SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
13 février 2008 13 februari 2008
________________
Question écrite n° 4-343 Schriftelijke vraag nr. 4-343

de Louis Ide (CD&V N-VA)

van Louis Ide (CD&V N-VA)

à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
Dentistes - Enfants de moins de 12 ans - Soins gratuits - Promotion Tandartsen - Kinderen onder de 12 jaar - Gratis verzorging - Promotie 
________________
dentiste
médecine dentaire
assurance maladie
gratuité des soins
sensibilisation du public
politique de la santé
éducation sanitaire
répartition géographique
enfant
tandarts
tandheelkunde
ziekteverzekering
kosteloze medische verzorging
bewustmaking van de burgers
gezondheidsbeleid
hygiëneonderwijs
geografische spreiding
kind
________ ________
13/2/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 13/3/2008)
19/3/2008Dossier gesloten
13/2/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 13/3/2008)
19/3/2008Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 4-542 Réintroduite comme : question écrite 4-542
________ ________
Question n° 4-343 du 13 février 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-343 d.d. 13 februari 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Un article de Contactpunt, la revue spécialisée de la Vlaamse tandartsenvereniging (Association flamande des dentistes), met en évidence une nette différence entre le nord et le sud du pays pour ce qui concerne les dépenses pour soins dentaires. On savait depuis longtemps déjà que la Flandre dépensait davantage en prévention mais, depuis l’audit réalisé par l’Inami, il est également manifeste que l’orthodontie et les consultations sont plus populaires en Flandre. C’est une bonne chose pour l’évolution future.

Je m’étonne également que les soins gratuits pour les moins de 12 ans soient si populaires dans le sud du pays. C’est une bonne chose car on ne commence jamais assez tôt à soigner ses dents. En tant que médecin, je suis surtout intrigué par les raisons de ce succès. Nous pouvons en tirer des enseignements.

Je souhaiterais dès lors poser à la ministre les questions suivantes :

1. Une campagne fédérale de promotion des soins dentaires gratuits pour les moins de 12 ans a-t-elle été menée ? Dans l’affirmative, cette campagne a-t-elle été mieux concrétisée dans le sud du pays ? En supposant qu’une campagne ait été menée, quel a été son coût et comment les dépenses se répartissaient-elles entre les régions/communautés ?

2. Les régions ou communautés ont-elles pris des initiatives pour promouvoir ces soins gratuits ? Dans l’affirmative, quelles initiatives ont été prises par quelle communauté ou région ?

3. Ces soins gratuits ont-ils été encouragés par certaines mutualités ? Dans l’affirmative, desquelles s’agissait-il ? Cette promotion a-t-elle davantage été assurée par des mutualités francophones (tant en chiffres absolus que relatifs) ?

4. D’autres instances ont-elles mené des campagnes de promotion (école, ONE, Kind en Gezin, …) ?

 

In Contactpunt, het vakblad van de Vlaamse tandartsenvereniging (VTT), toont een artikel een duidelijk verschil zien in de situatie tussen het Noorden en Zuiden van het land met betrekking tot de tandheelkundige uitgaven. Het was al een tijd bekend dat Vlaanderen meer geld uitgaf aan preventie, maar sinds de audit is ook duidelijk dat orthodontie en consulten populairder zijn in Vlaanderen. Met het oog op de toekomst is dit een goede zaak.

Wat mij in deze ook verbaasde is dat de gratis zorg bij de -12 jarigen zo populair is in het zuiden van het land. Dat is een goede zaak, want men kan niet vroeg genoeg beginnen met tandzorg. Als medicus ben ik vooral geïntrigeerd door het waarom achter die populariteit. We kunnen hiervan leren.

Daarom had ik van de minister graag een antwoord gehad op de volgende vragen:

1. Is er een federale campagne geweest om gratis tandzorg te promoten bij de -12 jarigen? Zo ja, was die campagne beter geïmplementeerd in het zuiden van het land? In de veronderstelling dat er een campagne was, hoeveel is er uitgegeven en welke was de verdeling van deze uitgaven per gewest/gemeenschap?

2. Zijn er initiatieven geweest van de gewesten of gemeenschappen om dit te promoten? Zo ja, welke initiatieven zijn genomen door welke gemeenschap of welk gewest?

3. Zijn er ziekenfondsen geweest die dit hebben gepromoot? Zo ja, de welke? Zijn er meer Franstalige ziekenfondsen die dit hebben gepromoot (zowel in absolute cijfers als proportionele cijfers)?

4. Waren er andere instanties die aan promotie hebben gedaan (scholen, Kind en Gezin, Office national de l’enfance, …)?