SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
3 avril 2008 3 april 2008
________________
Question écrite n° 4-658 Schriftelijke vraag nr. 4-658

de Louis Ide (CD&V N-VA)

van Louis Ide (CD&V N-VA)

à la vice-première ministre et ministre de l'Emploi et de l'Egalité des chances

aan de vice-eersteminister en minister van Werk en Gelijke Kansen
________________
Fonds amiante - Demandes - Arriéré Asbestfonds - Vorderingen - Achterstand 
________________
amiante
aide aux victimes
victime
indemnisation
Fonds des maladies professionnelles
asbest
slachtofferhulp
slachtoffer
vergoeding
Fonds voor de Beroepsziekten
________ ________
3/4/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
29/7/2008Antwoord
3/4/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/5/2008)
29/7/2008Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 4-498
Aussi posée à : question écrite 4-573
Réintroduction de : question écrite 4-498
Aussi posée à : question écrite 4-573
________ ________
Question n° 4-658 du 3 avril 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-658 d.d. 3 april 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Depuis le 1er avril 2007, les victimes de la pollution à l’amiante peuvent s’adresser au Fonds amiante pour obtenir une indemnisation. Ce Fonds a été créé au sein du Fonds des maladies professionnelles. Voici quelques semaines, j’ai posé une question écrite relative à ce thème et une autre a été posée par Jan Jambon en commission de la Chambre. Je me réjouis que ce thème que j’ai soumis à la discussion, fasse l’objet depuis lors d’une grande attention, également de la part de collègues d’autres partis. Il s’agit d’un thème très important qui mérite toute l’attention dont il bénéficie.

Voici quelques semaines, il était toutefois question d’un arriéré dans le traitement des dossiers par le Fonds amiante. C’est dommage car, dans la plupart des cas, les personnes invalides ne peuvent vraiment pas attendre leur indemnité et n’ont pour la plupart plus la force et le courage de la réclamer. Dans ce cadre, j’aimerais encore poser quelques questions à la ministre.

1. Combien de demandes de victimes ont-elles été instruites depuis le 1er avril 2007 ?

2. Combien de victimes ont-elles effectivement déjà obtenu leur indemnisation depuis le 1er avril 2007 ?

3. Combien de demandes de victimes n’ont-elles

pas encore été instruites ?

4. La ministre peut-elle me dire quand l’arriéré sera résorbé par le Fonds amiante ?

 

Slachtoffers van asbestvervuiling kunnen sinds 1 april 2007 terecht bij het Asbestfonds voor hun schadevergoeding. Dit Fonds is opgericht binnen de schoot van het Fonds voor de Beroepsziekten. Enkele weken terug stelde ik een schriftelijke vraag in verband met dit thema, ook in de bevoegde commissie in de Kamer van volksvertegenwoordigers werd door collega Jan Jambon een vraag gesteld. Het stemt me heel tevreden dat dit thema, dat ik aanhangig maakte, sindsdien heel wat aandacht krijgt, ook van collega’s van andere partijen. Het is een heel belangrijk thema en het verdient alle aandacht die het krijgt.

Enkele weken terug was er echter sprake van een achterstand in de behandeling van de dossiers bij het Asbestfonds. Dit is jammer, want hulpbehoevende mensen kunnen in de meeste gevallen echt niet wachten op hun uitkering en hebben meestal de kracht en de moed niet meer om deze af te dwingen. In dat kader had ik nog enkele vragen, die ik door de geachte minister graag beantwoord had gezien:

1. Hoeveel aanvragen van slachtoffers zijn sinds 1 april 2007 reeds behandeld?

2. Hoeveel slachtoffers hebben effectief hun uitkering al gekregen sinds 1 april 2007?

3. Hoeveel aanvragen van slachtoffers zijn nog niet behandeld?

4. Kan de geachte minister me zeggen tegen wanneer de achterstand door het Asbestfonds zal weggewerkt zijn?

 
Réponse reçue le 29 juillet 2008 : Antwoord ontvangen op 29 juli 2008 :

Pour la réponse à cette question parlementaire, je renvoie l'honorable membre à la réponse à la question nº 4-573, donnée par la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique.

Voor het antwoord op deze parlementaire vraag verwijs ik het geachte lid naar het antwoord op de vraag nr. 4-573, gegeven door de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid.