| SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ________ | ________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Session 2008-2009 | Zitting 2008-2009 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ________ | ________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| 27 mars 2009 | 27 maart 2009 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ________ | ________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Question écrite n° 4-3261 | Schriftelijke vraag nr. 4-3261 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
de Louis Ide (Indépendant) |
van Louis Ide (Onafhankelijke) |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique |
aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ________ | ________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Dossier médical informatisé (DMI) - Chiffres - Ventilation régionale | Elektronisch medisch dossier (EMD) - Aantallen - Regionale opsplitsing | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ________ | ________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| données médicales médecin Internet document électronique numérisation statistique officielle répartition géographique |
medische gegevens dokter internet elektronisch document digitalisering officiële statistiek geografische spreiding |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ________ | ________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| ________ | ________ | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Question n° 4-3261 du 27 mars 2009 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 4-3261 d.d. 27 maart 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
J’ai déjà rédigé la question écrite n° 4-1565 sur ce sujet. Je l’adresse à nouveau à la ministre dans l’espoir d’obtenir des chiffres plus récents. Dans une enquête de juin 2007 réalisée par l’Inami à la demande de la commission médicomut, nous pouvons lire quelques éléments intéressants à propos de l’informatisation de l’activité des médecins généralistes. Nous constatons dans les résultats que 8,4 pour cent des généralistes n’ont pas d’ordinateurs dans leur cabinet. En outre, plus de 15 pour cent des médecins généralistes n’ont pas d’imprimante et près de 20 pour cent des généralistes ne possèdent pas de connexion internet dans leur cabinet. Un peu plus loin, on fait une distinction entre néerlandophones et francophones en ce qui concerne quelques paramètres. Il est frappant que parmi les médecins sans ordinateurs près de 4 sur 5 (77 %) sont francophones. En outre il ressort de ces données que les néerlandophones sont plus nombreux que les francophones à utiliser le dossier médical informatisé, DMI. Nous n’avons toutefois pas de données sur le nombre de médecins qui disposent d’un DMI mais seulement sur la répartition de ceux qui ont un DMI. De plus la ventilation par région est plus intéressante pour l’analyse que la ventilation entre francophones et néerlandophones. Cette question porte donc sur le nombre précis de médecins (généralistes) qui ont un DMI et sur leur répartition régionale. Les chiffres peuvent, entre autres, être obtenus sur la base de l’enquête et du nombre de médecins qui sollicitent l’indemnité liée au DMI. Les questions sont les suivantes : 1. Quel est le pourcentage de médecins généralistes qui disposent aujourd’hui d’un DMI, pourcentage pouvant être obtenu le cas échéant sur la base de l’enquête ou de l'indemnité ? 2. Quel est le pourcentage de médecins qui disposent aujourd’hui d’un DMI, pourcentage pouvant être obtenu le cas échéant sur la base de l’enquête ou de l'indemnité ? 3. Quel est le pourcentage de médecins généralistes qui, respectivement en Flandre, à Bruxelles et en Wallonie, disposent aujourd’hui d’un DMI, pourcentage pouvant être obtenu le cas échéant sur la base de l’enquête ou de l'indemnité ? 4. Quel est le pourcentage de médecins qui, respectivement en Flandre, à Bruxelles et en Wallonie, disposent aujourd’hui d’un DMI, pourcentage pouvant être obtenu le cas échéant sur la base de l’enquête ou de l’indemnité ? |
