SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
16 janvier 2008 16 januari 2008
________________
Question écrite n° 4-186 Schriftelijke vraag nr. 4-186

de Louis Ide (CD&V N-VA)
van Louis Ide (CD&V N-VA)

à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques
aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven
________________
Pensions - Différences - Genre - Région Pensioenen - Verschillen - Geslacht - Regio 
________________
régime de retraite
égalité homme-femme
personne retraitée
régions et communautés de Belgique
intégration des questions d'égalité entre les hommes et les femmes
 pensioenregeling
gelijke behandeling van man en vrouw
gepensioneerde
gewesten en gemeenschappen van België
gendermainstreaming
________ ________
16/1/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 14/2/2008)
12/2/2008Antwoord
16/1/2008Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 14/2/2008)
12/2/2008Antwoord
________ ________
Aussi posée à : question écrite 4-185 Aussi posée à : question écrite 4-185
________ ________
Question n° 4-186 du 16 janvier 2008 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-186 d.d. 16 januari 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Une étude de M. Jos Berghman, professeur à Louvain, a montré qu’il existait encore beaucoup de différences inacceptables dans le paiement des pensions (2004).

Le genre est un des critères sur la base desquels une nette différence peut être observée. Les hommes perçoivent en moyenne 1.188 euros de pension et les femmes 830 euros.

En outre, cette enquête a également révélé des différences communautaires au niveau des pensions versées. Les pensions les plus faibles sont payées en Flandre : en moyenne, 1.006 euros. Les Wallons reçoivent 5,2% de plus et les Bruxellois, 8,2%.

1. Quelles sont les raisons et causes sous-jacentes de la différence de pension entre hommes et femmes ?

2. Quel est le montant total (sur une base annuelle) de pensions que l’autorité fédérale verse pour des personnes qui ont eu une carrière au sein de l’autorité fédérale et quel est, pour la Flandre, la Wallonie et Bruxelles, le montant total payé pour l’année 2004 ?

3. Combien de fonctionnaires fédéraux néerlandophones et francophones ont-ils droit à une pension (pour l’année 2004) ?

4. Quel est le montant total (sur une base annuelle) de pensions que l’autorité fédérale verse pour des personnes qui ont fait carrière au sein de la Communauté flamande, d’une part, et au sein de la Communauté française/ Région wallonne/ Région de Bruxelles-Capitale, d’autre part ? Et de combien de pensionnés s’agit-il par Communauté/Région ?

5. Quelles sont les raisons et causes sous-jacentes de la différence de pension entre Flamands, Wallons et Bruxellois ?

6. Des mesures ont-elles été prises pour éliminer cette différence signalée dans l’étude du professeur Berghman (différence observée tant sur la base du genre que sur la base de l’appartenance à une Communauté/Région) ? Dans l’affirmative, lesquelles ? Dans la négative, pour quelle raison ?

 

Onderzoek van de Leuvense professor Jos Berghman toonde aan dat er nog veel onaanvaardbare verschillen bestaan in de uitbetaling van de pensioenen (2004).

Het geslacht is één van die criteria op basis waarvan een duidelijk onderscheid kan gemaakt worden. Mannen krijgen gemiddeld 1.188 euro pensioen, vrouwen gemiddeld 830 euro.

Hiernaast werden tijdens dit onderzoek ook communautaire verschillen tussen de uitbetaalde pensioenen blootgelegd. De laagste pensioenen worden uitbetaald in Vlaanderen: gemiddeld 1.006 euro. Walen krijgen 5,2% meer pensioen, Brusselaars zelfs 8,2%.

1. Wat zijn de achterliggende redenen en oorzaken voor het verschil in pensioenen tussen mannen en vrouwen?

2. Wat is de totale massa (op jaarbasis) pensioenen die de federale overheid uitkeert voor mensen die een loopbaan in de federale overheid hadden, en wat is die totale massa (op jaarbasis) opgesplitst voor Vlaanderen, Wallonië en Brussel (voor het jaar 2004)?

3. Hoeveel pensioengerechtigde Nederlandstalige en Franstalige federale ambtenaren zijn er (voor het jaar 2004)?

4. Wat is de totale massa (op jaarbasis) pensioenen die de federale overheid uitkeert voor mensen die een loopbaan hadden aan de Vlaamse Gemeenschap enerzijds en de Franse Gemeenschap/Waals Gewest/Brussels Hoofdstedelijk Gewest, anderzijds? En over hoeveel pensioengerechtigden gaat het per Gemeenschap/Gewest?

5. Wat zijn de achterliggende redenen en oorzaken voor het verschil in pensioenen tussen Vlamingen, Walen en Brusselaars?

6. Wordt er iets gedaan om deze discrepantie, zoals gesteld in het onderzoek van professor Berghman, weg te werken (zowel op basis van geslacht als op basis van Gemeenschap/Gewest)? Zo ja, wat? Zo neen, waarom niet?

 
Réponse reçue le 12 février 2008 : Antwoord ontvangen op 12 februari 2008 :

Je fais savoir à l'honorable membre que l'objet de la question relève de la compétence du ministre des Pensions et de l'Intégration sociale (question écrite n° 4-185).

Ik deel het geachte lid mee dat het onderwerp van deze vraag onder de bevoegdheid van de minister van Pensioenen en Maatschappelijke Integratie ressorteert (schriftelijke vraag nr. 4-185).