SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
21 avril 2010 21 april 2010
________________
Question écrite n° 4-7561 Schriftelijke vraag nr. 4-7561

de Louis Ide (Indépendant)

van Louis Ide (Onafhankelijke)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________________
Maisons de repos et de soins (MRS) - Visites en 2009 - Chiffres - Ventilation par région Rust- en verzorgingstehuizen (RVT) - Huisbezoeken in 2009 - Aantallen - Opsplitsing per gewest 
________________
médecin
médecine générale
soins à domicile
équipement social
examen médical
statistique officielle
répartition géographique
dokter
algemene geneeskunde
thuisverzorging
sociale voorzieningen
medisch onderzoek
officiële statistiek
geografische spreiding
________ ________
21/4/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 21/5/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode
21/4/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 21/5/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode
________ ________
Question n° 4-7561 du 21 avril 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-7561 d.d. 21 april 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Cette question reprend les questions écrites n°s 4-278 et 4-2310, mais vise à obtenir des chiffres plus récents. Ces questions portaient sur le nombre de visites dans les maisons de repos et de soins (MRS).

Le « Journal du médecin » du 12 octobre 2007 mentionnait le fait que les médecins travaillent de plus en plus sur rendez-vous. Pour beaucoup de patients, ce serait une manière facile d’éviter les salles d’attente bondées. Cela diminue aussi le nombre de visites à domicile qui prennent beaucoup de temps (et sont de plus en plus coûteuses à cause du prix des carburants). Il est scientifiquement prouvé que les meilleurs soins sont donnés dans le cabinet du médecin. Les médecins (généralistes) y disposent de tout le nécessaire pour dispenser les meilleurs soins. Cela leur évite aussi d'être confrontés à d'importants problèmes de parking. L’introduction d’un « stationnement illicite non gênant exigé » (SINGE) n’aurait pas un très grand impact sur la situation actuelle du trafic. Moins de visites à domicile signifierait moins de problèmes de parking, moins de sigles SINGE à délivrer et par conséquent, l'octroi plus facile de ces sigles par l’administration.

Afin de pouvoir mieux inventorier la situation, j’aimerais recevoir une réponse aux questions suivantes, qui traitent toutes des visites dans les maisons de repos et de soins (MRS) :

1. Combien de visites à un malade en MRS (numéro de nomenclature 103913) ont-elles eu lieu en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles au cours de l'année 2009 ? Quel pourcentage des consultations totales en MRS cela représente-t-il en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ? Quel était le total pour la Belgique au cours de cette année ?

2. Combien de « visites à un malade effectuées le soir entre 18 h et 21 h » en MRS (numéros de nomenclature 103913 et 104333) ont-elles eu lieu en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles au cours de l'année 2009 ? Quel pourcentage des consultations totales en MRS cela représente-t-il en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ? Quel était le total pour la Belgique au cours de cette année ?

3. Combien de « visites à un malade effectuées la nuit entre 21 h et 8 h » en MRS (numéros de nomenclature 103913 et 104311) ont-elles eu lieu en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles au cours de l'année 2009 ? Quel pourcentage des consultations totales en MRS cela représente-t-il en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ? Quel était le total pour la Belgique au cours de cette année ?

4. Combien de « visites à un malade effectuées un samedi, un dimanche ou un jour férié » en MRS (numéros de nomenclature 103913 et 104296) ont-elles eu lieu en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles au cours de l'année 2009  ? Quel pourcentage des consultations totales en MRS cela représente-t-il en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ? Quel était le total pour la Belgique au cours de cette année ?

 

Deze vraag herneemt de schriftelijke vragen nrs. 4-278 en 4-2310, maar peilt naar meer recente cijfers. Die vragen handelden over het aantal huisbezoeken in rust- en verzorgingstehuizen (RVT).

De Artsenkrant van 12 oktober 2007 maakte melding van het feit dat de artsen steeds meer met afspraken werken. Dat zou voor veel patiënten een gemakkelijke manier zijn om overvolle wachtkamers te vermijden. Hierdoor vermindert ook het aantal tijdrovende (en door de brandstofprijzen ook steeds duurdere) huisbezoeken van de arts. Tegelijk is het wetenschappelijk bewezen dat de beste zorgen in het dokterskabinet gebeuren. Daar heeft de arts (huisarts) alles bij de hand om de beste zorgen toe te dienen. Het neemt ook een boel frustratie weg bij de huisartsen die zeer veel parkeerproblemen ondervinden. Het invoeren van een AAP (aanvaard aangepast parkeren) zou dan ook niet zo'n grote impact hebben op de bestaande verkeerssituatie. Minder huisbezoeken leidt tot minder parkeerproblemen, minder nood aan AAP en bijgevolg een gemakkelijker toestaan van AAP door de overheid.

Om dit allemaal beter in kaart te kunnen brengen, had ik graag een antwoord gehad op volgende vragen. Zij handelen allemaal over huisbezoeken in rust- en verzorgingstehuizen (RVT):

1. Hoeveel gewone huisbezoeken in RVT (nomenclatuur nummer 103913) werden in 2009 gedaan in respectievelijk Vlaanderen, Wallonië en Brussel? Hoeveel procent van de totale consultaties in RVT in respectievelijk Vlaanderen, Wallonië en Brussel is dat? Hoeveel bedroeg het totaal voor België voor dat jaar?

2. Hoeveel avondhuisbezoeken tussen 18 u 00 en 21 u 00 in RVT (nomenclatuurnummers 103913 en 104333) werden in 2009 gedaan in respectievelijk Vlaanderen, Wallonië en Brussel? Hoeveel procent van de totale consultaties in RVT in respectievelijk Vlaanderen, Wallonië en Brussel is dat? Hoeveel bedroeg het totaal voor België voor dat jaar?

3. Hoeveel nachthuisbezoeken tussen 21 u 00 en 8 u 00 in RVT (nomenclatuurnummers 103913 en 104311) werden in 2009 gedaan in respectievelijk Vlaanderen, Wallonië en Brussel? Hoeveel procent van de totale consultaties in RVT in respectievelijk Vlaanderen, Wallonië en Brussel is dat? Hoeveel bedroeg het totaal voor België voor dat jaar?

4. Hoeveel weekend- en feestdaghuisbezoeken in RVT (nomenclatuurnummers 103913 en 104296) werden in 2009 gedaan in respectievelijk Vlaanderen, Wallonië en Brussel? Hoeveel procent van de totale consultaties in RVT in respectievelijk Vlaanderen, Wallonië en Brussel is dat? Hoeveel bedroeg het totaal voor België voor dat jaar?