SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2009-2010 Zitting 2009-2010
________________
7 décembre 2009 7 december 2009
________________
Question écrite n° 4-5304 Schriftelijke vraag nr. 4-5304

de Louis Ide (Indépendant)

van Louis Ide (Onafhankelijke)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________________
Vlaamse Kruis - Utilisation du coffre catastrophe - Agrément complet Vlaamse Kruis - Gebruik van de rampenkoffer - Volledige erkenning 
________________
premiers secours
médecine d'urgence
transport de malades
eerste hulp
geneeskundige noodhulp
ziekentransport
________ ________
7/12/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
5/1/2010Antwoord
7/12/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/1/2010)
5/1/2010Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 4-4745 Réintroduction de : question écrite 4-4745
________ ________
Question n° 4-5304 du 7 décembre 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-5304 d.d. 7 december 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Cette question est en fait un prolongement de la question écrite n° 4-4622 du 30 septembre 2009 où j'aborde le problème de la Vlaamse Kruis, un service de secours actif en Flandre. Comme chacun le sait, la Croix-Rouge de Belgique est active dans certains domaines comme le service du sang, la coopération au développement mais aussi l'assistance, les premiers secours en cas d'accidents et le transport des malades. Elle est également un partenaire reconnu qui intervient dans les situations catastrophiques. La Croix-Rouge de Belgique se compose d'une aile flamande et d'une aile francophone pour tout l'aspect opérationnel.

En Flandre, il existe aussi la Vlaamse Kruis. Il s'agit de la seconde association en importance de Flandre et de Belgique.

Elle s'occupe également des premiers secours (avec formation) et du transport des malades.

Son apport correspond à près d'un sixième des activités déployées par la Rode Kruis Vlaanderen dans ces domaines.

La Vlaamse Kruis et la Rode Kruis Vlaanderen ne se concurrencent pas, elles sont collègues et travaillent dans la compréhension mutuelle.

Toutefois la Vlaamse Kruis ne peut utiliser, dans certaines situations, le coffre-catastrophe. Leur nombre est limité par province alors qu'ils devraient être à la disposition de tous les services de secours.

Autrement dit, la ministre estime-t-elle que tous les services de secours devraient pouvoir utiliser le coffre-catastrophe lorsqu'ils assurent les soins et l'assistance lors de manifestations ? Des associations comme la Croix-Rouge et la Vlaamse Kruis sont reconnues pour leur expertise puisqu'elles délivrent des attestations de formation aux premiers secours et veillent à ce que les organisateurs respectent les prescriptions de sécurité. En d'autres termes, ne faut-il pas accorder à la Vlaamse Kruis un agrément complet ?

 

Deze vraag sluit eigenlijk aan bij de schriftelijke vraag nr. 4-4622 van 30 september 2009 waar ik de problematiek aankaartte van het Vlaamse Kruis als hulpdienst actief in Vlaanderen. Het Belgische Rode Kruis is zoals genoegzaam bekend werkzaam op een aantal domeinen zoals de dienst voor het bloed, ontwikkelingssamenwerking, maar ook bijstand, eerste hulp bij ongelukken (EHBO) en ziekenvervoer. Het Rode Kruis wordt daarvoor ook ingeschakeld als erkende partner in rampsituaties. Het Belgische Rode Kruis valt uiteen in een Vlaamse vleugel en een Franstalige vleugel voor het hele operationele gedeelte.

In Vlaanderen bestaat ook het Vlaamse Kruis. Het Vlaamse Kruis is de op een na grootste vereniging in Vlaanderen, maar ook in België.

Zij zijn ook actief in de eerste-hulpverlening (met opleiding) en ziekenvervoer.

Dit komt ongeveer overeen met één zesde van de activiteitsgraad van het Rode Kruis Vlaanderen op deze vlakken.

Het Vlaamse Kruis en het Rode Kruis Vlaanderen zijn geen concurrenten, het zijn collega’s die elkaar goed begrijpen.

Doch het Vlaamse Kruis kan in bepaalde situaties geen gebruik maken van de rampenkoffer. Het aantal is beperkt per provincie en zou eigenlijk toch ter beschikking moeten staan van alle hulpdiensten als ze daarvoor de nood hebben.

