse. – Depuis la réforme de l’institution en 2014, les dépenses du Sénat ont fortement évolué puisqu’en dix ans, les effectifs du personnel ont pratiquement diminué de moitié. Les services ont procédé à une évaluation systématique des dépenses de fonctionnement afin de réaliser des économies dans plusieurs domaines.

Néanmoins, à la suite des élections fédérales de juin 2024, le Sénat doit payer certains coûts supplémentaires. Il s’agit plus particulièrement des indemnités de départ pour les sénateurs sortants et de préavis pour le personnel politique. Ces coûts s’étalent sur plusieurs années et sont dégressifs.

En ce qui concerne les chiffres de l’exercice 2024, la Cour des comptes a contrôlé pour la deuxième fois le fonctionnement et les comptes de l’institution. Son rapport définitif a été transmis le 26 novembre 2025 et stipule que ses contrôles n’ont pas révélé d’erreurs ou de manquements significatifs dans les comptes et qu’aucune dépense n’a été faite pour des marchandises ou services non rendus. La Cour des comptes a également formulé une série de recommandations qui seront mises en œuvre dans les années à venir.

L’exercice 2024 s’est clôturé par un solde positif de 2.041.282 euros, alors qu’une perte de 952.786 euros était prévue. Le bénéfice a surtout été réalisé à cause de la surestimation des indemnités de départ et de préavis parce que, lors de la rédaction du budget 2024 (en octobre 2023), les services s’étaient basés sur les indemnités payées lors des élections fédérales de 2019.

L’ensemble des dépenses de personnel au sens large, qui constituent près de 88 % des dépenses, a été inférieur d’un peu plus de trois millions d’euros par rapport au montant qui était inscrit dans le budget 2024.

Les frais de fonctionnement sont quant à eux inférieurs de 273.000 euros par rapport aux prévisions budgétaires.

Ce résultat a été obtenu grâce à une politique d’achat plus stricte, à une baisse des coûts énergétiques, mais aussi à un nouveau contrat pour le nettoyage des bâtiments.

Enfin, les moyens financiers alloués aux groupes politiques et aux diverses assemblées interparlementaires ont été conformes à ce qui était prévu au budget. Les dépenses sont donc stables.

Le bureau avait par ailleurs décidé de recourir aux réserves du Sénat pour couvrir des dépenses d’investissement et une dernière subvention à la Caisse de retraite, ainsi que les coûts liés à la présidence belge de l’Union européenne, qui avaient été estimés à 500.000 euros pour le Sénat, à répartir sur les exercices 2023 et 2024. Ce montant total a été dépassé de 15.000 euros.

Sur avis de la Cour des comptes, une provision de 1.900.000 euros a été constituée pour le pécule de vacances à payer pour l’exercice suivant. En effet, pour chaque jour de travail presté par l’ensemble du personnel, le droit aux vacances est acquis pour l’année suivante. Cette provision est transférable annuellement.

Il a également été conseillé de constituer une provision pour les indemnités de départ et de préavis pour les exercices 2026, 2027 et 2028, pour un total de 480.000 euros. La constitution de ces provisions permet de ne plus demander de budget pour ces frais.

Les chiffres 2024 ont été arrêtés par le bureau le 30 juin 2025.

Pour ce qui est de la prévision budgétaire de 2026, le total des dépenses de 2026 est dans la droite ligne de l’exercice 2025. Si l’on fait abstraction des coûts liés aux élections et aux indexations, on peut même dire que les dépenses du Sénat sont quelque peu inférieures à celles des exercices précédents.

Les traitements, c’est-à-dire ceux des sénateurs cooptés, du personnel politique et des agents statutaires, représentent plus de 87 % des dépenses du Sénat. Cela explique les grandes fluctuations au niveau du budget en fonction notamment des indexations, puisque chaque indexation entraîne un coût supplémentaire de 62.000 euros par mois. Les dépenses du personnel du Sénat continuent toutefois à diminuer légèrement. Il est clair que les dispositions prises au niveau de la Chambre des représentants en matière d’indexation auront un effet sur notre budget.

 

Les dépenses de fonctionnement sont passées au crible chaque année et n’augmentent que de 2,25 %, ce qui correspond en fait à la clause d’indexation d’un contrat d’entretien.

Il est à noter que les efforts en matière de gestion des dépenses de fonctionnement doivent être poursuivis. Les subsides aux groupes politiques ont diminué de 10 % en 2025. Lors de l’examen des prévisions budgétaires au sein du Comité de gestion et du Bureau, plusieurs groupes politiques ont déploré l’insuffisance de cette réduction, mais il faut toutefois rappeler que ces subsides n’ont plus été indexés depuis 2020, ce qui constitue une diminution de 20 %, à laquelle s’ajoute la réduction de 10 % proposée aujourd’hui.

Les dépenses d’investissement seront à charge des réserves du Sénat. Elles couvriront différents travaux, qui concernent notamment la détection incendie et du matériel informatique.

Une première phase pour les travaux de rénovation de l’hémicycle est également prévue.

Dès lors, le Sénat demandera 41.750.000 euros de dotation, ce qui constitue une diminution par rapport à l’exercice 2025.

Le processus de fusion de l’ensemble des services des deux assemblées et la gestion en commun du patrimoine du Parlement fédéral sont en fait le grand défi de l’année 2026.

Enfin, il y a lieu de rappeler qu’à côté de la dotation du Sénat proprement dite, une ligne budgétaire a été créée dans la division du budget des dépenses de l’État consacrée aux dotations pour financer les travaux à la Maison des Parlementaires. Ces travaux sont supportés à part égale par la Chambre des représentants et par le Sénat. Le montant demandé pour 2026 s’élève à 1.050.000 euros.

Les prévisions budgétaires pour 2026 et les dotations ont été arrêtées le 17 novembre 2025. Il y a également lieu de signaler que les services du Sénat exécutent certaines tâches à charge de la Chancellerie en vertu d’un protocole avec le gouvernement, mais ces frais sont intégralement récupérés auprès du SPF BOSA. C’est pourquoi les chiffres sont dès à présent scindés, afin de proposer une meilleure grille de lecture pour les finances proprement dites « Sénat ».

Je tiens aussi à signaler que le Bureau du Sénat a décidé, le 15 novembre, d’appliquer les mêmes mesures que celles prises à la Chambre des représentants concernant la non-indexation de différentes indemnités pour les années budgétaires 2026, 2027, 2028 et 2029.

Vous avez pu prendre connaissance des chiffres dans le document parlementaire. Il est donc demandé à l’assemblée d’approuver les comptes de l’exercice 2024, ainsi que les prévisions budgétaires et les dotations de l’exercice 2026 pour le Sénat et la Maison des Parlementaires.

De heer Gaëtan Van Goidsenhoven (MR).

M. Gaëtan Van Goidsenhoven (MR). – Notre assemblée est amenée aujourd’hui à se prononcer sur les dépenses de l’exercice 2024 et sur les propositions budgétaires pour l’exercice 2026 de notre institution.

Avant d’aborder le fond de ce dossier budgétaire, il convient de rappeler que c’est la Constitution belge qui fixe le cadre fondamental de notre fonctionnement. En effet, l’article 174 de la Constitution établit clairement une règle simple en la matière, à savoir que ce sont les Chambres fédérales qui fixent leur propre dotation. C’est une manifestation de l’autonomie parlementaire que notre texte constitutionnel garantit.

