SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
21 avril 2010 21 april 2010
________________
Question écrite n° 4-7556 Schriftelijke vraag nr. 4-7556

de Louis Ide (Indépendant)
van Louis Ide (Onafhankelijke)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale
aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________________
Dossier médical informatisé (DMI) - Chiffres - Ventilation par région Elektronisch medisch dossier (EMD) - Aantallen - Uitsplitsing per gewest 
________________
données médicales
document électronique
numérisation
médecin
Internet
statistique officielle
répartition géographique
medische gegevens
elektronisch document
digitalisering
dokter
internet
officiële statistiek
geografische spreiding
________ ________
21/4/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 21/5/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode
21/4/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 21/5/2010)
6/5/2010Einde zittingsperiode
________ ________
Question n° 4-7556 du 21 avril 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-7556 d.d. 21 april 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

J'ai déjà posé la question écrite n° 4-1565 sur ce point. Je la réitère afin d'obtenir des chiffres plus récents.

Dans une enquête de juin 2007 réalisée par l’Institut national d'assurance maladie-invalidité à la demande de la commission Medicomut, nous pouvons lire quelques éléments intéressants à propos de l’informatisation de l’activité des médecins généralistes. Les résultats indiquent entre autres que 8,4 % des médecins généralistes n’ont pas encore d’ordinateur dans leur cabinet. En outre, plus de 15 % n’ont pas d’imprimante et près de 20 % ne disposent pas d'une connexion internet dans leur cabinet.

Un peu plus loin, on fait une distinction entre néerlandophones et francophones en ce qui concerne quelques paramètres. Il est frappant que parmi les médecins sans ordinateur, près de 4 sur 5 (77 %) sont francophones. En outre, il ressort de ces données que les néerlandophones sont plus nombreux que les francophones à utiliser le dossier médical informatisé, DMI. Nous n’avons toutefois pas de données sur le nombre de médecins disposant d’un DMI mais seulement sur la répartition de ceux qui ont un DMI. De plus, la ventilation par région est plus intéressante pour l’analyse que la ventilation entre francophones et néerlandophones.

Cette question porte donc sur le nombre précis de médecins (généralistes) ayant un DMI et sur leur répartition régionale. Les chiffres peuvent notamment être obtenus sur la base de l'enquête et du nombre de médecins faisant appel à l'indemnité liée au DMI.

C'est pourquoi je souhaite poser les questions suivantes:

1. Quel est le pourcentage de médecins généralistes disposant actuellement d'un DMI, pourcentage pouvant être obtenu, le cas échéant, sur la base de l'enquête ou de la rémunération ?

2. Quel est le pourcentage de médecins disposant actuellement d'un DMI, pourcentage pouvant être obtenu, le cas échéant, sur la base de l'enquête ou de la rémunération ?

3. Quel est le pourcentage de médecins généralistes en Flandre, à Bruxelles et en Wallonie, disposant actuellement d'un DMI, pourcentage pouvant être obtenu, le cas échéant, sur la base de l'enquête ou de la rémunération ?

4. Quel est le pourcentage de médecins en Flandre, à Bruxelles et en Wallonie, disposant actuellement d'un DMI, pourcentage pouvant être obtenu, le cas échéant, sur la base de l'enquête ou de la rémunération ?

 

Ik stelde reeds de schriftelijke vraag nr. 4-1565 over dit thema. Ik herhaal deze vraag, met de bedoeling om nieuwe, recentere cijfers te bekomen.

Uit een enquête van juni 2007, georganiseerd door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) op vraag van Medicomut, kunnen we enkele interessante zaken leren in verband met de informatisering van huisartsen. We lezen in de resultaten onder andere dat nog steeds 8,4 % van de huisartsen geen computer heeft in de praktijk. Iets meer dan 15 % van de huisartsen doet het nog steeds zonder printer, terwijl bijna 20 % van de huisartsen verstoken blijft van een internetaansluiting in het kabinet.

Iets verder wordt voor enkele parameters ook een onderscheid gemaakt tussen Nederlandstaligen en Franstaligen. Het is frappant dat van de artsen zonder computer, bijna vier op de vijf (77 %) Franstalig is. Bovendien blijkt uit deze cijfers ook dat van alle artsen met een Elektronisch medisch dossier (EMD) er meer Nederlandstaligen zijn dan Franstaligen. Er worden echter geen cijfers gegeven van het aantal artsen dat over een EMD beschikt, enkel de onderverdeling van deze die wel een EMD hebben. Bovendien zijn cijfers per gewest interessanter voor analyse dan het onderscheid tussen Nederlandstaligen en Franstaligen.

Deze vraag handelt dus over de precieze aantallen van (huis)artsen met een EMD en de regionale verdeling ervan. De aantallen kunnen onder andere bekomen worden uit de enquête en het aantal artsen die een beroep doen op de daaraan gekoppelde vergoeding.

Daarom volgende vragen:

1. Hoeveel procent van de huisartsen beschikken vandaag over een EMD? Eventueel op basis van de enquête, eventueel op basis van de vergoeding.

2. Hoeveel procent van de artsen beschikken vandaag over een EMD? Eventueel op basis van de enquête, eventueel op basis van de vergoeding.

3. Hoeveel procent van de huisartsen in respectievelijk Vlaanderen, Brussel, Wallonië beschikken vandaag over een EMD? Eventueel op basis van de enquête, eventueel op basis van de vergoeding.

4. Hoeveel procent van de artsen in respectievelijk Vlaanderen, Brussel, Wallonië beschikken vandaag over een EMD? Eventueel op basis van de enquête, eventueel op basis van de vergoeding.