SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
14 mars 2008 14 maart 2008
________________
Question écrite n° 4-398 Schriftelijke vraag nr. 4-398

de Louis Ide (CD&V N-VA)

van Louis Ide (CD&V N-VA)

au ministre de l'Intérieur

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________________
Établissements scientifiques nationaux - Institutions culturelles nationales - Budget - Emploi des langues Nationale wetenschapinstellingen - Nationale kunstinstellingen - Budget - Taalgebruik 
________________
établissements scientifiques et culturels fédéraux
emploi des langues
budget
musique
arts du spectacle
beaux-arts
personnel
federale wetenschappelijke en culturele instellingen
taalgebruik
begroting
muziek
dramatische kunst
schone kunsten
personeel
________ ________
14/3/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 18/4/2008)
19/3/2008Dossier gesloten
14/3/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 18/4/2008)
19/3/2008Dossier gesloten
________ ________
Aussi posée à : question écrite 4-399
Réintroduite comme : question écrite 4-614
Aussi posée à : question écrite 4-399
Réintroduite comme : question écrite 4-614
________ ________
Question n° 4-398 du 14 mars 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-398 d.d. 14 maart 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Une série d'articles parus dans De Standaard ont révélé que le maintien des établissements scientifiques et institutions culturelles nationaux est l'une des priorités royales. Bon nombre d'entre eux sont situés à Bruxelles et constituent un énorme atout pour cette ville. L'expérience m'a appris que les lois linguistiques sont mal respectées dans ces établissements et institutions, qui sont pourtant aussi financés par les Flamands. On pourrait donc s'attendre à ce que l'ensemble de leur personnel maîtrise les deux langues nationales afin que ces établissements et institutions représentent la Belgique comme étant un pays où existent principalement deux communautés.

Je souhaite une réponse aux questions suivantes.

1. Le ministre peut-il me fournir une liste des établissements et institutions en question?

2. Où sont-ils situés?

3. Quel est leur budget global? Quel est le budget par établissement/institution?

4. Existe-t-il un cadre linguistique pour ces établissement et institutions? Dans la négative, quelle est la proportion de néerlandophones et de francophones dans le cadre supérieur et inférieur du personnel de chacun de ces établissements/institutions?

5. Qu'en est-il des conseils d'administration et des directions de ces établissements et institutions? Comment sont-ils composés? Veille-t-on à y assurer un équilibre linguistique? De quelle manière? Les rapports sont-ils par exemple rédigés en français et en néerlandais?

6. Existe-t-il des associations reconnues officiellement (« Les amis de... asbl ») liées aux établissements ou institutions? De quelle nature sont-elles? Quelle est leur langue véhiculaire et comment communiquent-elles? Dans quelle langue nationale?

 

In een artikelenreeks van De Standaard kwam aan het licht dat het behouden van de nationale wetenschap- en kunstinstellingen één van de koninklijke prioriteiten is. Vele van deze federale instellingen liggen in Brussel en zijn een enorme troef voor deze stad. Mijn ervaring leert me dat in deze instellingen de taalwetten moeilijk worden nageleefd, hoewel deze ook door Vlamingen worden gefinancierd. Men zou dus toch mogen verwachten dat het gehele personeel van deze instellingen beide landstalen machtig is omdat zij op die manier België vertegenwoordigen als zijnde een land waar hoofdzakelijk twee gemeenschappen bestaan.

Ik had betreffende deze instellingen graag op volgende vragen een antwoord gekregen van de geachte minister :

1. Kan hij een lijst geven met de instellingen die allemaal onder deze vlag vallen ?

2. Waar zijn deze instellingen gelegen ?

3. Wat is het globaal budget voor deze instellingen ? En hoeveel is het budget per instelling ?

4. Bestaat er een taalkader voor deze instellingen ? Zo neen, wat is dan de verhouding tussen Nederlandstaligen en Franstaligen in het hoger en het lager personeelskader voor ieder van deze instellingen ?

5. Hoe zit het met de raden van bestuur van deze instellingen en hun directies, hoe zijn die samengesteld en wordt ook hier ervoor gezorgd dat er een taalevenwicht is ? En op welke manier ? Worden de verslagen bijvoorbeeld opgesteld in het Frans en Nederlands ?

6. Bestaan er officiële erkende verenigingen ("Vrienden van… VZW"), gekoppeld aan de instellingen en welk karakter hebben ze ? Wat is hun voertaal en hoe communiceren ze, in welke landstaal ?