Le 30 juin 2025, le Bureau a approuvé les comptes de l’exercice budgétaire 2024 du Sénat qui affiche des dépenses totales de 43.220.468 euros et un solde positif de 2.041.282 euros. Ce résultat témoigne d’une gestion rigoureuse et responsable de notre institution. Le Bureau a également arrêté le budget 2026 et vous présente aujourd’hui un exercice qui inclut des économies importantes, avec une demande de dotation de 42.800.000 euros.

Le Sénat réalise ainsi une économie de 5.120.293 euros très précisément par rapport au montant initialement prévu, dépassant de ce fait largement l’objectif d’économies de 5.000.000 d’euros prévu dans l’accord de majorité. Nous démontrons ainsi que le Sénat est une institution responsable, consciente du contexte budgétaire dans lequel notre pays évolue et pleinement engagée dans l’effort de rigueur demandé à l’ensemble des services publics.

Il est important de souligner plusieurs éléments clés concernant le budget 2026.

Ainsi, les dépenses de fonctionnement continuent globalement à diminuer malgré l’indexation. Les investissements à hauteur de 746.800 euros seront mis à charge des réserves du Sénat et concernent, notamment, la sécurité incendie, la rénovation de l’hémicycle et l’entretien de notre patrimoine, un élément dont tout le monde dans cet hémicycle reconnaît certainement l’importance.

En ce qui concerne la gestion financière, la politique de constitution de provisions permet d’anticiper les dépenses futures sans peser sur les budgets ultérieurs. Les synergies avec la Chambre avant la fusion effective des services à l’horizon 2027 sont toujours d’actualité et permettent de réaliser des économies substantielles.

Je conclurai en remerciant chaleureusement les services du Sénat pour l’excellence de leur travail, permettant ainsi au Bureau et, aujourd’hui à la séance plénière, de délibérer en toute connaissance de cause.

Mon groupe soutiendra évidemment la proposition qui nous est présentée aujourd’hui. Nous estimons que les mesures proposées sont judicieuses et responsables, permettent de continuer à faire fonctionner cette assemblée avec efficacité et la dignité qu’elle mérite tout en témoignant de notre sens des responsabilités face aux défis budgétaires de notre pays.

De heer Yves Buysse (Vlaams Belang). – Toen we hier ongeveer een jaar geleden de begroting voor 2025 hebben besproken, was het nog niet duidelijk welk lot deze instelling te wachten stond. Nogal wat collega’s hielden tijdens de bespreking een slag om de arm en wilden niet vooruitlopen op het resultaat van de onderhandelingen die tot een federaal regeerakkoord moesten leiden. Enkele maanden later kwam men tot een regeerakkoord, waarin te lezen stond dat de Senaat zou worden afgeschaft tegen uiterlijk 2029. Eind vorige maand is de parlementaire bespreking van de teksten die op termijn tot die afschaffing moeten leiden eindelijk begonnen. Het is in dit kader van een formeel engagement van de parlementaire meerderheid en in de wetenschap dat bij een deel van de oppositie dezelfde betrachting leeft, dat we hier vandaag de Senaatsbegroting voor 2026 moeten bespreken en vastleggen.

En dan stel ik toch vast dat uit wat hier vandaag voorligt, niet echt blijkt dat deze assemblee binnen enkele jaren niet meer zal bestaan. Waar vorig jaar nog enkele intenties werden geformuleerd voor de komende jaren, zie ik daar vandaag niet echt een vervolg van.

Zolang deze instelling nog haar volle bevoegdheden heeft, en de komende weken en maanden wellicht intensiever dan ooit tevoren aan het werk zal gaan om de grondwetswijzigingen vorm te geven, is het logisch dat de nodige structurele budgetten gegarandeerd moeten blijven voor de algemene werking. Dat omvat in de eerste plaats de loon- en andere kosten voor het vast personeel van de Senaat, het niet-politiek personeel dus, wat neerkomt op 21,5 miljoen euro, het onderhoud en de beveiliging van de gebouwen en van onze ICT‑systemen, de verwarming, de verlichting, de technieken, de vergoeding van onze gecoöpteerde collega’s en dergelijke meer. Maar los daarvan zou men wel al kunnen nadenken over hoe de budgetten voor bijvoorbeeld het politieke personeel en zeker ook de inhoud van het reservefonds de komende jaren kunnen evolueren. Dit gebeurt voorlopig nog niet of toch zeker niet op afdoende wijze.

Wat we echter wel snel en eenvoudig kunnen doen, is de knip zetten in uitgaven die de facto weinig impact zouden hebben op de continuïteit van de werking van deze instelling. Dan denk ik in de eerste plaats aan de subsidies voor de fractiewerking. Concreet gaat dit over begrotingspost 6400, dus de gewone subsidies, ten belope van iets meer dan 1 miljoen euro, en over begrotingspost 6401, de aanvullende subsidies, ten belope van 125.000 euro, samen dus 1,25 miljoen euro op jaarbasis.

Waar vorig jaar bij deze posten, onder andere op ons aandringen, nog een kleine inspanning werd gedaan door die bedragen te doen dalen met 10 %, dan zijn die bedragen nu onveranderd gebleven. Voor onze fractie is dit onbegrijpelijk. In tijden waar de overheden stellen dat er bespaard moet worden en dat de tering naar de nering gezet moet worden, moeten wij als politieke partijen, zoals reeds gezegd bij het vorige agendapunt, het goede voorbeeld geven en ingrijpen in de partijfinanciering in het algemeen. Dat geldt dan zowel voor de rechtstreekse partijfinanciering waarover we het daarnet hadden, als voor de ‘verkapte’ vormen, zoals deze twee genoemde subsidies, die formeel dienen voor de fractiewerking maar die dikwijls minstens voor een deel rechtstreeks in de partijkas terechtkomen.

Straks dienen we daarom twee amendementen in om zowel die gewone fractiesubsidies als de aanvullende subsidies tot nul te herleiden – af te schaffen dus. Het argument dat achter de cijfers van die twee subsidies mensen staan, en dat we hiermee te veel in de personeelsondersteuning van ons werk in de Senaat zouden snijden, klopt volgens ons niet.

Wat wij voorstellen om af te schaffen, staat los van het politieke personeel, waarop we via de andere begrotingsposten een beroep kunnen doen. Ook dat budget is trouwens niet min: afgerond 12,5 miljoen euro. In verhouding met wat bijvoorbeeld in het Vlaams Parlement aan personeelsondersteuning is voorzien – gemiddeld 1,33 vte per parlementslid –, en zeker gelet op het verschil in het werkvolume van beide assemblees, zou het aanwezige politieke personeel hier in de Senaat meer dan voldoende moeten zijn om onze job te doen. Daarvoor hebben we die extra subsidies niet nodig.

Ik richt me tot slot nog eens, net als vorig jaar, in het bijzonder tot de collega’s van de fracties die in Vlaanderen de meerderheid vormen.

M. Yves Buysse (Vlaams Belang).

Door straks onze amendementen goed te keuren, voert men meteen een onderdeel van het Vlaams regeerakkoord uit. In dat regeerakkoord, waarover bepaalde senatoren zelfs mee onderhandelden, lezen we immers in het deel ‘Een sobere bestuurscultuur’ het volgende: “Het is onze ambitie om de partijfinanciering af te bouwen. Het meest aangewezen instrument daartoe is het afschaffen van de Senaat, inclusief de bijhorende partijdotatie. We ijveren hiervoor op federaal niveau.”

