SÉNAT Question écrite n° 4-1543 - SENAAT Schriftelijke vraag nr. 4-1543

SÉNAT DE BELGIQUE

BELGISCHE SENAAT

________

Session 2007-2008

Zitting 2007-2008

________

5 septembre 2008

5 september 2008

________

Question écrite n° 4-1543

Schriftelijke vraag nr. 4-1543

de Louis Ide (CD&V N-VA)

van Louis Ide (CD&V N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid

________

Médicaments - Consommation annuelle - Différences par région

Geneesmiddelen - Jaarlijks gebruik - Verschillen per gewest

________

maladie du système nerveux
statistique de la santé
médicament
tranquillisant
maladie cardio-vasculaire
répartition géographique
coût de la santé

ziekte van het zenuwstelsel
gezondheidsstatistiek
geneesmiddel
kalmerend middel
hart- en vaatziekte
geografische spreiding
kosten voor gezondheidszorg

________

5/9/2008	Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 9/10/2008)
18/12/2008	Antwoord

5/9/2008	Verzending vraag (Einde van de antwoordtermijn: 9/10/2008)
18/12/2008	Antwoord

________

Question n° 4-1543 du 5 septembre 2008 : (Question posée en néerlandais)

Vraag nr. 4-1543 d.d. 5 september 2008 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le 9 juillet 2008, on pouvait lire sur le site web de De Standaard que la consommation annuelle de médicaments avait augmenté de 4,5% en 2006. Cela ressort du rapport annuel de l’INAMI. Un quart des dépenses est consacré aux médicaments cardiovasculaires. Les médicaments pour le système nerveux représentent aussi une partie importante du budget.

En 2001 déjà, Luc Van der Kelen écrivait dans De Nieuwe Gazet un article titrant que les plus grands consommateurs de médicaments habitent au-delà de la frontière linguistique. Dans De Standaard également, Guy Tegenbos évoquait déjà cela le 29 juin 2001. Les principales conclusions de ces articles furent qu’un généraliste flamand prescrivait pour cinq à six euros de tranquillisants par patient alors qu’il s’agissait de huit à dix euros pour le généraliste wallon. Pour les maladies cardiaques, c’était encore plus spectaculaire : Liège et le Hainaut consomment le double du Limbourg.

Cette tendance a été confirmée début 2006 par une réponse à la question parlementaire écrite nº 3-4603 de M. Wouter Beke (Questions et Réponses nº 3-77, p. 8268). Il ressortait de cette réponse qu’en Wallonie on consommait nettement plus d’antidépresseurs. En moyenne, un Flamand absorbait seize antidépresseurs par an et un Wallon vingt-quatre.

Ces deux arguments m’ont poussé à attirer l’attention, dans mon livre Lof der Gezondheid, sur les différences régionales de consommation des médicaments. Il importe de connaître ces différences régionales pour pouvoir évaluer l’impact financier et définir une politique adéquate.

Dans ce contexte, j’aimerais recevoir une réponse aux questions suivantes :

1. La ministre peut-elle me dire dans quelle mesure la consommation de médicaments a augmenté respectivement en Flandre, en Wallonie, à Bruxelles et en Belgique ? Et donner également la consommation totale par région ? Concernant cette dernière question, j’aimerais recevoir les chiffres pour 2005, 2006, 2007 et le premier semestre de 2008.

2. Peut-elle me dire dans quelle mesure la consommation de médicaments a augmenté respectivement en Flandre, en Wallonie, à Bruxelles et en Belgique pour ce qui est des « tranquillisants » et des « médicaments cardiovasculaires » ? Combien de médicaments de ces catégories a-t-on dès lors utilisé au total en 2005, 2006, 2007 et au premier semestre de 2008 ? Peut-elle ventiler ces chiffres selon les critères suivants :

- tranquillisants : antidépresseurs (ISRS, antidépresseurs tricycliques, …), benzodiazépines, …;

- médicaments cardiovasculaires (bêtabloquants, antagonistes du calcium, inhibiteurs ECA (par génération), …).

3. Quel est le coût moyen des médicaments cardiovasculaires par personne, ventilé par région, et ce pour 2005, 2006, 2007 et le premier semestre de 2008 ?

4. Quel est le coût moyen des antidépresseurs par personne, ventilé par région, et ce pour 2005, 2006, 2007 et le premier semestre de 2008 ?

