SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
12 mars 2008 12 maart 2008
________________
Question écrite n° 4-494 Schriftelijke vraag nr. 4-494

de Louis Ide (CD&V N-VA)

van Louis Ide (CD&V N-VA)

à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
Césariennes - Nombre - Chiffres corrigés Keizersneden - Aantallen - Verbeterde cijfers 
________________
maternité
gynécologie
Institut national d'assurance maladie-invalidité
statistique officielle
répartition géographique
moederschap
gynaecologie
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
officiële statistiek
geografische spreiding
________ ________
12/3/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 10/4/2008)
19/3/2008Dossier gesloten
12/3/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 10/4/2008)
19/3/2008Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 4-572 Réintroduite comme : question écrite 4-572
________ ________
Question n° 4-494 du 12 mars 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-494 d.d. 12 maart 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Dans une réponse à ma question écrite nº 4-135 relative aux accoucheuses, j’ai reçu de l'honorable ministre une réponse pertinente. Les chiffres relatifs au nombre de césariennes pratiquées étaient étonnants. Tant en Flandre qu’en Wallonie et à Bruxelles, on a constaté un quasi-doublement du nombre de césariennes effectuées en 2006 par rapport à l’année 2005 (respectivement 19 108, 14 025, 4 861 en 2006 contre 11 656, 7 547, 2 515 en 2005). Si nous extrapolons les chiffres de juin 2007 (Flandre : 9 848, Wallonie : 6 702, Bruxelles : 2 413) sur une année complète, on atteint à nouveau le même niveau très élevé de 2006.

J’ai reçu entre-temps l’avis de l’INAMI indiquant que les chiffres ne sont pas exacts. Le nombre total de césariennes pratiquées en 2005 serait de 21 493, ce qui correspond pratiquement à la réponse reçue. Pour 2006, cependant, le nombre de césariennes effectuées serait de 23 356, donc nettement moins que les chiffres cités par l'honorable ministre. Pour 2007 également, il y a une différence importante (11 587 au lieu de 18 963). Je remercie l’INAMI de cette correction, mais j’aimerais recevoir une réponse aux questions suivantes :

1. L'honorable ministre peut-elle me donner la ventilation par région des chiffres corrects fournis par l’INAMI ?

2. Pourquoi m’a-t-elle donné dans un premier temps des chiffres inexacts ; en d’autres termes, où l’erreur s’est-elle produite lors de la réponse à la question initiale ?

 

In een antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 4-135 in verband met de vroedvrouwen kreeg ik van de geachte minister een degelijk antwoord. Opvallend echter waren de cijfers in verband met het aantal uitgevoerde keizersneden. Zowel in Vlaanderen, Wallonië als Brussel merkte men een quasi verdubbeling van het aantal uitgevoerde keizersneden in 2006 ten opzichte van het jaar 2005 (respectievelijk 19 108, 14 025, 4 861 in 2006 tegenover 11 656, 7 547, 2 515 in 2005). Als we de cijfers van juni 2007 (Vlaanderen: 9 848, Wallonië: 6 702, Brussel: 2 413) extrapoleren naar een volledig jaar komt men opnieuw op hetzelfde heel hoge peil van 2006.

Ik kreeg intussen het bericht van het RIZIV dat de cijfers niet kloppen. Het totaal aantal keizersneden uitgevoerd in 2005 zou 21 493 zijn, dus dat komt ongeveer overeen met het gekregen antwoord. Voor 2006 echter zou het aantal uitgevoerde keizersneden 23 356 bedragen, toch aanzienlijk minder dan de cijfers die de minister doorspeelde. Ook voor 2007 (11 587 in plaats van 18 963) is er aanzienlijk verschil. Ik dank het RIZIV voor deze correctie, maar zou over de werkelijke cijfers toch graag een antwoord krijgen op volgende vragen:

1. Kan de geachte minister de correcte cijfers van het RIZIV opsplitsen per gewest?

2. Waarom gaf zij me in eerste instantie foute cijfers, met andere woorden, waar is het fout gelopen bij het beantwoorden van de initiële vraag?