Bij het begin van mijn uiteenzetting verwees ik al naar de start van de bespreking van de wetsvoorstellen die moeten leiden tot de afschaffing van de Senaat. Van de toelichting die premier De Wever daarbij gaf, heb ik onthouden dat hij er helemaal geen probleem mee heeft dat het parlement op het punt van de vermindering van de partijfinanciering verder gaat dan wat door de regering is overeengekomen. Ik hoop dat die aanzet ten minste voor de collega’s van de N‑VA een extra argument is om straks zonder gewetensproblemen onze amendementen goed te keuren. Mijn overtuiging wordt nog versterkt door uitspraken over het vorige agendapunt, waarbij bepaalde fracties uitdrukkelijk hebben aangegeven dat het voor hen verder kan gaan. Onze fractie geeft hen de kans om de daad bij het woord te voegen.

 

 

Mevrouw Alice Bernard (PVDA‑PTB).

Mme Alice Bernard (PVDA‑PTB). – Permettez-moi de remercier les services du parlement pour leur travail. L’ensemble du personnel du Sénat mérite aujourd’hui nos remerciements et notre respect. Le personnel est à l’aube de profonds changements dans l’organisation du travail et il est important que nous veillions à ce que la transition se passe dans les meilleures conditions.

À la réunion du Bureau, le PTB s’est abstenu par rapport aux comptes de 2024 pour des questions de gouvernance et de choix politiques. Le PTB trouve en effet pertinentes les remarques que la Cour des comptes a formulées dans son rapport. Ainsi, le Sénat dégage un excédent de 4,7 millions d’euros, mais le Bureau n’a pas pris de décision formelle quant à l’affectation de ce surplus.

Les réserves du Sénat dépassent désormais 20 millions d’euros, et personne ne peut dire clairement à qui cet argent public reviendra après la suppression de l’institution.

La Cour des comptes critique aussi le manque de transparence par rapport aux budgets et réserves des groupes politiques, ainsi que par rapport aux indemnités et avantages des sénateurs, lesquels n’ont toujours pas de statut clair. Le PTB propose que les sénateurs bénéficient du statut social des travailleurs salariés, ce qui clarifierait bien des choses.

Sur la question des choix politiques opérés sur les comptes du Parlement, le PTB juge trop élevés les montants réservés pour les indemnités et avantages des sénateurs, notamment les indemnités de départ, ainsi que pour les dotations aux groupes politiques.

À première vue, le budget 2026 semble tenir la route. Le Sénat demande une dotation inférieure, et ses dépenses, notamment celles en matière de personnel, sont stabilisées. Le Sénat gère ses réserves et semble anticiper la prochaine fusion de ses services avec ceux de la Chambre.

Le PTB critique toutefois la hausse des dépenses de fonctionnement dont Mme Goffinet a parlé dans son rapport. Certes, les équipements informatiques doivent être entretenus, mais le Sénat a-t-il, par exemple, vraiment besoin d’une septième voiture, alors qu’il est appelé à disparaître ?

Comme les années précédentes, le groupe PTB s’interroge sur les dotations aux partis politiques, qui constituent une forme de système de self-service puisque les partis décident eux-mêmes du montant qu’ils reçoivent. Le PTB redéposera donc un amendement visant à diminuer ces dotations de moitié, aussi bien les subventions ordinaires que les subventions complémentaires.

 

Un deuxième point à propos duquel nous avons encore une interrogation et un désaccord concerne les indemnités de départ. Ces indemnités existent toujours. Ce n’est pas tenable, parce qu’il s’agit là d’une autre forme de self-service politique à laquelle nous devons d’urgence mettre fin.

Dans la plupart des cas, les mandataires politiques retrouvent très vite du travail après avoir quitté le Parlement. Ils n’ont pas besoin d’indemnités de départ ni de revenus de remplacement.

Il faut que les responsables politiques aient un statut social normal, semblable à celui des autres travailleurs, et soient assujettis à la sécurité sociale. S’ils ne sont pas réélus, ils auront ainsi droit à une allocation de chômage ou à une pension, au même titre que les autres travailleurs.

Nous redéposons donc un amendement visant à supprimer ces indemnités de départ.

Tous les partis de l’Arizona ne cessent de répéter qu’il faut faire des économies et se serrer la ceinture parce que c’est la crise. Notre sécurité sociale, nos salaires et nos services publics sont tous sous pression, mais cela ne vaut visiblement pas pour les responsables politiques. Ce n’est pas normal, et le PVBA‑PTB ne peut accepter cette situation.

Tant la diminution de moitié de la dotation aux partis politiques que la suppression des indemnités de départ sont urgentes. Il est urgent non seulement de faire des économies, mais aussi d’adresser un signal à la population et de réduire le fossé entre le monde politique et la classe travailleuse ; enfin, il faut que le Sénat, lui aussi, contribue vraiment au développement d’une nouvelle culture politique.

Nous ne pouvons donc pas accepter ce budget. Le groupe PVBA‑PTB votera contre.

 

Mevrouw Stephanie D’Hose (Open Vld). – Als we deze begroting bekijken, ben ik blij dat de inspanningen die we in de vorige legislaturen hebben opgestart, worden voortgezet. Het is een goede manier van werken en zo wordt er ook opnieuw een besparing gerealiseerd van 5,7 %.

De dotatie daalt eigenlijk al jaar na jaar gestaag. En natuurlijk moeten we dan kijken naar de stijgende energiekosten; we hebben ook een enorme indexeringsgolf gehad tijdens de vorige legislatuur. Als je ziet dat deze begroting voor 80 % bestaat uit personeel, dan weet je ook dat, als je met een hogere inflatie wordt geconfronteerd, dat een enorme impact heeft op het budget. Dat betekent dat er in reële termen altijd is bespaard.

Los daarvan, blijf ik met twee zorgen zitten. De eerste zorg is de herbestemming van dit gebouw. We zijn volop aan de slag met het engagement en de belofte uit het regeerakkoord om de Senaat af te schaffen. Dat zal hopelijk binnen enkele jaren het geval zijn. Ondertussen zitten we hier wel met prachtig erfgoed, dat het verdient om enerzijds in stand te worden gehouden, en dat het anderzijds ook verdient een herbestemming te krijgen. Ik hoop dat we hier met zijn allen kunnen nadenken over een mogelijke herbestemming. Voorzitter, wanneer het enkel zou gaan om hier één keer per maand een vergadering van het Beneluxparlement te houden en that’s it, is dat toch wel iets te weinig en iets te beperkt. Dit gebouw verdient een volwaardige herbestemming.

De tweede zorg is de afschaffing van dit Huis. We hebben een vergadering in de commissie voor de Institutionele Aangelegenheden gehad in november. We hebben daar met zijn allen geluisterd naar de premier en de verschillende fracties, maar ondertussen hebben er geen vergaderingen meer plaatsgevonden en staan er geen nieuwe gepland. Ik hoop dat we daar het komende jaar toch spoed achter kunnen zetten. Ik hoop dat we niet akkoord zullen gaan met hoorzittingen, om voor de zoveelste keer een expert te horen. We hebben dat de vorige legislatuur ook al gehad. Het is niet nodig om dat nog eens te herhalen. Bovendien verliezen we zo kostbare tijd, die we beter inzetten om na te denken over een herbestemming van dit gebouw.