Op de webstek van De Standaard stond op 9 juli 2008 te lezen dat het jaarlijkse verbruik van medicijnen in 2006 met 4,5% gestegen is. Dat blijkt uit het jaarverslag van het RIZIV. Een kwart van de uitgaven zijn voor cardiovasculaire medicijnen. Ook medicijnen voor het zenuwstelsel nemen een grote hap uit het budget.

In 2001 reeds schreef Luc Van der Kelen in De Nieuwe Gazet een artikel met als titel “Grootste pillenslikkers wonen over de taalgrens “. Ook in De Standaard haalde Guy Tegenbos dit al aan op 29 juni 2001. De belangrijkste conclusies van deze artikels waren dat een Vlaamse huisarts voor vijf tot zes euro zenuwpillen per patiënt voorschreef, terwijl dit bij een Waalse huisarts voor acht tot tien euro was. Met betrekking tot hartziekten was het nog meer spectaculair: Luik en Henegouwen verbruiken het dubbele van Limburg.

Deze trend werd begin 2006 bevestigd door het antwoord op de schriftelijke parlementaire vraag nr. 3-4603 van collega Wouter Beke (Vragen en Antwoorden nr. 3-77, blz. 8268). Uit dat antwoord bleek dat men in Wallonië substantieel meer antidepressiva slikt. Een Vlaming slikte gemiddeld zestien antidepressiva per jaar, een Waal gemiddeld vierentwintig.

Deze twee argumenten spoorden me ertoe aan om ook in mijn boek Lof der Gezondheid aandacht te besteden aan de regionale verschillen in het geneesmiddelenverbruik. Deze regionale verschillen zijn belangrijk om de financiële impact te kunnen inschatten en een passend beleid te kunnen uittekenen.

In deze context had ik een antwoord gekregen op volgende vragen:

1. Kan de geachte minister me zeggen hoeveel het geneesmiddelenverbruik steeg in respectievelijk Vlaanderen, Wallonië, Brussel en België? En ook het totaal verbruik geven per gewest? Voor wat betreft deze laatste vraag, ontving ik graag de cijfergegevens voor de jaren 2005, 2006, 2007 en het eerste semester van 2008.

2. Kan zij me zeggen hoeveel het geneesmiddelenverbruik steeg in respectievelijk Vlaanderen, Wallonië, Brussel en België, voor wat betreft “zenuwpillen “en “cardiovasculaire medicatie “? Hoeveel werd er dan ook verbruikt in het totaal voor deze categorieën voor de jaren 2005, 2006, 2007 en het eerste semester van 2008? Kan zij dit ook opsplitsen volgens de onderstaande criteria:

- zenuwpillen: antidepressiva (SSRI, TCA, …), benzodiazepines, …;

- cardiovasculaire medicijnen (beta-blokkers, ca-antagonisten, ACE inhibitoren (per generatie), …).

3. Wat is de gemiddelde kostprijs voor cardiovasculaire medicijnen per hoofd, opgesplitst per gewest en dit voor de jaren 2005, 2006, 2007 en het eerste semester van 2008?

4. Wat is de gemiddelde kostprijs voor antidepressiva per hoofd, opgesplitst per gewest en dit voor de jaren 2005, 2006, 2007 en het eerste semester van 2008?

Réponse reçue le 18 décembre 2008 :

Antwoord ontvangen op 18 december 2008 :

Le tableau 1 présente, par région, l’usage (exprimé en DDD*) et la croissance dans l’usage des spécialités pharmaceutiques pour la période 2005-2007, tel qu’on le retrouve dans Pharmanet (spécialités délivrées en officine publique et remboursées par l’INAMI).

Tableau 1: usage des spécialités pharmaceutiques en 2005-2007 par région.

USAGE (DDD) SPECIALITES PHARMACEUTIQUES
REGION	Volume 2005	Volume 2006	Volume 2007
Région de Bruxelles - Capitale	273,754,026	293,886,775	307,909,692
Flandre	1,923,311,231	2,089,560,914	2,243,711,678
Wallonie	1,244,374,784	1,333,789,570	1,421,110,120
TOTAUX	3,441,440,040	3,717,237,260	3,972,731,490

CROISSANCE (DDD) SPECIALITES PHARMACEUTIQUES
REGION	Croissance 2005- 2006	Croissance 2006-2007
Région de Bruxelles - Capitale	7.4%	4.8%
Flandre	8.6%	7.4%
Wallonie	7.2%	6.5%
TOTAUX	8.0%	6.9%

(*) Defined Daily Dose (DDD) : l’OMS a établi pour chaque principe actif une unité d’étalonnage. Elle est appelée dose moyenne journalière (DDD en abréviation de l’anglais). Cette dose journalière moyenne est établie en prenant en considération la dose journalière usuelle du médicament utilisé dans sa principale indication chez un adulte. De cette façon, il existe quand même un lien avec la pratique courante.

Il va sans dire qu’il s’agit d’un instrument de mesure, pas d’une norme de bonne pratique.

Le tableau 2 présente, par région, l’usage (en DDD) des médicaments psychotropes et cardiovasculaires pour la période 2005-2007.

Tableau 2 : usage des médicaments psychotropes et cardiovasculaires en 2005-2007 par région.

USAGE (DDD) SPECIALITES PHARMACEUTIQUES
REGION	Catégorie	Sous-catégorie	Volume 2005	Volume 2006	Volume 2007
Région Bruxelles-Capitale	Médicaments cardiovasculaires	Inhibiteurs ECA	19,418,941	21,445,674	23,162,315
		Béta-bloquants	15,441,872	15,860,159	15,989,935
		Antagonistes du calcium	14,573,055	15,707,428	16,637,161
		Sartans	11,311,188	11,781,014	12,308,408
	TOTAUX		60,745,055	64,794,276	68,097,819
	Médicaments psychotropes	Médicaments pour traiter la démence	545,573	659,579	759,522
		Antipsychotiques	3,666,349	3,884,522	4,016,004
		Inhibiteurs MAO	154,080	122,000	110,080
		Autres antidépresseurs	9,358,784	9,899,916	10,504,776
		ISRSN	9,822,636	10,345,664	11,380,960
		ISRS	50,348,128	51,016,668	51,234,200
		TCA	4,423,200	4,350,214	4,136,798
	TOTAUX		78,318,750	80,278,591	82,142,340
TOTAUX			139,063,805	145,072,866	150,240,159
Flandre	Médicaments cardiovasculaires	Inhibiteurs ECA	121,712,736	137,360,818	154,175,973
		Béta-bloquants	158,913,386	165,130,175	169,124,139
		Antagonistes du calcium	83,675,987	91,429,892	100,604,464
		Sartans	83,219,654	87,571,022	93,283,904
	TOTAUX		447,521,762	481,491,907	517,188,479
	Médicaments psychotropes	Médicaments pour traiter la démence	4,724,414	5,745,020	6,452,347
		Antipsychotiques	16,122,614	17,231,309	18,395,811
		Inhibiteurs MAO	1,396,240	1,253,120	1,152,240
		Autres antidépresseurs	50,882,087	54,622,872	57,948,076
		ISRSN	51,192,000	57,876,564	66,674,224
		ISRS	256,589,476	272,733,692	283,560,612
		TCA	37,104,483	36,217,132	36,167,509

	TOTAUX		418,011,315	445,679,710	470,350,819
TOTAUX			865,533,077	927,171,617	987,539,299
Wallonie	Médicaments cardiovasculaires	Inhibiteurs ECA	79,309,673	87,864,459	96,156,112
		Béta-bloquants	81,564,705	84,319,855	89,106,114
		Antagonistes du calcium	58,826,731	62,249,224	66,616,435
		Sartans	55,082,958	58,067,450	61,662,720
	TOTAUX		274,784,068	292,500,988	313,541,380
	Médicaments psychotropes	Médicaments pour traiter la démence	2,316,120	2,858,256	3,384,252
		Antipsychotiques	11,917,780	12,609,608	13,255,892
		Inhibiteurs MAO	720,960	602,960	488,480
		Autres antidépresseurs	40,439,287	42,761,944	45,381,516
		ISRSN	46,302,036	51,397,900	59,348,944
		ISRS	222,491,516	227,527,172	233,170,812
		TCA	22,150,022	21,339,267	20,752,770
	TOTAUX		346,337,721	359,097,107	375,782,666
TOTAUX			621,121,789	651,598,095	689,324,046
TOTAL BELGIQUE			1,625,718,671	1,723,842,578	1,827,103,504

Le tableau 3 présente, par région, la croissance dans l’usage des médicaments psychotropes et cardiovasculaires pour la période 2005-2007.