Ik stelde reeds een schriftelijke vraag nr. 4-1565 over dit thema. Ik herhaal deze vraag, met de bedoeling om nieuwe, recentere cijfers te bekomen. Uit een enquête van juni 2007, georganiseerd door het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) op vraag van Medicomut, kunnen we enkele interessante zaken leren in verband met de informatisering van huisartsen. We lezen in de resultaten onder andere dat nog steeds 8,4 % van de huisartsen geen computer heeft in de praktijk. Iets meer dan 15 % van de huisartsen doet het nog steeds zonder printer, terwijl bijna 20 % van de huisartsen verstoken blijft van een internetaansluiting in het kabinet. Iets verder wordt voor enkele parameters ook een onderscheid gemaakt tussen Nederlandstaligen en Franstaligen. Het is frappant dat van de artsen zonder computer, bijna 4 op de 5 (77 %) Franstalig is. Bovendien blijkt uit deze cijfers ook dat van alle artsen met een elektronisch medisch dossier (EMD) er meer Nederlandstaligen zijn dan Franstaligen. Er worden echter geen cijfers gegeven van het aantal artsen dat over een EMD beschikt, enkel de onderverdeling van deze die wel een EMD hebben. Bovendien zijn cijfers per gewest interessanter voor analyse dan het onderscheid tussen Nederlandstaligen en Franstaligen. Deze vraag handelt dus over de precieze aantallen van (huis)artsen met een EMD en de regionale verdeling ervan. De aantallen kunnen onder andere bekomen worden uit de enquête en het aantal artsen die een beroep doen op de daaraan gekoppelde vergoeding. Daarom volgende vragen : 1. Hoeveel procent van de huisartsen beschikt vandaag over een EMD ? De cijfers kunnen eventueel op basis van de enquête of eventueel op basis van de vergoeding berekend worden. 2. Hoeveel procent van de artsen beschikt vandaag over een EMD ? De cijfers kunnen eventueel op basis van de enquête of eventueel op basis van de vergoeding berekend worden. 3. Hoeveel procent van de huisartsen in respectievelijk Vlaanderen, Brussel, Wallonië beschikt vandaag over een EMD ? De cijfers kunnen eventueel op basis van de enquête of eventueel op basis van de vergoeding berekend worden. 4. Hoeveel procent van de artsen in respectievelijk Vlaanderen, Brussel, Wallonië beschikt vandaag over een EMD ? De cijfers kunnen eventueel op basis van de enquête of eventueel op basis van de vergoeding berekend worden. |
||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| Réponse reçue le 16 juin 2009 : | Antwoord ontvangen op 16 juni 2009 : | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
En réponse à votre question, je peux communiquer en annexe le pourcentage actualisé pour la Belgique et par région du nombre de médecins généralistes agréés et enregistrés comme actifs auprès de l’Institut national d’assurance maladie-invalidité (INAMI), ayant perçu une indemnité financière pour l’utilisation de la télématique en 2007. Cette intervention n’existe pas pour les médecins spécialistes. Ces données sont celles du service de l’INAMI responsable des payements dans le cadre de la gestion des dossiers médicaux informatisés et présentent, pour l’année 2007, la situation au 27 avril 2009. Les données pour l’année 2008 devraient être disponibles dans quelques semaines, dès que tous les formulaires de demandes auront été encodés et vérifiés. La ventilation par région est basée sur les adresses de contact actuelles des médecins. Annexe: Pourcentage du nombre de médecins généralistes agréés (code compétence 003-004) et enregistrés comme actifs auprès de l’INAMI, à la date du 31 décembre 2007 qui ont reçu une indemnité financière pour l’utilisation de la télématique pour l’année 2007 par région (Flandre, Wallonie, Bruxelles), situation au 27 avril 2009 (chiffres INAMI)
|
In antwoord op uw vraag kan ik in bijlage de geactualiseerde percentages meedelen betreffende de financiële tegemoetkoming, verkregen door de erkende en bij het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) als actief geregistreerd staande huisartsen, voor het gebruik van telematica in 2007, dit voor België en per gewest. De bedoelde tegemoetkoming bestaat niet voor de geneesheren-specialisten. De gegevens zijn deze van de dienst binnen het RIZIV verantwoordelijk voor de betalingen in het kader van het beheer van de elektronische, medische dossiers en geven de situatie op 27 april 2009 voor het jaar 2007. De gegevens voor het jaar 2008 zouden binnen enkele weken beschikbaar moeten zijn, zodra alle aanvraagformulieren ingebracht en nagekeken zijn. Voor de uitsplitsing per gewest is uitgegaan van de huidige contactadressen van de uitbetaalde artsen. Bijlage : Percentage van de op 31 december 2007 erkende (compententiecode 003-004) en bij het RIZIV als actief geregistreerde staande huisartsen dat een financiële tegemoetkoming heeft ontvangen voor het gebruik van telematica voor het jaar 2007, uitgesplitst per gewest (Vlaanderen, Wallonië en Brussel), situatie op 27 april 2009 (cijfers RIZIV)
|