Dus ik wens mijn goede collega’s van de verschillende fracties één goed voornemen toe: het voornemen om volgend jaar echt werk te maken van een stemming in de Senaat over de toekomst van dit Huis, zijnde de afschaffing ervan, en dat we met bekwame spoed te werk gaan. In afwachting van de volledige afschaffing zullen wij ons dan ook onthouden bij de stemming over de begroting.

Mme Stephanie D’Hose (Open Vld).

Mevrouw Anne Lambelin (PS).

Mme Anne Lambelin (PS). – En ce qui concerne le débat budgétaire, nous avons déjà eu de riches échanges en commission. Je m’en tiendrai donc aux propos que nous avons tenus en commission et ne m’attarderai pas davantage sur ce sujet.

Je voudrais remercier tous les services qui travaillent, souvent dans l’ombre, pour cette institution en ces temps qui ne sont pas forcément faciles, non seulement au regard du contexte politique en général mais aussi au regard des nombreux débats dont cette institution fait l’objet.

Je ne profiterai pas de ce moment et de cette tribune pour parler, comme d’autres le font, de l’avenir de cette institution, parce qu’une commission est prévue pour cela le 12 janvier. Nous faisons confiance à cette commission pour travailler sur ce sujet avec sérieux.

Comme nous l’avons dit, nous demandons des auditions parce que nous voulons considérer cette institution avec tout le sérieux qu’elle mérite et dont elle a, elle-même, toujours fait preuve depuis tant d’années. Nous estimons qu’il est important de ne pas travailler dans la précipitation.

Je réitère vraiment mes remerciements à tous les services qui travaillent d’arrache-pied, encore aujourd’hui, pour cette institution.

De heer Hajib El Hajjaji (Ecolo-Groen).

M. Hajib El Hajjaji (Ecolo-Groen). – Je m’associe aux remerciements adressés au personnel et aux services.

Comme ma collègue l’a déjà dit en commission, la réduction proposée de la dotation des partis est insuffisante. Même s’il y a une réduction de 10 % cette année, cela reste pour nous insuffisant.

Pour ces raisons, le groupe Ecolo-Groen s’abstiendra lors du vote.

De heer Andries Gryffroy (N‑VA). – Het gaat inderdaad om de uitgaven van 2024 en de begroting voor 2026.

Eerst en vooral omtrent de rekening van 2024. We hebben inderdaad een vrij positief verslag gekregen van het Rekenhof, zonder echte opmerkingen. Het gaat eerder om vragen om bepaalde zaken in de toekomst duidelijker en transparanter te maken en ook omtrent dubbele boekhouding en analytische boekhouding. Dat betekent dat de diensten in de Senaat heel behoorlijk hun werk doen, waarvoor ook onze dank. We zien ook dat de fusie van de boekhouding van de Kamer en de Senaat al lopende is, en we hopen dat er met de opmerkingen van het Rekenhof nog meer rekening kan worden gehouden, waardoor we een boekhouding krijgen die zeer transparant en zeer duidelijk is.

Het enige dat ik als conclusie neem uit de rekening van 2024 is dat we moeten vaststellen dat voor de begroting voor 2024 was gerekend op een verlies van een klein miljoen euro, en dat we uiteindelijk zien dat we een overschot hebben van plus twee miljoen euro. Dat is toch een verschil van drie miljoen euro. Dat betekent dat we inderdaad voorzichtig moeten zijn als we een begroting opmaken, dat we meer stringent moeten toekijken en dat doen wij ook altijd tijdens de Bureauvergaderingen. Men zou kunnen stellen dat we de plus- of mindecalage wel opvangen met de bestaande buffer, namelijk de reserves, maar overdreven grote reserves aanhouden is eigenlijk ook niet correct. Zeker als we gaan voor de afschaffing van de Senaat in 2029, is het niet wenselijk om plots te worden geconfronteerd met een cadeautje of een vergiftigd geschenk. We zien strikt op de begroting toe, maar ik voel toch dat het soms bij de andere partners in het Bureau moeilijk is als ik eis dat de bedragen in de juiste posten moeten staan.

In de begroting voor 2026 zie ik dat één derde van het totale budget naar het politieke luik gaat. Al in de vorige legislatuur hebben we erop gewezen dat dit het stuk is dat we zelf in de hand hebben. Maar wij zijn niet de partij die pleit voor revolutie. Wij zijn de partij die pleit voor evolutie. Op die manier hebben we al in de vorige legislatuur de indexering van de partijdotaties tegengehouden. Daarnet zei de spreekster van Les Engagés dat we dat al sinds 2020 doen. Dat is dankzij N‑VA. Ieder jaar houden wij de indexering opnieuw tegen. Wij hebben dat voorstel voor het eerst op tafel gelegd, collega D’Hose, en ieder jaar hebben we daarvoor moeten vechten zodat het behouden blijft. Dit jaar vindt men het al normaal, en dat is prima.

De 10 % dan. Wilden we meer? Ja, uiteraard wilden we meer. Maar in een coalitie moet je proberen tot een overeenkomst te komen. En 50 %? Ja, ik kan er ergens inkomen, maar we hebben afspraken gemaakt met onze coalitiepartners. Wij zijn betrouwbare partners. Een afspraak is een afspraak.

De totaliteit van de begroting ziet er volgens ons in orde uit. En wat onze wil betreft om de partijfinanciering via de Senaat af te bouwen: die wordt in 2029 volledig afgebouwd. Met andere woorden, we doen zelfs iets sterkers dan wat jullie vragen. In plaats van nu een vermindering met 50 % door te voeren, waarna men er niet meer overs spreekt, bouwen wij de financiering via de Senaat in 2029 voor de volledige 100 % af.

Wat betreft het politieke personeel – want dat is wel 88 % van het politieke luik – voel je dat er bij iedereen toch nog altijd een zekere schroom is, want dat gaat over mensen, dat gaat over ons personeel. Maar ook daar gaan we heel goed in elkaars ogen moeten kijken, als ik het zo mag uitdrukken, om daar tegen 2029 toch een goede oplossing voor te vinden.

M. Andries Gryffroy (N‑VA).

Met andere woorden: 2024 is goed afgerond maar we moeten opletten dat reserves niet te veel een buffer worden om plussen en minnen op te vangen. We moeten ervoor zorgen dat begrotingen technisch correct zijn, met weinig opmerkingen van het Rekenhof.

Voor de begroting 2026 zetten wij inderdaad stappen in de goede richting, in overleg met onze coalitiepartners. Dat is ook normaal, wij hebben geen absolute meerderheid en moeten dus zo goed mogelijk samenwerken. Wij gaan deze begroting dan ook goedkeuren.

 

  De bespreking is gesloten.

  La discussion est close.

 

  De stemming over de amendementen, over de uitgaven van het boekjaar 2024 en over de begrotingsvoorstellen voor het boekjaar 2026 heeft later plaats.

  Il sera procédé ultérieurement au vote sur les amendements, sur les dépenses pour l’exercice 2024 et sur les propositions budgétaires pour l’exercice 2026.

 

Benoeming van de Griffier

Nomination du Greffier

 

De voorzitter. – Op 31 maart 2026 komt een einde aan het mandaat van onze griffier, de heer Gert Van der biesen.