Tableau 3 : croissance en usage des médicaments psychotropes et cardiovasculaires en 2005-2007 par région.

USAGE (DDD) SPECIALITES PHARMACEUTIQUES
REGION	Catégorie	Sous-catégorie	Croissance 2005-2006	Croissance 2006-2007
Région Bruxelles-Capitale	Médicaments cardiovasculaires	Inhibiteurs ECA	10.4%	8.0%
		Béta-bloquants	2.7%	0.8%
		Antagonistes du calcium	7.8%	5.9%
		Sartans	4.2%	4.5%
	TOTAUX		6.7%	5.1%
	Médicaments psychotropes	Médicaments pour traiter la démence	20.9%	15.2%
		Antipsychotiques	6.0%	3.4%
		Inhibiteurs MAO	-20.8%	-9.8%
		Autres antidépresseurs	5.8%	6.1%
		ISRSN	5.3%	10.0%
		ISRS	1.3%	0.4%
		TCA	-1.6%	-4.9%
	TOTAUX		2.5%	2.30%
TOTAUX			4.3%	3.6%
Flandre	Médicaments cardiovasculaires	Inhibiteurs ECA	12.9%	12.2%
		Béta-bloquants	3.9%	2.4%
		Antagonistes du calcium	9.3%	10.0%
		Sartans	5.2%	6.5%
	TOTAUX		7.6%	7.4%
	Médicaments psychotropes	Médicaments pour traiter la démence	21.6%	12.3%
		Antipsychotiques	6.9%	6.8%
		Inhibiteurs MAO	-10.3%	-8.1%
		Autres antidépresseurs	7.4%	6.1%
		ISRSN	13.1%	15.2%
		ISRS	6.3%	4.0%
		TCA	-2.4%	-0.1%
	TOTAUX		6.6%	5.5%
TOTAUX			7.1%	6.5%
Wallonie	Médicaments cardiovasculaires	Inhibiteurs ECA	10.8%	9.4%
		Béta-bloquants	3.4%	5.7%
		Antagonistes du calcium	5.8%	7.0%
		Sartans	5.4%	6.2%
	TOTAUX		6.4%	7.2%
	Médicaments psychotropes	Médicaments pour traiter la démence	23.4%	18.4%
		Antipsychotiques	5.8%	5.1%
		Inhibiteurs MAO	-1.6%	-19.0%
		Autres antidépresseurs	5.7%	6.1%
		ISRSN	11.0%	15.5%
		ISRS	2.3%	2.5%
		TCA	-3.7%	-2.7%
	TOTAUX		3.7%	4.6%
TOTAUX			4.9%	5.8%
TOTAL BELGIQUE			6.0%	6.0%

Le tableau 4 présente, par région, le coût moyen par personne (en euros) des médicaments psychotropes et cardiovasculaires en 2005-2007

Tableau 4 : coût moyen par personne des médicaments psychotropes et cardiovasculaires par région

COUT MOYEN ( EUR) PAR PERSONNE DE PSYCHOMEDICATION ET MEDICAMENTS CARDIOVASCULAIRES
REGION	Catégorie	Coût moyen 2005	Coût moyen 2006	Coût moyen 2007
Région Bruxelles-Capitale	Médicaments cardiovasculaires	21.11	20.14	20.48
	Médicaments psychotropes	63.63	58.86	59.05
Flandre	Médicaments cardiovasculaires	25.81	25.05	26.32
	Médicaments psychotropes	54.61	52.15	54.68
Wallonie	Médicaments cardiovasculaires	29.05	28.10	29.45
	Médicaments psychotropes	79.09	72.85	76.03

Tabel 1 geeft, per gewest, het verbruik (uitgedrukt in DDD*) en groei in verbruik weer van de farmaceutische specialiteiten voor de periode 2005-2007, zoals men ze in Farmanet terugvindt (specialiteiten afgeleverd in openbare officina en terugbetaald door het RIZIV).

Tabel 1 : verbruik farmaceutische specialiteiten in 2005-2007 per gewest.

