SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2007-2008 Zitting 2007-2008
________________
20 décembre 2007 20 december 2007
________________
Question écrite n° 4-106 Schriftelijke vraag nr. 4-106

de Louis Ide (CD&V N-VA)

van Louis Ide (CD&V N-VA)

au ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargé des Affaires européennes

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Europese Zaken
________________
Kinésithérapeutes - Quota - Examen en vue de l’obtention d’un numéro Inami Kinesitherapeuten - Quota - Examen voor het verkrijgen van een RIZIV-nummer 
________________
profession paramédicale
Institut national d'assurance maladie-invalidité
accès à la profession
sélection des élèves
paramedisch beroep
Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
toegang tot het beroepsleven
leerlingenselectie
________ ________
20/12/2007Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 25/1/2008)
20/12/2007Dossier gesloten
20/12/2007Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 25/1/2008)
20/12/2007Dossier gesloten
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 4-134 Réintroduite comme : question écrite 4-134
________ ________
Question n° 4-106 du 20 décembre 2007 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 4-106 d.d. 20 december 2007 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les kinésithérapeutes nouvellement diplômés doivent encore présenter un examen supplémentaire après leurs études. Ils s’insurgent à juste titre contre cette situation. S’ils ne réussissent pas cet examen de sortie, ils n’obtiendront pas de numéro Inami, ce qui est une condition indispensable pour permettre aux patients de se faire rembourser. Sans remboursement, ils n’auront pas de patients. Il n’est pas juste d’exclure du marché de l’emploi ces personnes qui ont prouvé pendant cinq ans qu’elles méritaient leur diplôme et ont investi durant toutes ces années dans des études coûteuses. L’argument selon lequel elles peuvent être engagées comme salariés est fallacieux. À la mi-novembre 2007, il n’y avait qu’un poste de salarié vacant pour 119 kinésithérapeutes diplômés. Voici quelques années, les kinésithérapeutes ont déjà manifesté contre cette injustice qui subsiste néanmoins.

Les étudiants s’insurgent contre l’organisation d’un tel examen après la fin de leurs études. Ce n’est pas négociable à un moment où toute personne sensée considère un tel examen kafkaïen. Sous prétexte de favoriser le « libre accès à l’enseignement », on ne veut pas d’examen d’entrée, mais bien un examen supplémentaire à la fin des études ! Même le « Vlaamse interuniversitaire raad » (VLIR) et la « Unie van Zelfstandige Kinesitherapeuten » ont qualifié cela d’inacceptable.

Sachant que le numerus clausus deviendra plus sévère à partir de 2009, il s’impose d’apporter des adaptations à cette réglementation. Un examen d’entrée constituerait déjà une meilleure option même si cette compétence ne relève pas des communautés. De plus, on s’attend à ce qu’il y ait sous peu une pénurie de kinésithérapeutes compte tenu du vieillissement de la population. En Flandre, le kinésithérapeute est d’ailleurs beaucoup plus chargé de la revalidation de la population âgée.

Il est vraiment kafkaïen d’abandonner à leur sort des kinésithérapeutes nouvellement diplômés. Cela devient totalement grotesque quand on sait que bon nombre de numéros Inami sont attribués à des kinésithérapeutes qui, dans la pratique, ne sont pas ou plus actifs.

C’est pourquoi je souhaite poser les questions suivantes :

1. Le ministre veut-il une fois de plus expliquer pourquoi il souhaite encore organiser un examen pour des kinésithérapeutes qui viennent juste de terminer leurs études ? L’organisation d’un examen ne se situe-t-elle pas en dehors du champ de ses compétences ? Peut-il démontrer qu’il est compétent en la matière ? Dispose-t-il d’arguments juridiques à cet effet ? Est-il conscient qu’il brise le rêve de jeunes gens qui ont déjà fait un effort (financier) considérable ?

2. Quel est le contenu de l’examen ? Quel est le responsable (nominativement) pour cet examen ? Quel est l’examinateur (nominativement) ? Ces personnes reçoivent-elles une rétribution ? Utilise-t-on une courbe de Gauss pour l’évaluation des candidats ? A-t-on vérifié la pertinence de cet examen par rapport aux besoins du marché du travail ? Pour quel motif a-t-on utilisé la matière d’examen pour la sélection ? Quelle est la valeur ajoutée ?

3. Combien de numéros Inami ont-ils été attribués à des kinésithérapeutes qui ne sont pas ou plus actifs ? Je souhaiterais obtenir une ventilation par région.