M. le président. – Le 31 mars 2026, le mandat de notre greffier, M. Gert Van der biesen, prendra fin.

 

Na beraadslaging tijdens zijn vergadering van 15 december 2025 heeft het Bureau beslist om de heer Gert Van der biesen voor te dragen voor een nieuwe benoeming tot griffier voor een periode van vijf jaar, met ingang van 1 april 2026, met dien verstande dat het mandaat eindigt indien de Senaat ophoudt te bestaan voor het verstrijken van die termijn.

Après délibération lors de sa réunion du 15 décembre 2025, le Bureau a décidé de proposer la nomination M. Gert Van der biesen pour un nouveau mandat de greffier pour une période de cinq ans prenant cours le 1er avril 2026, étant entendu que le mandat se termine si le Sénat cesse d’exister avant l’échéance de ce délai.

 

Vraagt iemand het woord over het voorstel van het Bureau om de heer Gert Van der biesen tot griffier te benoemen?

Quelqu’un demande-t-il la parole sur la proposition du Bureau de nommer M. Gert Van der biesen à la fonction de greffier ?

 

Aangezien niemand het woord vraagt, verklaar ik de heer Gert Van der biesen benoemd tot griffier van de Senaat.

Étant donné que personne ne demande la parole, je proclame M. Gert Van der biesen nommé en qualité de greffier du Sénat.

 

 

Je tiens à souligner la qualité du travail de notre greffier, sa grande disponibilité et ses compétences. Le bureau avait d’ailleurs proposé sa nomination à l’unanimité de toutes les formations politiques.

 

(Applaus)

(Applaudissements)

 

De voorzitter. –

M. le président. – Le Bureau a par ailleurs aussi décidé, à l’unanimité, de renouveler pour cinq ans le mandat de M. André Reszöházy en tant que directeur général.

 

Mevrouw Anne Lambelin (PS).

Mme Anne Lambelin (PS). – Monsieur le greffier, je tiens à vous adresser mes sincères félicitations pour le renouvellement de votre mandat.

Cette décision témoigne de la reconnaissance unanime de votre travail au service du Sénat et de l’ensemble des groupes politiques.

Je vous souhaite également plein succès dans la poursuite de votre mission.

Je tiens par ailleurs à féliciter le directeur général du Sénat, dont le mandat vient également d’être renouvelé. Qu’il soit remercié pour son dévouement au Sénat et pour sa bonne organisation.

Stemmingen

Votes

 

(De naamlijsten worden in de bijlage opgenomen.)

(Les listes nominatives figurent en annexe.)

 

Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de Kamer van volksvertegenwoordigers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen om de forfaitaire bedragen te bevriezen en de indexering van de financiering van de politieke partijen op te heffen voor de begrotingsjaren 2025‑2029 (Doc. 8‑167/1)

Projet de loi modifiant la loi du 4 juillet 1989 relative à la limitation et au contrôle des dépenses électorales engagées pour l’élection de la Chambre des représentants, ainsi qu’au financement et à la comptabilité ouverte des partis politiques, afin de geler les montants forfaitaires et de supprimer l’indexation du financement des partis politiques pour les années budgétaires 2025 à 2029 (Doc. 8‑167/1)

 

De voorzitter. – We stemmen eerst over amendement nr. 3 van de heer Slootmans c.s..

M. le président. – Nous votons d’abord sur l’amendement no 3 de M. Slootmans et consorts.

 

Stemming nr. 1

Vote no 1

 

Aanwezig: 45
Voor: 10
Tegen: 35
Onthoudingen: 0

Présents : 45
Pour : 10
Contre : 35
Abstentions : 0

 

  Het amendement is niet aangenomen.

  L’amendement n’est pas adopté.

 

De voorzitter. – We stemmen dan over amendement nr. 2 van de dames Bernard en Ammi.

M. le président. – Nous votons ensuite sur l’amendement no 2 de Mmes Bernard et Ammi.

 

Stemming nr. 2

Vote no 2

 

Aanwezig: 46
Voor: 10
Tegen: 36
Onthoudingen: 0

Présents : 46
Pour : 10
Contre : 36
Abstentions : 0

 

  Het amendement is niet aangenomen.

  L’amendement n’est pas adopté.

 

De voorzitter. – We stemmen nu over artikel 2.

M. le président. – Nous votons maintenant sur l’article 2.

 

Stemming nr. 3

Vote no 3

 

Aanwezig: 46
Voor: 46
Tegen: 0
Onthoudingen: 0

Présents : 46
Pour : 46
Contre : 0
Abstentions : 0

 

  Artikel 2 is aangenomen.

  L’article 2 est adopté.

 

De voorzitter. – We stemmen ten slotte over het ontwerp in zijn geheel.

M. le président. – Nous votons enfin sur l’ensemble du projet.

 

Stemming nr. 4

Vote no 4

 

Aanwezig: 46
Voor: 46
Tegen: 0
Onthoudingen: 0

Présents : 46
Pour : 46
Contre : 0
Abstentions : 0

 

  Het wetsontwerp is aangenomen.

  Het zal aan de Koning ter bekrachtiging worden voorgelegd.

  Le projet de loi est adopté.

  Il sera soumis à la sanction royale.

 

Uitgaven van het boekjaar 2024 en begrotingsvoorstellen voor het boekjaar 2026 (Doc. 8‑162)

Dépenses pour l’exercice 2024 et propositions budgétaires pour l’exercice 2026 (Doc. 8‑162)

 

De voorzitter. – We stemmen eerst over amendement nr. 3 van mevrouw Bernard en de heer Cocciolo.

M. le président. – Nous votons d’abord sur l’amendement no 3 de Mme Bernard et M. Cocciolo.

 

Stemming nr. 5

Vote no 5

 

Aanwezig: 46
Voor: 6
Tegen: 36
Onthoudingen: 4

Présents : 46
Pour : 6
Contre : 36
Abstentions : 4

 

  Het amendement is niet aangenomen.

  L’amendement n’est pas adopté.

 

De voorzitter. – We stemmen dan over amendement nr. 1 van de heer Buysse c.s.

M. le président. – Nous votons ensuite sur l’amendement no 1 de M. Buysse c.s.

 

Stemming nr. 6

Vote no 6

 

Aanwezig: 45
Voor: 4
Tegen: 35
Onthoudingen: 6

Présents : 45
Pour : 4
Contre : 35
Abstentions : 6

 

  Het amendement is niet aangenomen.

  L’amendement n’est pas adopté.

 

Mevrouw Anne-Catherine Goffinet (Les Engagés). – Mijn stem is niet opgenomen. Ik wou tegenstemmen.

Mme Anne-Catherine Goffinet (Les Engagés). – Je voudrais indiquer que mon vote n’a pas été enregistré. Je souhaitais voter contre.

De voorzitter. – We stemmen nu over amendement nr. 4 van mevrouw Bernard en de heer Cocciolo.

M. le président. – Nous votons maintenant sur l’amendement no 4 de Mme Bernard et M. Cocciolo.

 

Stemming nr. 7

Vote no 7

 

Aanwezig: 46
Voor: 10
Tegen: 36
Onthoudingen: 0

Présents : 46
Pour : 10
Contre : 36
Abstentions : 0

 

  Het amendement is niet aangenomen.

