SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
7 avril 2008 7 april 2008
________________
Question écrite n° 4-754 Schriftelijke vraag nr. 4-754

de Louis Ide (CD&V N-VA)

van Louis Ide (CD&V N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
Inami - Audit permanent - Opticiens - Dépenses RIZIV - Permanente audit - Opticiens - Uitgave 
________________
statistique officielle
répartition géographique
profession paramédicale
assurance maladie
officiële statistiek
geografische spreiding
paramedisch beroep
ziekteverzekering
________ ________
7/4/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
3/6/2008Antwoord
7/4/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
3/6/2008Antwoord
________ ________
Question n° 4-754 du 7 avril 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-754 d.d. 7 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Lorsqu’on lit l’audit permanent de l’Inami concernant le premier semestre de 2007, on remarque une augmentation des dépenses dues aux opticiens.

Toutefois, on ne dispose pas à nouveau d’une répartition régionale de ces données. Pour être en mesure de mieux estimer la situation et les différences entre les deux parties du pays, je souhaiterais recevoir une réponse aux questions suivantes. Les données demandées ne doivent pas nécessairement trouver leur source dans l’audit de l’Inami, mais peuvent avoir d’autres provenances.

1. Combien y avait-t-il d’opticiens en Flandre en 2005, 2006 et 2007 ?

2. Combien y avait-t-il d’opticiens en Wallonie en 2005, 2006 et 2007 ?

3. Combien y avait-t-il d’opticiens à Bruxelles en 2005, 2006 et 2007 ?

4. La ministre peut-elle donner la répartition des dépenses pour les opticiens tirées de l’audit permanent de l’Inami pour le premier semestre de 2007 selon les régions (Flandre, Wallonie, Bruxelles) ?

5. Peut-elle communiquer les chiffres de 2005 et 2006, en les répartissant également par région (Flandre, Wallonie, Bruxelles) ?

 

Wanneer men de permanente audit van het RIZIV handelend over het eerste semester van 2007 doorneemt, merkt men een stijging van de uitgaven wat betreft de uitgaven van de opticiens.

Hier ontbreken echter opnieuw de regionale verdeling van deze data. Om de situatie en de verschillen tussen beide landsdelen beter te kunnen inschatten had ik van de geachte minister graag een antwoord gekregen op volgende vragen. De gevraagde cijfers dienen niet noodzakelijk uit de RIZIV-audit te komen, maar kunnen eventueel ook uit andere bronnen gedistilleerd worden.

1. Hoeveel opticiens zijn er in Vlaanderen, en dit voor de jaren 2005, 2006 en 2007?

2. Hoeveel opticiens zijn er in Wallonië, en dit voor de jaren 2005, 2006 en 2007?

3. Hoeveel opticiens zijn er in Brussel, en dit voor de jaren 2005, 2006 en 2007?

4. Kan de geachte minister de uitgaven voor opticiens in de permanente RIZIV-audit van het eerste semester van 2007 opsplitsen naar gewest (Vlaanderen, Wallonië, Brussel)?

5. Kan zij mij ook de cijfers van 2005 en 2006 bezorgen, eveneens opgesplitst per gewest (Vlaanderen, Wallonië, Brussel)?

 
Réponse reçue le 3 juin 2008 : Antwoord ontvangen op 3 juni 2008 :

Il s'agit de données comptables.

Les données 2007 ne sont pas disponibles pour les questions 1 à 3.

Données questions 1, 2 et 3 :

20052006
Flandre181178
Wallonie1 2421 224
Bruxelles629636

Données questions 4 et 5 :

Dépenses200520062007
Flandre1 067 510,291 165 717,121 197 628,89
Wallonie5 572 131,065 767 201,766 043 108,02
Bruxelles3 715 722,823 982 324,304 259 552,77
Total10 355 364,1710 915 243,1811 500 289,68
Cas200520062007
Flandre17 16818 00318 240
Wallonie85 19683 96984 606
Bruxelles62 82565 71368 523
Total165 188167 686171 369

Je voudrais pour conclure apporter une précision importante :

Les coûts régionaux par bénéficiaire qui sont communiqués ici sont des coûts régionaux non-standardisés. Ils sont obtenus en divisant simplement les dépenses pour une certaine région par le nombre d'assurés d'une région déterminée.