VERBRUIK (DDD) FARMACEUTISCHE SPECIALITEITEN
GEWEST	Volume 2005	Volume 2006	Volume 2007
Brussel Hoofdstedelijk gewest	273,754,026	293,886,775	307,909,692
Vlaanderen	1,923,311,231	2,089,560,914	2,243,711,678
Wallonië	1,244,374,784	1,333,789,570	1,421,110,120
TOTALEN	3,441,440,040	3,717,237,260	3,972,731,490

GROEI (DDD) FARMACEUTISCHE SPECIALITEITEN
GEWEST	Groie 2005-2006	Groei 2006-2007
Brussel Hoofdstedelijk gewest	7.4%	4.8%
Vlaanderen	8.6%	7.4%
Wallonië	7.2%	6.5%
TOTALEN	8.0%	6.9%

(*) Defined Daily Dose (DDD) : de WHO heeft voor elk werkzaam bestanddeel namelijk een ijkeenheid bepaald. Men noemt dat de DoorsneeDagDosis of afgekort DDD. Men bepaalt deze doorsneedagdosis door zich te richten naar de gebruikelijke dagdosis voor en geneesmiddel dat aangewend wordt in zijn voornaamste indicatie bij een volwassene. Op die manier is er toch een binding met de praktijk.

Het spreekt vanzelf dat het hier gaat om een meetinstrument en niet een norm van goede praktijk.

Tabel 2 geeft, per gewest, het verbruik (in DDD) weer van de psychomedicatie en cardiovasculaire middelen voor de periode 2005-2007.

Tabel 2 : verbruik psychomedicatie en cardiovasculaire middelen in 2005-2007 per gewest

VERBRUIK (DDD) FARMACEUTISCHE SPECIALITEITEN
GEWEST	Categorie	Subcategorie	Volume 2005	Volume 2006	Volume 2007
Brussel Hoofdstedelijk gewest	Cardiovasculaire-middelen	ACE-remmers	19,418,941	21,445,674	23,162,315
		Bèta-blokkers	15,441,872	15,860,159	15,989,935
		Calciumantagonisten	14,573,055	15,707,428	16,637,161
		Sartanen	11,311,188	11,781,014	12,308,408
	TOTALEN		60,745,055	64,794,276	68,097,819
	Psychofarmaca	Antidementia	545,573	659,579	759,522
		Antipsychotica	3,666,349	3,884,522	4,016,004
		MAO-remmers	154,080	122,000	110,080
		Overige antidepressiva	9,358,784	9,899,916	10,504,776
		SNRI	9,822,636	10,345,664	11,380,960
		SSRI	50,348,128	51,016,668	51,234,200
		TCA	4,423,200	4,350,214	4,136,798
	TOTALEN		78,318,750	80,278,591	82,142,340
TOTALEN			139,063,805	145,072,866	150,240,159
Vlaanderen	Cardiovasculaire-middelen	ACE-remmers	121,712,736	137,360,818	154,175,973
		Bèta-blokkers	158,913,386	165,130,175	169,124,139
		Calciumantagonisten	83,675,987	91,429,892	100,604,464
		Sartanen	83,219,654	87,571,022	93,283,904
	TOTALEN		447,521,762	481,491,907	517,188,479
	Psychofarmaca	Antidementia	4,724,414	5,745,020	6,452,347
		Antipsychotica	16,122,614	17,231,309	18,395,811
		MAO-remmers	1,396,240	1,253,120	1,152,240
		Overige antidepressiva	50,882,087	54,622,872	57,948,076
		SNRI	51,192,000	57,876,564	66,674,224
		SSRI	256,589,476	272,733,692	283,560,612
		TCA	37,104,483	36,217,132	36,167,509

	TOTALEN		418,011,315	445,679,710	470,350,819
TOTALEN			865,533,077	927,171,617	987,539,299
Wallonië	Cardiovasculaire-middelen	ACE-remmers	79,309,673	87,864,459	96,156,112
		Bèta-blokkers	81,564,705	84,319,855	89,106,114
		Calciumantagonisten	58,826,731	62,249,224	66,616,435
		Sartanen	55,082,958	58,067,450	61,662,720
	TOTALEN		274,784,068	292,500,988	313,541,380
	Psychofarmaca	Antidementia	2,316,120	2,858,256	3,384,252
		Antipsychotica	11,917,780	12,609,608	13,255,892
		MAO-remmers	720,960	602,960	488,480
		Overige antidepressiva	40,439,287	42,761,944	45,381,516
		SNRI	46,302,036	51,397,900	59,348,944
		SSRI	222,491,516	227,527,172	233,170,812
		TCA	22,150,022	21,339,267	20,752,770
	TOTALEN		346,337,721	359,097,107	375,782,666
TOTALEN			621,121,789	651,598,095	689,324,046
TOTAAL BELGIE			1,625,718,671	1,723,842,578	1,827,103,504