  L’amendement n’est pas adopté.

 

De voorzitter. – We stemmen dan over amendement nr. 2 van de heer Buysse c.s.

M. le président. – Nous votons ensuite sur l’amendement no 2 de M. Buysse c.s.

 

Stemming nr. 8

Vote no 8

 

Aanwezig: 46
Voor: 4
Tegen: 37
Onthoudingen: 5

Présents : 46
Pour : 4
Contre : 37
Abstentions : 5

 

  Het amendement is niet aangenomen.

  L’amendement n’est pas adopté.

 

Mevrouw Alice Bernard (PVDA‑PTB). – Ik wou melden dat mevrouw Ammi zich wenste te onthouden maar tegen heeft gestemd.

Mme Alice Bernard (PVDA‑PTB). – Je voudrais signaler que Mme Ammi souhaitait s’abstenir au lieu de voter contre.

De voorzitter. – We stemmen nu over amendement nr. 5 van mevrouw Bernard en de heer Cocciolo.

M. le président. – Nous votons maintenant sur l’amendement no 5 de Mme Bernard et M. Cocciolo.

 

Stemming nr. 9

Vote no 9

 

Aanwezig: 46
Voor: 10
Tegen: 36
Onthoudingen: 0

Présents : 46
Pour : 10
Contre : 36
Abstentions : 0

 

  Het amendement is niet aangenomen.

  L’amendement n’est pas adopté.

 

De voorzitter. – We stemmen ten slotte over de uitgaven van het boekjaar 2024 en de begrotingsvoorstellen voor het boekjaar 2026.

M. le président. – Nous votons enfin sur les dépenses de l’exercice 2024 et les propositions budgétaires pour l’exercice 2026.

 

Stemming nr. 10

Vote no 10

 

Aanwezig: 46
Voor: 32
Tegen: 10
Onthoudingen: 4

Présents : 46
Pour : 32
Contre : 10
Abstentions : 4

 

  De uitgaven van het boekjaar 2024 en de begrotingsvoorstellen voor het boekjaar 2026 van de Senaat zijn aangenomen.

  Les dépenses pour l’exercice 2024 et les propositions budgétaires pour l’exercice 2026 du Sénat sont adoptées.

 

De voorzitter. –

M. le président. – Chers collègues, nous ne sommes plus qu’à quelques jours du Nouvel An. C’est une période où les souvenirs et les attentes se rencontrent et où les leçons du passé se transforment en résolutions pour l’avenir, ce que je vous souhaite à tous et toutes.

 

Het jaar 2025 werd gekenmerkt door een wereld in verandering. Toch is het vandaag moeilijk om alle vaste patronen te onderscheiden in deze verwevenheid van geopolitieke spanningen, lokale conflicten, de strijd tussen autocratie en democratie, de rivaliteit in de race naar artificiële intelligentie en veranderende mondiale relaties.

 

 

 

Dans les différents parlements dont nous faisons partie, nous avons tenté à petits pas d’analyser, d’amortir et de canaliser les chocs de ces grandes évolutions. À présent, dans le calme serein des longues soirées qui nous attendent, nous pouvons recharger nos batteries et réfléchir à nos intentions pour la nouvelle année.

 

Ik dank het personeel van de Senaat van harte dat ze hun taken met grote inzet vervullen in een werkomgeving die zelf ook in volle verandering is.

 

 

 

Plusieurs d’entre vous ont déjà eu l’occasion d’exprimer leurs remerciements au personnel du Sénat.

 

Ik feliciteer hen en biedt hen mijn beste wensen aan.

 

 

 

Mesdames et Messieurs, dans deux jours, au solstice d’hiver, les jours commenceront à rallonger, un petit signe discret porteur d’espoir.

 

Ik wens u prettige kerstdagen en een gelukkig nieuwjaar, en veel kracht en inspiratie voor het parlementair werk in het jaar 2026.

 

 

 

Merci à tous et toutes, et je cède à présent la parole à M. Karl Vanlouwe qui, je n’en doute pas, exprimera aussi ses remerciements au personnel.

 

De heer Karl Vanlouwe (N‑VA). – Het is inderdaad een traditie dat er vanuit de grootste fractie enkele woorden worden uitgesproken, en dat doe ik dan ook graag. Namens het hele halfrond wil ik de diensten heel uitdrukkelijk bedanken. De griffier, de directeur-generaal, die op dit ogenblik tijdelijk in ziekteverlof is, en vooral de verschillende diensten en personeelsleden, van de bodes tot de commissiesecretarissen, de technici en de vertalers, die hier dag in dag uit voor ons allen ter beschikking staan.

M. Karl Vanlouwe (N‑VA).

Zij zetten hun werk voort met een voorbeeldige professionaliteit, ook al is de toekomst van de instelling intussen duidelijk.

Ils continuent à travailler avec un professionnalisme exemplaire, même si l’avenir de l’institution est désormais clair.

Met meerdere partijen zijn duidelijke lijnen uitgezet over de toekomst van onze instelling. We zullen daarover nog stevig debatteren, daarvoor zijn we een democratie, maar de lijnen zijn uitgezet.

Er moet daarbij ook rekening worden gehouden met de belangen van het personeel van de Senaat, zodat er een goede oplossing wordt gevonden. Er zijn in dat verband inmiddels al afspraken gemaakt. De fusie die reeds in uitvoering is, waarbij personeelsleden samenwerken met collega’s in de Kamer, verloopt volgens een uitgebreid fusieplan.

Politiek zal verder worden gediscussieerd over de toekomst en over de afschaffing van de Senaat. Tegelijkertijd moeten we nadenken over het personeel en over dit prachtige gebouw. De conferenties die nu al worden georganiseerd, kunnen bijvoorbeeld een mogelijke invulling aan het gebouw bieden, en ook internationale instellingen in Brussel, zoals het Benelux-parlement, maken er al gebruik van. Dat geeft aan dat er oplossingen mogelijk zijn.

Het volgende jaar belooft politiek een heel boeiend jaar te worden, met veel werk op de plank, wellicht meer dan ooit, zeker rekening houdend met de beslissingen over onze instelling. Ik wens u dan ook allen een prettig eindejaar, een prettige kerst en een gezond nieuwjaar.

 

(Applaus)

(Applaudissements)

Regeling van de werkzaamheden

Ordre des travaux

 

De voorzitter. – De agenda van deze vergadering is afgewerkt.

De volgende vergadering vindt plaats op vrijdag 30 januari 2026.

M. le président. – L’ordre du jour de la présente séance est ainsi épuisé.

La prochaine séance aura lieu le vendredi 30 janvier 2026.

 

(De vergadering wordt gesloten om 11.33 uur.)

(La séance est levée à 11 h 33.)

 

Berichten van verhindering

Excusés

 

Afwezig met bericht van verhindering: de dames Thoron en Van dermeersch en de heren Dodrimont, Koyuncu en Verheyden om gezondheidsredenen, de dames Groothedde en Scholzen en de heren De Brabandere en Slootmans wegens andere plichten, Mevrouw Van Tendeloo om familiale redenen.

Mmes Thoron et Van dermeersch et MM. Dodrimont, Koyuncu et Verheyden pour raison de santé, Mmes Groothedde et Scholzen et MM. De Brabandere et Slootmans pour d’autres devoirs et Mme Van Tendeloo pour raisons familiales, demandent d’excuser leur absence à la présente séance.