Met andere woorden, vindt de geachte minister dat eender welke hulpdienst moet kunnen gebruik maken van de rampenkoffer als deze instaan voor zorg en hulp bij manifestaties? Deze verenigingen zoals het Rode Kruis en het Vlaamse Kruis zijn erkend voor hun expertise, want ze leveren attesten af van opleiding tot EHBO’er en zorgen er voor dat organisatoren in orde zijn met veiligheidsvoorschriften. Met andere woorden moet ook geen volledige erkenning volgen van het Vlaamse Kruis?

 
Réponse reçue le 5 janvier 2010 : Antwoord ontvangen op 5 januari 2010 :

Cette réponse fait suite à celles que vous avez déjà reçues à votre question n° S5295.

Les coffres "catastrophes" sont des moyens d'intervention appartenant à l'autorité fédérale en cas de catastrophes de grande ampleur. Ces coffres ne sont donc pas destinés à être utilisés par l'une ou l'autre organisation, mais par tous les intervenants sur le site de la catastrophe. Ces coffres sont actuellement stockés auprès de la Croix-Rouge de Belgique sur tout le territoire belge et seront acheminés sur place par les moyens d'intervention rapides (MIR).

Les coffres précités ne sont pas "utilisés" lors de manifestations, mais peuvent, à la demande de l'inspecteur d'hygiène fédéral, être prépositionnés dans un certain nombre de situations et uniquement lors de manifestations d'envergure comme mesure préventive au cas où se produirait un événement calamiteux.

Lors de grandes manifestations auxquelles la Croix-Rouge flamande est présente, les moyens seront acheminés sur les lieux au moment de l'annonce d'une catastrophe de la manière décrite ci-avant. Si un prépositionnement est nécessaire, c'est l'inspecteur d'hygiène fédéral qui en prend la décision.

La délivrance des attestations de formation ne donne droit à aucune forme d'agrément général. La présence préventive d'organisations aux manifestations d'organisateurs ne justifie pas qu'elles seraient en conformité avec la loi.

Ce qui précède est exécuté par plusieurs organisations en Belgique et ne constitue nullement une base pour une forme "d'agrément complet".

Cependant, dans leurs avis concernant le personnel des services de prévention, les commissions provinciales demandent, lorsque cela est nécessaire, l'attestation reconnue d'aide médicale urgente (badge 100) qui est délivrée à l'issue d'une formation organisée par les centres de formation et de perfectionnement des secouristes-ambulanciers

Ik sluit aan bij mijn antwoorden die u reeds mocht ontvangen op vraag S5295.

De rampenkoffers zijn federale middelen voor tussenkomst bij grootschalige rampen die toebehoren aan de Federale Overheid. Deze koffers dienen aldus niet voor inzet door één of andere organisatie maar voor inzet op het rampterrein door alle intervenianten.

Deze koffers worden momenteel opgeslagen bij het Belgische Rode Kruis over het gehele Belgische grondgebied en zullen door het Belgische Rode Kruis ter plaatse worden gebracht door de Snelle Interventie Middelen (SIM)

De hierboven vermelde rampenkoffers worden niet “gebruikt” bij manifestaties maar kunnen, op vraag van de Federaal Gezondheidsinspecteur, in een aantal gevallen en enkel bij zeer grote manifestaties worden geprepositioneerd als preventieve maatregel voor het geval er zich een rampspoedige gebeurtenis zou voordoen. Bij grote manifestaties, waarbij het Vlaamse Kruis aanwezig is, zullen bij de afkondiging van een ramp de middelen ter plaatse worden gebracht zoals eerder beschreven. Indien er noodzaak is aan prepositionering ligt dit aan de beslissing van de Federaal Gezondheidsinspecteur.

De aflevering van attesten voor opleidingen geeft geen aanleiding tot een soort algemene erkenning. Het feit dat organisaties preventief aanwezig zijn op manifestaties van organisatoren, legt geen wettelijke basis voor het feit dat deze laatste conform met de wet zouden zijn. Bovenstaande wordt uitgevoerd door meerdere organisaties in België en is geenszins een basis tot een soort van “volledige erkenning”.

In de adviezen van de provinciale commissies met betrekking tot het personeel voor preventieve diensten wordt wel, wanneer nodig, het erkend attest van dringende geneeskundige hulpverlening (badge 100) gevraagd welke verleend wordt na een opleiding georganiseerd door de erkende opleidings- en vervolmakingscentra voor hulpverleners-ambulanciers.