Tabel 3 geeft, per gewest, de groei in verbruik weer van de psychomedicatie en cardiovasculaire middelen voor de periode 2005-2007.

Tabel 3 : groei in verbruik psychomedicatie en cardiovasculaire middelen in 2005-2007 per gewest.

VERBRUIK (DDD) FARMACEUTISCHE SPECIALITEITEN
GEWEST	Categorie	Subcategorie	Groei 2005-2006	Groei 2006-2007
Brussel Hoofdstedelijk gewest	Cardiovasculaire-middelen	ACE-remmers	10.4%	8.0%
		Bèta-blokkers	2.7%	0.8%
		Calciumantagonisten	7.8%	5.9%
		Sartanen	4.2%	4.5%
	TOTALEN		6.7%	5.1%
	Psychofarmaca	Antidementia	20.9%	15.2%
		Antipsychotica-	6.0%	3.4%
		MAO-remmers	-20.8%	-9.8%
		Overige antidepressiva	5.8%	6.1%
		SNRI	5.3%	10.0%
		SSRI	1.3%	0.4%
		TCA	-1.6%	-4.9%
	TOTALEN		2.5%	2.30%
TOTALEN			4.3%	3.6%
Vlaanderen	Cardiovasculaire-middelen	ACE-remmers	12.9%	12.2%
		Bèta-blokkers	3.9%	2.4%
		Calciumantagonisten	9.3%	10.0%
		Sartanen	5.2%	6.5%
	TOTALEN		7.6%	7.4%
	Psychofarmaca	Antidementia	21.6%	12.3%
		Antipsychotica	6.9%	6.8%
		MAO-remmers	-10.3%	-8.1%
		Overige antidepressiva	7.4%	6.1%
		SNRI	13.1%	15.2%
		SSRI	6.3%	4.0%
		TCA	-2.4%	-0.1%
	TOTALEN		6.6%	5.5%
TOTALEN			7.1%	6.5%
Wallonië	Cardiovasculaire-middelen	ACE-remmers	10.8%	9.4%
		Bèta-blokkers	3.4%	5.7%
		Calciumantagonisten -	5.8%	7.0%
		Sartanen	5.4%	6.2%
	TOTALEN		6.4%	7.2%
	Psychofarmaca	Antidementia	23.4%	18.4%
		Antipsychotica-	5.8%	5.1%
		MAO-remmers	-1.6%	-19.0%
		Overige antidepressiva	5.7%	6.1%
		SNRI	11.0%	15.5%
		SSRI	2.3%	2.5%
		TCA	-3.7%	-2.7%
	TOTALEN		3.7%	4.6%
TOTALEN			4.9%	5.8%
TOTAAL BELGIE			6.0%	6.0%

Tabel 4 geeft, per gewest, de gemiddelde kostprijs per hoofd weer (in euro) van de psychomedicatie en cardiovasculaire middelen in 2005-2007.

Tabel 4 : gemiddelde kostprijs per hoofd psychomedicatie en cardiovasculaire middelen per gewest.

GEMIDDELDE KOSTPRIJS (EUR) PER HOOFD VAN PSYCHOMEDICATIE EN CARDIOVASCULAIRE MIDDELEN
GEWEST	Categorie	Gemiddelde kostprijs 2005	Gemiddelde kostprijs 2006	Gemiddelde kostprijs 2007
Brussel Hoofdstedelijk gewest	Cardiovasculaire geneesmiddelen	21.11	20.14	20.48
	Psychofarmaca	63.63	58.86	59.05
Vlaanderen	Cardiovasculaire geneesmiddelen	25.81	25.05	26.32
	Psychofarmaca	54.61	52.15	54.68
Wallonië	Cardiovasculaire geneesmiddelen	29.05	28.10	29.45
	Psychofarmaca	79.09	72.85	76.03