 

  Voor kennisgeving aangenomen.

  Pris pour information.

 

Bijlage

Annexe

 

 

Naamstemmingen

Votes nominatifs

 

 

Stemming nr. 1

Vote no 1

 

Aanwezig: 45
Voor: 10
Tegen: 35
Onthoudingen: 0

Présents : 45
Pour : 10
Contre : 35
Abstentions : 0

 

Voor

Pour

 

Ammi Jamila, Bernard Alice, Burssens Debby, Buysse Yves, Cocciolo Antonio, Deckmyn Johan, Slagmulder Kristof, Van Gestel Raf, Van Walle Patricia, Verreyt Hans

 

 

Tegen

Contre

 

Ahallouch Fatima, Blondel Vincent, Capoen An, Claes Allessia, Coel Arnout, D'Hose Stephanie, De Bue Valérie, De Roo Stijn, Desalle Caroline, Diallo Elhadj Moussa, Diericx Manu, Durenne Véronique, El Hajjaji Hajib, El Yousfi Nadia, Goffinet Anne-Catherine, Gryffroy Andries, Hendrickx Marc, Lambelin Anne, Liekens Goedele, Maghroud Nawal, Mvumbi Luzolo Marie-Claire, Özen Özlem, Partyka Katrien, Pieters Andy, Pillen Jasper, Segers Katia, Teitelbaum Viviane, Tombeur Ine, d'Ursel Anne-Charlotte, Van Goidsenhoven Gaëtan, Vanlouwe Karl, Van Rompuy Peter, Vanryckegem Griet, Verduyckt Kris, Witsel Thierry

 

 

Stemming nr. 2

Vote no 2

 

Aanwezig: 46
Voor: 10
Tegen: 36
Onthoudingen: 0

Présents : 46
Pour : 10
Contre : 36
Abstentions : 0

 

Voor

Pour

 

Ammi Jamila, Bernard Alice, Burssens Debby, Buysse Yves, Cocciolo Antonio, Deckmyn Johan, Slagmulder Kristof, Van Gestel Raf, Van Walle Patricia, Verreyt Hans

 

 

Tegen

Contre

 

Ahallouch Fatima, Blondel Vincent, Capoen An, Claes Allessia, Coel Arnout, D'Hose Stephanie, Debaets Bianca, De Bue Valérie, De Roo Stijn, Desalle Caroline, Diallo Elhadj Moussa, Diericx Manu, Durenne Véronique, El Hajjaji Hajib, El Yousfi Nadia, Goffinet Anne-Catherine, Gryffroy Andries, Hendrickx Marc, Lambelin Anne, Liekens Goedele, Maghroud Nawal, Mvumbi Luzolo Marie-Claire, Özen Özlem, Partyka Katrien, Pieters Andy, Pillen Jasper, Segers Katia, Teitelbaum Viviane, Tombeur Ine, d'Ursel Anne-Charlotte, Van Goidsenhoven Gaëtan, Vanlouwe Karl, Van Rompuy Peter, Vanryckegem Griet, Verduyckt Kris, Witsel Thierry

 

 

Stemming nr. 3

Vote no 3

 

Aanwezig: 46
Voor: 46
Tegen: 0
Onthoudingen: 0

Présents : 46
Pour : 46
Contre : 0
Abstentions : 0

 

Voor

Pour

 

Ahallouch Fatima, Ammi Jamila, Bernard Alice, Blondel Vincent, Burssens Debby, Buysse Yves, Capoen An, Claes Allessia, Cocciolo Antonio, Coel Arnout, D'Hose Stephanie, Debaets Bianca, De Bue Valérie, Deckmyn Johan, De Roo Stijn, Desalle Caroline, Diallo Elhadj Moussa, Diericx Manu, Durenne Véronique, El Hajjaji Hajib, El Yousfi Nadia, Goffinet Anne-Catherine, Gryffroy Andries, Hendrickx Marc, Lambelin Anne, Liekens Goedele, Maghroud Nawal, Mvumbi Luzolo Marie-Claire, Özen Özlem, Partyka Katrien, Pieters Andy, Pillen Jasper, Segers Katia, Slagmulder Kristof, Teitelbaum Viviane, Tombeur Ine, d'Ursel Anne-Charlotte, Van Gestel Raf, Van Goidsenhoven Gaëtan, Vanlouwe Karl, Van Rompuy Peter, Vanryckegem Griet, Van Walle Patricia, Verduyckt Kris, Verreyt Hans, Witsel Thierry

 

 

Stemming nr. 4

Vote no 4

 

Aanwezig: 46
Voor: 46
Tegen: 0
Onthoudingen: 0

Présents : 46
Pour : 46
Contre : 0
Abstentions : 0

 

Voor

Pour

 

Ahallouch Fatima, Ammi Jamila, Bernard Alice, Blondel Vincent, Burssens Debby, Buysse Yves, Capoen An, Claes Allessia, Cocciolo Antonio, Coel Arnout, D'Hose Stephanie, Debaets Bianca, De Bue Valérie, Deckmyn Johan, De Roo Stijn, Desalle Caroline, Diallo Elhadj Moussa, Diericx Manu, Durenne Véronique, El Hajjaji Hajib, El Yousfi Nadia, Goffinet Anne-Catherine, Gryffroy Andries, Hendrickx Marc, Lambelin Anne, Liekens Goedele, Maghroud Nawal, Mvumbi Luzolo Marie-Claire, Özen Özlem, Partyka Katrien, Pieters Andy, Pillen Jasper, Segers Katia, Slagmulder Kristof, Teitelbaum Viviane, Tombeur Ine, d'Ursel Anne-Charlotte, Van Gestel Raf, Van Goidsenhoven Gaëtan, Vanlouwe Karl, Van Rompuy Peter, Vanryckegem Griet, Van Walle Patricia, Verduyckt Kris, Verreyt Hans, Witsel Thierry

 

 

Stemming nr. 5

Vote no 5

 

Aanwezig: 46
Voor: 6
Tegen: 36
Onthoudingen: 4

Présents : 46
Pour : 6
Contre : 36
Abstentions : 4

 

Voor

Pour

 

Ammi Jamila, Bernard Alice, Burssens Debby, Cocciolo Antonio, Van Gestel Raf, Van Walle Patricia

 

 

Tegen

Contre

 

Ahallouch Fatima, Blondel Vincent, Capoen An, Claes Allessia, Coel Arnout, D'Hose Stephanie, Debaets Bianca, De Bue Valérie, De Roo Stijn, Desalle Caroline, Diallo Elhadj Moussa, Diericx Manu, Durenne Véronique, El Hajjaji Hajib, El Yousfi Nadia, Goffinet Anne-Catherine, Gryffroy Andries, Hendrickx Marc, Lambelin Anne, Liekens Goedele, Maghroud Nawal, Mvumbi Luzolo Marie-Claire, Özen Özlem, Partyka Katrien, Pieters Andy, Pillen Jasper, Segers Katia, Teitelbaum Viviane, Tombeur Ine, d'Ursel Anne-Charlotte, Van Goidsenhoven Gaëtan, Vanlouwe Karl, Van Rompuy Peter, Vanryckegem Griet, Verduyckt Kris, Witsel Thierry

 

 

Onthouding

Abstention

 

Buysse Yves, Deckmyn Johan, Slagmulder Kristof, Verreyt Hans

 