Ces coûts régionaux non-standardisés ne tiennent pas compte des éventuelles caractéristiques spécifiques d'une région déterminée concernant :

— la structure d'âge et le sexe;

— la présence d'assurés ayant un régime préférentiel;

— la présence d'actifs, d'invalides, veuves et orphelins, ... (le soi-disant état social).

Ces remarques spécifiques pour une certaine région constitueront une source de différences avec les coûts des autres régions mais ces différences doivent être objectivées avec les caractéristiques spécifiques de ces régions déterminées.

Pour cette raison, il vaut mieux utiliser des coûts régionaux standardisés. On effectue alors une standardisation sur la base de l'âge, du sexe, de l'état social et du régime préférentiel. Lors de la comparaison des coûts régionaux standardisés, on tient donc effectivement compte des caractéristiques spécifiques d'une région déterminée et de cette manière la comparaison avec les autres régions est plus correcte et plus homogène. Les caractéristiques spécifiques d'une certaine région (sur le plan de l'âge, du sexe, ...) ne seront plus à l'origine de différences avec les autres régions.

L'INAMI s'attèle actuellement à standardiser les données des dépenses pour l'année 2006 sur la base de l'âge, du sexe et du statut social (y compris le régime préférentiel) et soumettra un rapport à ce sujet au Conseil général pour la fin 2008 et fera ensuite un rapport annuel.

Het gaat om geboekte gegevens.

De gegevens 2007 zijn niet beschikbaar voor de vragen 1 tot 3.

Gegevens betreffende vragen 1, 2 en 3 :

20052006
Vlaanderen181178
Wallonië1 2421 224
Brussel629636

Gegevens betreffende vragen 4 en 5 :

Uitgaven200520062007
Vlaanderen1 067 510,291 165 717,121 197 628,89
Wallonië5 572 131,065 767 201,766 043 108,02
Brussel3 715 722,823 982 324,304 259 552,77
Totaal10 355 364,1710 915 243,1811 500 289,68
Gevallen200520062007
Vlaanderen17 16818 00318 240
Wallonië85 19683 96984 606
Brussel62 82565 71368 523
Totaal165 188167 686171 369

Om af te sluiten zou ik een belangrijke precisering willen aanbrengen :

De regionale kostprijzen per rechthebbende die hier meegedeeld worden zijn niet-gestandaardiseerde regionale kostprijzen. Deze worden bekomen door de eenvoudige deling van de uitgaven voor een bepaalde regio door het aantal verzekerden van een bepaalde regio.

Deze niet-gestandaardiseerde regionale kostprijzen houden geen rekening met de mogelijke specifieke kenmerken van een bepaalde regio met betrekking tot :

— de leeftijdstructuur en geslacht;

— de aanwezigheid van verzekerden met de voorkeurregeling;

— de aanwezigheid van aktieven, invaliden, weduwen en wezen, ... (de zogenaamde sociale stand).

Deze specifieke kenmerken voor een bepaalde regio zullen een bron vormen van verschillen met de kostprijzen van andere regio's, maar deze verschillen zijn te objectiveren door die specifieke kenmerken van die bepaalde regio.

Vandaar dat het beter is om te werken met gestandaardiseerde regionale kostprijzen. Er wordt dan een standaardisering doorgevoerd op basis van leeftijd, geslacht, sociale stand en voorkeurregeling. Bij de vergelijking van gestandaardiseerde regionale kostprijzen houdt men dus wel rekening met specifieke kenmerken van een bepaalde regio, en op die manier wordt de vergelijking met andere regio's homogener en correcter. De specifieke kenmerken van een bepaalde regio (op het gebied van leeftijd, geslacht, ...) zullen dan niet meer aan de oorzaak liggen van verschillen met andere regio's.

Het RIZIV werkt momenteel aan een standaardisering van de uitgavengegevens voor het jaar 2006 op basis van leeftijd, geslacht en sociaal statuut (inclusief voorkeurregeling) en zal hierover een rapport voorleggen aan de algemene raad tegen eind 2008, en vervolgens jaarlijks rapporteren.