SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2008-2009 Zitting 2008-2009
________________
16 décembre 2008 16 december 2008
________________
Question écrite n° 4-2164 Schriftelijke vraag nr. 4-2164

de Louis Ide (Indépendant)

van Louis Ide (Onafhankelijke)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
INAMI - Organisations professionnelles - Interventions financières RIZIV - Beroepsorganisaties - Financiële tegemoetkomingen 
________________
Institut national d'assurance maladie-invalidité
association professionnelle
profession de la santé
profession médicale parallèle
profession paramédicale
statistique officielle
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
beroepsvereniging
beroep in de gezondheidszorg
beroep in de alternatieve geneeskunde
paramedisch beroep
officiële statistiek
________ ________
16/12/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 19/1/2009)
5/1/2009Dossier gesloten
16/12/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 19/1/2009)
5/1/2009Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 4-2374 Réintroduite comme : question écrite 4-2374
________ ________
Question n° 4-2164 du 16 décembre 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-2164 d.d. 16 december 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

On peut lire ce qui suit en page 30 du rapport annuel 2007 de l'INAMI : “ Selon l'arrêté royal du 25 février 2007, l'INAMI octroie une intervention financière aux organisations professionnelles représentatives des médecins telles que décrites dans le cadre des élections médicales ”. En outre, le montant est indiqué pour 2006, mais pas pour 2007.

J’aimerais dès lors que la ministre réponde aux

questions suivantes. Je souhaiterais qu’elle me

communique des chiffres bruts, à savoir des

chiffres non standardisés. C’est important pour

pouvoir suivre l’évolution dans le temps. Dès lors que l’INAMI standardise les données, je ne peux plus les comparer avec les années antérieures. En cas de standardisation, on doit d’ailleurs être attentif aux facteurs susceptibles d’être pris en compte.

1. Quels sont les montants – répartis en montants de base et en montants complémentaires – des interventions financières octroyées aux organisations professionnelles en 2005, 2006 et 2007 ?

2. La ministre peut-elle ventiler par organisation professionnelle les chiffres relatifs à la question 1 ?

3. Les organisations professionnelles représentatives des dentistes ont-elles également droit à des interventions financières ? Dans la négative, pourquoi ? Dans l'affirmative, quel en fut le montant en 2007 (au total et par organisation professionnelle) ?

4. Les organisations professionnelles représentatives des pharmaciens ont-elles également droit à des interventions financières ? Dans la négative, pourquoi ? Dans l'affirmative, quel en fut le montant en 2007 (au total et par organisation professionnelle) ?

5. Les organisations professionnelles représentatives des infirmiers ont-elles également droit à des interventions financières ? Dans la négative, pourquoi ? Dans l'affirmative, quel en fut le montant en 2007 (au total et par organisation professionnelle) ?

6. Les organisations professionnelles représentatives des kinésithérapeutes ont-elles également droit à des interventions financières ? Dans la négative, pourquoi ? Dans l'affirmative, quel en fut le montant en 2007 (au total et par organisation professionnelle) ?

 

Op bladzijde 30 van het RIZIV-jaarverslag 2007 lezen we het volgende : "Ingevolge het koninklijk besluit van 25 februari 2007 kent het RIZIV een financiële tegemoetkoming toe aan de beroepsorganisaties van de geneesheren die representatief zijn zoals omschreven door de medische verkiezingen.". Bovendien wordt het bedrag voor 2006 gegeven. Dat van 2007 ontbreekt echter.

In dit kader had ik van de geachte minister graag een antwoord gekregen op volgende vragen. Graag had ik van de geachte minister brute cijfers gekregen,dat wil zeggen niet-gestandaardiseerde. Dit is van belang om de evolutie in de tijd te kunnen volgen. Wanneer het RIZIV zou gaan standaardiseren kan ik niet meer vergelijken met voorgaande jaren. Bij standaardisatie moet men trouwens ook opletten welke factoren er in rekening gebracht kunnen worden.

1. Hoeveel bedragen de financiële tegemoetkomingen voor beroepsorganisaties in 2005, 2006 en 2007, opgesplitst naar basisbedragen en aanvullende bedragen ?

2. Kan de geachte minister de cijfers uit vraag 1 opsplitsen per beroepsorganisatie ?

3. Hebben beroepsverenigingen voor tandartsen ook recht op financiële tegemoetkomingen ? Zo nee, waarom niet ? Zo ja, hoeveel bedroegen deze in 2007 (totaal en per beroepsvereniging) ?

4. Hebben beroepsverenigingen voor apothekers ook recht op financiële tegemoetkomingen ? Zo nee, waarom niet ? Zo ja, hoeveel bedroegen deze in 2007 (totaal en per beroepsvereniging) ?

5. Hebben beroepsverenigingen voor verpleegkundigen ook recht op financiële tegemoetkomingen ? Zo nee, waarom niet ? Zo ja, hoeveel bedroegen deze in 2007 (totaal en per beroepsvereniging) ?

6. Hebben beroepsverenigingen voor kinesitherapeuten ook recht op financiële tegemoetkomingen ? Zo nee, waarom niet ? Zo ja, hoeveel bedroegen deze in 2007 (totaal en per beroepsvereniging) ?