 

Stemming nr. 6

Vote no 6

 

Aanwezig: 45
Voor: 4
Tegen: 35
Onthoudingen: 6

Présents : 45
Pour : 4
Contre : 35
Abstentions : 6

 

Voor

Pour

 

Buysse Yves, Deckmyn Johan, Slagmulder Kristof, Verreyt Hans

 

 

Tegen

Contre

 

Ahallouch Fatima, Blondel Vincent, Capoen An, Claes Allessia, Coel Arnout, D'Hose Stephanie, Debaets Bianca, De Bue Valérie, De Roo Stijn, Desalle Caroline, Diallo Elhadj Moussa, Diericx Manu, Durenne Véronique, El Hajjaji Hajib, El Yousfi Nadia, Gryffroy Andries, Hendrickx Marc, Lambelin Anne, Liekens Goedele, Maghroud Nawal, Mvumbi Luzolo Marie-Claire, Özen Özlem, Partyka Katrien, Pieters Andy, Pillen Jasper, Segers Katia, Teitelbaum Viviane, Tombeur Ine, d'Ursel Anne-Charlotte, Van Goidsenhoven Gaëtan, Vanlouwe Karl, Van Rompuy Peter, Vanryckegem Griet, Verduyckt Kris, Witsel Thierry

 

 

Onthouding

Abstention

 

Ammi Jamila, Bernard Alice, Burssens Debby, Cocciolo Antonio, Van Gestel Raf, Van Walle Patricia

 

 

Stemming nr. 7

Vote no 7

 

Aanwezig: 46
Voor: 10
Tegen: 36
Onthoudingen: 0

Présents : 46
Pour : 10
Contre : 36
Abstentions : 0

 

Voor

Pour

 

Ammi Jamila, Bernard Alice, Burssens Debby, Buysse Yves, Cocciolo Antonio, Deckmyn Johan, Slagmulder Kristof, Van Gestel Raf, Van Walle Patricia, Verreyt Hans

 

 

Tegen

Contre

 

Ahallouch Fatima, Blondel Vincent, Capoen An, Claes Allessia, Coel Arnout, D'Hose Stephanie, Debaets Bianca, De Bue Valérie, De Roo Stijn, Desalle Caroline, Diallo Elhadj Moussa, Diericx Manu, Durenne Véronique, El Hajjaji Hajib, El Yousfi Nadia, Goffinet Anne-Catherine, Gryffroy Andries, Hendrickx Marc, Lambelin Anne, Liekens Goedele, Maghroud Nawal, Mvumbi Luzolo Marie-Claire, Özen Özlem, Partyka Katrien, Pieters Andy, Pillen Jasper, Segers Katia, Teitelbaum Viviane, Tombeur Ine, d'Ursel Anne-Charlotte, Van Goidsenhoven Gaëtan, Vanlouwe Karl, Van Rompuy Peter, Vanryckegem Griet, Verduyckt Kris, Witsel Thierry

 

 

Stemming nr. 8

Vote no 8

 

Aanwezig: 46
Voor: 4
Tegen: 37
Onthoudingen: 5

Présents : 46
Pour : 4
Contre : 37
Abstentions : 5

 

Voor

Pour

 

Buysse Yves, Deckmyn Johan, Slagmulder Kristof, Verreyt Hans

 

 

Tegen

Contre

 

Ahallouch Fatima, Ammi Jamila, Blondel Vincent, Capoen An, Claes Allessia, Coel Arnout, D'Hose Stephanie, Debaets Bianca, De Bue Valérie, De Roo Stijn, Desalle Caroline, Diallo Elhadj Moussa, Diericx Manu, Durenne Véronique, El Hajjaji Hajib, El Yousfi Nadia, Goffinet Anne-Catherine, Gryffroy Andries, Hendrickx Marc, Lambelin Anne, Liekens Goedele, Maghroud Nawal, Mvumbi Luzolo Marie-Claire, Özen Özlem, Partyka Katrien, Pieters Andy, Pillen Jasper, Segers Katia, Teitelbaum Viviane, Tombeur Ine, d'Ursel Anne-Charlotte, Van Goidsenhoven Gaëtan, Vanlouwe Karl, Van Rompuy Peter, Vanryckegem Griet, Verduyckt Kris, Witsel Thierry

 

 

Onthouding

Abstention

 

Bernard Alice, Burssens Debby, Cocciolo Antonio, Van Gestel Raf, Van Walle Patricia

 

 

Stemming nr. 9

Vote no 9

 

Aanwezig: 46
Voor: 10
Tegen: 36
Onthoudingen: 0

Présents : 46
Pour : 10
Contre : 36
Abstentions : 0

 

Voor

Pour

 

Ammi Jamila, Bernard Alice, Burssens Debby, Buysse Yves, Cocciolo Antonio, Deckmyn Johan, Slagmulder Kristof, Van Gestel Raf, Van Walle Patricia, Verreyt Hans

 

 

Tegen

Contre

 

Ahallouch Fatima, Blondel Vincent, Capoen An, Claes Allessia, Coel Arnout, D'Hose Stephanie, Debaets Bianca, De Bue Valérie, De Roo Stijn, Desalle Caroline, Diallo Elhadj Moussa, Diericx Manu, Durenne Véronique, El Hajjaji Hajib, El Yousfi Nadia, Goffinet Anne-Catherine, Gryffroy Andries, Hendrickx Marc, Lambelin Anne, Liekens Goedele, Maghroud Nawal, Mvumbi Luzolo Marie-Claire, Özen Özlem, Partyka Katrien, Pieters Andy, Pillen Jasper, Segers Katia, Teitelbaum Viviane, Tombeur Ine, d'Ursel Anne-Charlotte, Van Goidsenhoven Gaëtan, Vanlouwe Karl, Van Rompuy Peter, Vanryckegem Griet, Verduyckt Kris, Witsel Thierry

 

 

Stemming nr. 10

Vote no 10

 

Aanwezig: 46
Voor: 32
Tegen: 10
Onthoudingen: 4

Présents : 46
Pour : 32
Contre : 10
Abstentions : 4

 

Voor

Pour

 

Ahallouch Fatima, Blondel Vincent, Capoen An, Claes Allessia, Coel Arnout, Debaets Bianca, De Bue Valérie, De Roo Stijn, Desalle Caroline, Diallo Elhadj Moussa, Diericx Manu, Durenne Véronique, El Yousfi Nadia, Goffinet Anne-Catherine, Gryffroy Andries, Hendrickx Marc, Lambelin Anne, Maghroud Nawal, Mvumbi Luzolo Marie-Claire, Özen Özlem, Partyka Katrien, Pieters Andy, Segers Katia, Teitelbaum Viviane, Tombeur Ine, d'Ursel Anne-Charlotte, Van Goidsenhoven Gaëtan, Vanlouwe Karl, Van Rompuy Peter, Vanryckegem Griet, Verduyckt Kris, Witsel Thierry

 

 

Tegen

Contre

 

Ammi Jamila, Bernard Alice, Burssens Debby, Buysse Yves, Cocciolo Antonio, Deckmyn Johan, Slagmulder Kristof, Van Gestel Raf, Van Walle Patricia, Verreyt Hans

 

 

Onthouding

Abstention

 

D'Hose Stephanie, El Hajjaji Hajib, Liekens Goedele, Pillen Jasper