SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
12 janvier 2009 12 januari 2009
________________
Question écrite n° 4-2376 Schriftelijke vraag nr. 4-2376

de Louis Ide (Indépendant)

van Louis Ide (Onafhankelijke)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
Diabète - Nombre de patients - Dépenses Diabetes - Aantal patiënten - Uitgaven 
________________
diabète
assurance maladie
statistique officielle
répartition géographique
coût de la santé
diabetes
ziekteverzekering
officiële statistiek
geografische spreiding
kosten voor gezondheidszorg
________ ________
12/1/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
25/11/2009Dossier gesloten
12/1/2009Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/2/2009)
25/11/2009Dossier gesloten
________ ________
Réintroduction de : question écrite 4-2166
Réintroduite comme : question écrite 4-5230
Réintroduction de : question écrite 4-2166
Réintroduite comme : question écrite 4-5230
________ ________
Question n° 4-2376 du 12 janvier 2009 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-2376 d.d. 12 januari 2009 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le diabète est une maladie grave et progressive, caractérisée par une augmentation anormale et permanente de la glycémie. La glycémie est réglée par l'insuline, une hormone que secrète le pancréas. L'insuline facilite l'absorption du sucre par les cellules.

En Belgique, on estime qu'il y a plus de 450.000 patients diabétiques. En 2006, l'assurance soins de santé a supporté le coût des médicaments de 436.520 patients (un chiffre qui est d'ailleurs en augmentation). Il s'agit d'insuline et d'antidiabétiques oraux.

J’aimerais dès lors que la ministre réponde aux

questions suivantes. Je souhaiterais qu’elle me

communique des chiffres bruts, à savoir des

chiffres non standardisés. C’est important pour

pouvoir suivre l’évolution dans le temps. Dès lors que l’Inami standardise les données, je ne peux plus les comparer avec les années antérieures. En cas de standardisation, on doit d’ailleurs être attentif aux facteurs susceptibles d’être pris en compte.

1. Combien de patients diabétiques y avait-il en Belgique en 2005, 2006, 2007 et 2008 ? Combien de patients diabétiques sont-ils insulino-dépendants ? Combien de patients diabétiques ne le sont-ils pas ?

2. La ministre peut-elle ventiler les chiffres de la 1re question par région (Flandre, Wallonie, Bruxelles)?

3. À combien les dépenses de soins de santé pour les médicaments se sont-elles élevées en 2005, 2006, 2007 et 2008 ? La ministre peut-elle me communiquer le montant total et le montant dépensé pour l'insuline, d'une part, et les antidiabétiques oraux, d'autre part ?

4. Peut-elle ventiler les chiffres de la 3e question par région (Flandre, Wallonie, Bruxelles) ?

 

Diabetes is een ernstige en progressieve ziekte, gekenmerkt door een abnormale en permanente stijging van de glycemie. De glycemie wordt geregeld door insuline, een hormoon dat de pancreas afscheidt. Insuline vergemakkelijkt de suikeropname in de cellen.

Men schat dat er in België meer dan 450 000 diabetespatiënten zijn. In 2006 nam de verzekering voor geneeskundige verzorging de kosten voor de medicijnen van 436 520 patiënten op zich (een cijfer dat overigens in stijgende lijn gaat). Dit gaat over insuline en orale antidiabetica.

In dit kader had ik van de geachte minister graag een antwoord gekregen op volgende vragen. Graag had ik van de geachte minister brute cijfers gekregen, dat wil zeggen niet-gestandaardiseerde. Dit is van belang om de evolutie in de tijd te kunnen volgen. Wanneer het RIZIV zou gaan standaardiseren kan ik niet meer vergelijken met voorgaande jaren. Bij standaardisatie moet men trouwens ook opletten welke factoren er in rekening gebracht kunnen worden.

1. Hoeveel diabetespatiënten zijn er in België, en dit voor de jaren 2005, 2006, 2007 en 2008 ? Hoeveel diabetespatiënten zijn insuline-dependent ? Hoeveel diabetespatiënten zijn niet-insuline-dependent ?

2. Kan de geachte minister de cijfers uit vraag 1 opsplitsen per gewest (Vlaanderen, Wallonië, Brussel) ?

3. Hoeveel bedroegen de uitgaven voor geneeskundige verzorging voor geneesmiddelen in totaal en opgesplitst naar insuline en orale antidiabetica, en dit voor de jaren 2005, 2006, 2007 en 2008 ?

4. Kan de zij de cijfers uit vraag 3 opsplitsen per gewest (Vlaanderen, Wallonië, Brussel) ?