SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
20 décembre 2007 20 december 2007
________________
Question écrite n° 4-109 Schriftelijke vraag nr. 4-109

de Louis Ide (CD&V N-VA)

van Louis Ide (CD&V N-VA)

au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargé des Affaires européennes

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Europese Zaken
________________
Inami - Audit permanent - Chiffres du premier semestre de 2007 - Accoucheuses RIZIV - Permanente audit - Cijfers van het eerste semester van 2007 - Vroedvrouwen 
________________
sage-femme
Institut national d'assurance maladie-invalidité
soins à domicile
maternité
statistique officielle
répartition géographique
coût de la santé
vroedvrouw
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
thuisverzorging
moederschap
officiële statistiek
geografische spreiding
kosten voor gezondheidszorg
________ ________
20/12/2007Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 25/1/2008)
20/12/2007Dossier gesloten
20/12/2007Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 25/1/2008)
20/12/2007Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 4-135 Réintroduite comme : question écrite 4-135
________ ________
Question n° 4-109 du 20 décembre 2007 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-109 d.d. 20 december 2007 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

L’audit permanent de l’Inami, portant sur le premier semestre de 2007, mentionne une hausse des dépenses pour les prestations des accoucheuses. Il ventile ces dépenses entre les différentes catégories : soins prénatals, soins postnatals, surveillance, accouchements et autres (injections et déplacements). Il ne donne cependant pas de ventilation régionale de ces dépenses.

1. Quel est, en 2005, 2006 et 2007, le montant des dépenses globales pour les prestations des accoucheuses en Flandre, d’une part en ce qui concerne les prestations à domicile et, d’autre part, en ce qui concerne les prestations en milieu hospitalier ?

2. Quel est, en 2005, 2006 et 2007, le montant des dépenses globales pour les prestations des accoucheuses en Wallonie, d’une part en ce qui concerne les prestations à domicile et, d’autre part, en ce qui concerne les prestations en milieu hospitalier ?

3. Quel est, en 2005, 2006 et 2007, le montant des dépenses globales pour les prestations des accoucheuses à Bruxelles, d’une part en ce qui concerne les prestations à domicile et, d’autre part, en ce qui concerne les prestations en milieu hospitalier ?

4. Quel est, en 2005, 2006 et 2007, le montant des dépenses pour chacune des catégories susmentionnées de prestations d’accoucheuses en Flandre, d’une part en ce qui concerne les prestations à domicile et, d’autre part en ce qui concerne les prestations en milieu hospitalier ?

5. Quel est, en 2005, 2006 et 2007, le montant des dépenses pour chacune des catégories susmentionnées de prestations d’accoucheuses en Wallonie, d’une part en ce qui concerne les prestations à domicile et, d’autre part en ce qui concerne les prestations en milieu hospitalier ?

6. Quel est, en 2005, 2006 et 2007, le montant des dépenses pour chacune des catégories susmentionnées de prestations d’accoucheuses à Bruxelles, d’une part en ce qui concerne les prestations à domicile et, d’autre part en ce qui concerne les prestations en milieu hospitalier ?

7. Quelle a été, en 2005, 2006 et 2007, la durée moyenne d’hospitalisation après un accouchement en Flandre, à Bruxelles et en Wallonie ?

8. Combien de césariennes ont-elles été pratiquées, au cours de la période 2000-2007, en Flandre, en Wallonie et à Bruxelles ?

9. Parmi les catégories de prestations susmentionnées, combien ont-elles été pratiquées les dimanches et jours fériés au cours de la période 2000-2007 (données annuelles) en Flandre, à Bruxelles et en Wallonie, d’une part, en ce qui concerne les prestations à domicile et, d’autre part, en ce qui concerne les prestations en milieu hospitalier ?

 

De permanente audit van het RIZIV, handelend over het eerste semester van 2007, maakt gewag van een stijging in de kosten voor de vroedvrouwen. Tevens maakt men de verdeling van deze kosten over de categorieën prenataal, postnataal, toezicht, bevallingen en andere (injecties en verplaatsingen). Er wordt nergens gewag gemaakt van een regionale verdeling van de kosten.

1. Wat zijn de algemene uitgaven voor vroedvrouwen voor Vlaanderen in de thuiszorgsetting enerzijds en in de ziekenhuissetting anderzijds in 2005, 2006, 2007?

2. Wat zijn de algemene uitgaven voor vroedvrouwen voor Wallonië in de thuiszorgsetting enerzijds en in de ziekenhuissetting anderzijds in 2005, 2006, 2007?

3. Wat zijn de algemene uitgaven voor vroedvrouwen voor Brussel in de thuiszorgsetting enerzijds en in de ziekenhuissetting anderzijds in 2005, 2006, 2007?

4. Wat zijn de uitgaven in bovenvermelde categorieën voor vroedvrouwen voor Vlaanderen in de thuiszorgsetting enerzijds en in de ziekenhuissetting anderzijds in 2005, 2006, 2007?

5. Wat zijn de uitgaven in bovenvermelde categorieën voor vroedvrouwen voor Wallonië in de thuiszorgsetting enerzijds en in de ziekenhuissetting anderzijds in 2005, 2006, 2007?

6. Wat zijn de uitgaven in bovenvermelde categorieën voor vroedvrouwen voor Brussel in de thuiszorgsetting enerzijds en in de ziekenhuissetting anderzijds in 2005, 2006, 2007?

7. Wat is de gemiddelde hospitalisatieduur na een bevalling in respectievelijk Vlaanderen, Brussel, Wallonië in 2005, 2006, 2007?

8. Hoeveel sectio caesarea worden er in de periode 2000 tot 2007 jaarlijks uitgevoerd in respectievelijk Vlaanderen, Wallonië, en Brussel?

9. Hoeveel prestaties in bovenvermelde categorieën gebeuren op zon- en feestdagen voor respectievelijk Vlaanderen, Brussel en Wallonië, opgesplitst tussen de thuiszorgsetting enerzijds en in de ziekenhuissetting anderzijds in de periode van 2000 tot 2007 (jaarlijks)?