SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
21 avril 2010 21 april 2010
________________
Question écrite n° 4-7553 Schriftelijke vraag nr. 4-7553

de Louis Ide (Indépendant)

van Louis Ide (Onafhankelijke)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________________
Assurance hospitalisation - Nombres en 2009 - Répartition par région Hospitalisatieverzekeringen - Aantallen in 2009 - Opsplitsing per gewest 
________________
assurance privée
statistique officielle
répartition géographique
frais d'hospitalisation
particuliere verzekering
officiële statistiek
geografische spreiding
kosten voor ziekenhuisopname
________ ________
21/4/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 21/5/2010)
6/5/2010Antwoord
21/4/2010Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 21/5/2010)
6/5/2010Antwoord
________ ________
Aussi posée à : question écrite 4-7552 Aussi posée à : question écrite 4-7552
________ ________
Question n° 4-7553 du 21 avril 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-7553 d.d. 21 april 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Cette question prolonge la question écrite n° 4-2355 relative aux assurances hospitalisation. Ces assurances sont une composante importante de nos soins de santé. Une assurance hospitalisation ne constitue certes pas un luxe superflu, car un séjour à l'hôpital peut coûter très cher. On doit donc suivre ce dossier avec la plus grande vigilance.

La question précédente portait sur les années 2005, 2006, 2007 et 2008. Il importe toutefois de se baser autant que possible sur les chiffres les plus récents.

Par conséquent, je souhaiterais une réponse aux questions suivantes :

1. En 2009, combien de personnes disposaient-elles d'une assurance hospitalisation en Belgique ?

2. Le ministre peut-il ventiler ces chiffres par région (Flandre, Wallonie, Bruxelles) ?

3. Les chiffres régionaux peuvent-ils être détaillés par assureur (mutuelles et compagnies privées chapeautées par Assuralia) ?

4. Combien de ces assurances hospitalisation ont-elles été souscrites par l'intermédiaire de l'employeur, au total et par région ?

5. Combien de drop-outs après pension (personnes qui avaient une assurance par l'intermédiaire de l'employeur, mais l'ont résiliée en raison de son coût) a-t-on enregistrés en 2009 ?

6. Si l'on ne dispose pas de données à ce sujet, ne serait-il pas intéressant de l'étudier, sachant que le patient paie déjà de ses propres deniers 30 % du coût des soins de santé ?

 

Deze vraag borduurt voort op schriftelijke vraag nr. 4-2355, in verband met de hospitalisatieverzekeringen. Deze verzekeringen zijn een belangrijk onderdeel van onze gezondheidszorg. Een opname in het ziekenhuis kan immers handenvol geld kosten, en dan is een hospitalisatieverzekering absoluut geen overbodige luxe. Daarom moet dit ook met argusogen worden bekeken.

De vorige vraag handelde over de jaren 2005, 2006, 2007 en 2008. Het is echter belangrijk om zich zo vaak als mogelijk te baseren op de meest recente cijfers.

Daarom had ik graag een antwoord gekregen op volgende vragen:

1. Hoeveel mensen in België hadden in 2009 een hospitalisatieverzekering?

2. Kan de geachte minister de cijfers uit vraag één opsplitsen per gewest (Vlaanderen, Wallonië, Brussel)?

3. Kunnen de gewestelijke cijfers ook opgesplitst worden per verzekeraar (ziekenfondsen en de private maatschappijen die onder de koepel van Assuralia ressorteren)?

4. Hoeveel van deze hospitalisatieverzekeringen werden afgesloten via de werkgever, zowel in totaal als per gewest?

5. Hoeveel drop-outs (mensen die een hospitalisatieverzekering hadden via de werkgever, maar ze omwille van de kostprijs opzegden) werden in 2009 geregistreerd na pensionering?

6. Indien hier geen gegevens over zijn, is het dan niet interessant dit te onderzoeken, wetende dat de patiënt reeds 30 % van de kosten voor gezondheidszorg uit eigen zak betaalt?

 
Réponse reçue le 6 mai 2010 : Antwoord ontvangen op 6 mei 2010 :

En réponse à votre question, je peux vous communiquer les éléments suivants :

1 à 6. Les données pour l'année 2009 visées par votre question ne sont pas encore à disposition de l'Office de contrôle des mutualités et des unions nationales de mutualités. Il s’agit en effet de données qui doivent être reprises dans les comptes annuels de l’assurance complémentaire des entités mutualistes qui organisent de tels services, comptes annuels qui doivent être approuvés par l’assemblée générale de ces entités pour le 30 juin 2010 au plus tard et qui doivent être communiqués à l'Office de contrôle précité au plus tard le 7 juillet 2010.

J’attire toutefois d’ores et déjà votre attention sur le fait que:

- il arrive souvent qu'un même membre soit affilié à un service hospitalisation facultatif et à un service hospitalisation obligatoire qui se complètent l'un l'autre. Pour cette raison, les effectifs des différents services hospitalisation ne peuvent pas être purement et simplement additionnés pour connaître le nombre total d'assurés. L'Office de contrôle précité ne connaît pas ce dernier nombre ;

- l'Office de contrôle ne dispose pas de données scindées par région relatives au nombre d'affiliations ou au nombre d'affiliés à des services hospitalisation mutualistes ;

- il n'y a pas d'assurances collectives dans le secteur mutualiste, de sorte que les questions 5 et 6 sont sans objet.

In antwoord op uw vraag kan ik u het volgende meedelen:

1 tot 6. De gegevens voor het jaar 2009, bedoeld in uw vraag, zijn nog niet ter beschikking van de Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen. Het betreft inderdaad gegevens die moeten opgenomen worden in de jaarrekeningen van de aanvullende verzekering van de mutualistische entiteiten die dergelijke diensten organiseren, jaarrekeningen die vóór uiterlijk 30 juni 2010 moeten goedgekeurd worden door de algemene vergadering van deze entiteiten en die uiterlijk op 7 juli 2010 moeten meegedeeld worden aan voornoemde dienst.

Ik vestig evenwel reeds uw aandacht op het feit dat :

- het vaak voorkomt dat eenzelfde lid aangesloten is bij een facultatieve hospitalisatiedienst en bij een verplichte hospitalisatiedienst die elkaar aanvullen. Om deze reden kunnen de ledentallen van de verschillende hospitalisatiediensten niet zomaar worden samengeteld om het totaal aantal verzekerden te kennen. Voornoemde Controledienst kent laatstgenoemd aantal niet;

- de Controledienst niet over gegevens, opgesplitst per gewest, betreffende het aantal aansluitingen of het aantal verzekerden bij mutualistische hospitalisatiediensten beschikt;

- er in de ziekenfondssector geen collectieve verzekeringen zijn zodat de vragen 5 en 6 zonder voorwerp zijn.