4. Combien de kinésithérapeutes diplômés n’ont-ils pas reçu de numéro Inami au cours des cinq dernières années ? Je souhaiterais obtenir ces chiffres par année, chaque fois avec une ventilation par région : Flandre, Bruxelles et Wallonie ?

5. Combien d’étrangers étudient-ils la kinésithérapie et quelle proportion représentent-ils dans le nombre de numéros Inami ? Je souhaiterais une ventilation par région (Flandre, Wallonie, Bruxelles) ? Quelle est leur importance relative dans le quota ?

 

De pas afgestudeerde kinesitherapeuten dienen nog een extra examen af te leggen na hun studies. Daartegen komen ze terecht in opstand. Zonder te slagen voordat extra uitgangsexamen kunnen kinesitherapeuten geen RIZIV-nummer krijgen, en dit is toch een noodzakelijke voorwaarde om patiënten het recht op terugbetaling te laten genieten. Zonder terugbetaling zijn er geen patiënten. Het is een onrecht dat deze mensen, die gedurende vijf jaar bewezen hebben hun diploma waard te zijn, zo worden uitgesloten van de arbeidsmarkt na al die jaren te hebben geïnvesteerd in dure studies. Dat ze alsnog in loondienst aan de slag kunnen is niets meer of minder dan een drogargument. Half november 2007 was er daarvoor slechts een vacature, tegenover honderd negentien afgestudeerde kinesitherapeuten. Enkele jaren terug kwamen de kinesitherapeuten hiervoor al eens op straat, het onrecht is nog steeds niet weggewerkt.

De studenten verzetten zich tegen een dergelijk examen na afloop van hun studies. Het is onbespreekbaar en dat terwijl ieder zinnig mens zo’n examen kafkaiaans vindt. Onder het mom van “vrije toegang tot het onderwijs” wil men geen ingangsexamen, maar een extra examen op het eind van de studies kan wel. Ook de Vlaamse interuniversitaire raad (VLIR) en de Unie van Zelfstandige Kinesitherapeuten bestempelden dit als ‘onaanvaardbaar’.

Wetende dat de numerus clausus vanaf 2009 nog strenger wordt, dient er toch iets aangepast te worden aan deze regeling. Een ingangsexamen zou bijvoorbeeld al een betere optie zijn, doch dit is geen bevoegdheid van de gemeenschappen. Daarenboven verwacht men dat er straks een tekort aan kinesitherapeuten zal zijn omwille van de vergrijzing. In Vlaanderen wordt de kinesitherapeut trouwens veel meer ingeschakeld in revalidatie van onze bejaarde bevolking.

Het is toch echt te kafkaiaans net afgestudeerde kinesitherapeuten op straat te laten staan. Het wordt helemaal grotesk als je beseft dat veel RIZIV-nummers zijn uitgedeeld aan kinesitherapeuten die in de praktijk niet of niet meer actief zijn.

Daarom volgende vragen.

1. Wil de geachte minister nog eens duidelijk motiveren waarom hij na de studies van net afgestudeerde kinesitherapeuten nog een examen organiseert? Valt de organisatie van een examen niet buiten zijn bevoegdheid? Kan hij aantonen dat hij daartoe bevoegd is? Heeft hij daar juridische argumenten toe? Beseft hij dat hij de droom van jonge mensen die reeds een serieuze (financiële) inspanning leverden aan diggelen slaat?

2. Wat is de inhoud van het examen? Wie is (nominatief) verantwoordelijk voor de samenstelling van dit examen? Wie (nominatief) beoordeelt? Worden zij daarvoor vergoed? Wordt een Gauss-curve gehanteerd in de beoordeling van de examinandi? En is dit examen gecontroleerd op zijn relevantie met betrekking tot de noden op de arbeidsmarkt? Wat is de motivatie om de examenstof te gebruiken als selectie? Wat is de toegevoegde waarde?

3. Hoeveel RIZIV-nummers zijn in handen van kinesitherapeuten die niet of niet meer actief zijn? Graag kreeg ik deze cijfers opgesplitst per regio.

4. Hoeveel afgestudeerde kinesitherapeuten hebben de laatste vijf jaar geen RIZIV-nummer gekregen? Kan u deze cijfers ook geven, opgesplitst per jaar, telkens voor Vlaanderen, Brussel en Wallonië?

5. Hoeveel buitenlanders studeren kinesitherapie en wat is hun aandeel in het aandeel toegekende RIZIV-nummers? En dit per regio (Vlaanderen, Wallonië, Brussel)? Wat is hun gewicht op de quota?