3-175

3-175

Sénat de Belgique

Annales

JEUDI 6 JUILLET 2006 - SÉANCE DE L'APRÈS-MIDI

(Suite)

Demande d'explications de Mme Mia De Schamphelaere à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur «les méthodes utilisées par le Centre d'information et d'avis sur les organisations sectaires nuisibles, au vu de la jurisprudence récente» (nº 3-1747)

Mme la présidente. - M. Didier Donfut, secrétaire d'État aux Affaires européennes, adjoint au ministre des Affaires étrangères, répondra.

Mevrouw Mia De Schamphelaere (CD&V). - De afgelopen maanden werden heel wat rechterlijke uitspraken gedaan over de werking van het Informatie- en adviescentrum inzake schadelijke sektarische organisaties, het IACSSO.

Zo werd het IACSSO door het hof van beroep te Brussel veroordeeld voor de inhoud van een passage in zijn tweejaarlijkse verslag. Die bewuste passage bevatte een advies van het IACSSO over een meditatiemethode, gebaseerd op de leer van een zekere Nirmala Devi. De genoemde organisatie zou `risicovol' zijn.

Het hof van beroep verplicht het IACSSO het arrest op zijn webstek te publiceren. Het centrum moet tevens een rechtzetting sturen naar alle organisaties en personen die het bewuste verslag hebben ontvangen. Het hof verwijt het IACSSO in de eerste plaats een gebrek aan objectiviteit in zijn advies. Zo wordt niet vermeld dat in andere landen zoals Frankrijk door de rechter werd beslist dat het niet om een gevaarlijke sektarische organisatie ging.

In april dit jaar werd ook de Franse Gemeenschapscommissie door het hof van beroep te Brussel veroordeeld voor een passage in een brochure over het gevaar van sekten bestemd voor de Franstalige Brusselse en Waalse scholen. In deze brochure, getiteld Gourou, gare à toi, wordt deze keer de antroposofie, de levensbeschouwing die aan de basis ligt van bepaalde opvoedingsmethoden die in Vlaanderen bijvoorbeeld door de Steinerscholen wordt gevolgd, bestempeld als `une secte ésotérique transmettant un enseignement secret'.

Het hof achtte het verband tussen die uitspraak en de gevaarlijke aard van de organisatie niet bewezen. Het stelde bovendien dat het feit dat een esoterische organisatie geheim onderwijs geeft niet noodzakelijk betekent dat ze ook `gevaarlijk' is. Ook een aantal beweringen als zou de organisatie de dood van een jong kankerpatiëntje hebben veroorzaakt, werd niet bewezen geacht.

Het hof verbood dan ook de verdere verspreiding van de bewuste brochure. De brochure ligt echter nog altijd ter inzage bij het IACSSO

Hoe kan het dat ondanks een verspreidingsverbod de brochure Gourou, gare à toi, met inbegrip van de gewraakte passage, nog altijd kan worden ingekeken op het IACSSO?

Overeenkomstig de wetgeving op de sektarische organisaties heeft het IACSSO een totale onderzoeksbevoegdheid inzake schadelijke sektarische organisaties. Nu blijkt dat ook andere instellingen, zoals de Franse Gemeenschap, ter zake standpunten innemen en advies verlenen aan scholen, directies, leerkrachten en zelfs leerlingen?

Moet na de twee bovenvermelde veroordelingen niet worden gedacht aan een wijziging van de criteria die het centrum hanteert? Moeten de criteria niet duidelijk wettelijk worden vastgelegd, zodat er een wetenschappelijke basis aan wordt gegeven en veroordelingen in de toekomst kunnen worden vermeden?

De heer Didier Donfut, staatssecretaris voor Europese Zaken, toegevoegd aan de minister van Buitenlandse Zaken. - Ik lees het antwoord van minister Onkelinx.

Het Informatie- en adviescentrum inzake schadelijke sektarische organisaties werd opgericht bij de FOD Justitie, maar artikel 3 van de wet van 2 juni 1998 houdende oprichting van een Informatie- en adviescentrum inzake schadelijke sektarische organisaties en van een Administratieve Coördinatiecel inzake de strijd tegen schadelijke sektarische organisaties stelt uitdrukkelijk dat dit centrum onafhankelijk is. Met andere woorden, ik heb geen controle over de werkmethode van het centrum noch over de inhoud die het aan zijn opdracht geeft. De FOD Justitie stelt alleen de logistieke, personeels- en financiële middelen ter beschikking van het centrum.

Volgens de informatie waarover ik beschik, heeft het Informatie- en adviescentrum inzake schadelijke sektarische organisaties geen bijdrage geleverd aan de brochure Gourou, gare à toi van de Franse Gemeenschap, aangezien het centrum pas sedert juli 2000 operationeel is.

Het arrest van het hof van beroep te Brussel van 12 juni 2006 doet geen uitspraak over de grond van de zaak. Het beroep behandelde de beschikking die in kortgeding werd uitgesproken door de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel. Naast deze procedure loopt er bij de rechtbank van eerste aanleg nog een procedure ten gronde.

De taak van het centrum op zich werd door het hof niet ter discussie gesteld, aangezien geen onderzoek ten gronde werd gevoerd, maar het hof had wel vragen bij de manier waarop de adviezen worden verstrekt. Ze moeten objectief verantwoord zijn en rekening houden met het openbare karakter van de verstrekte adviezen.

Gelet op het voorgaande, acht ik het voorbarig conclusies te trekken louter op basis van het arrest dat in beroep werd geveld over de beschikking in kortgeding. We moeten de uitslag van de procedure ten gronde afwachten

Mevrouw Mia De Schamphelaere (CD&V). - De belangrijkste opdracht van het Informatie- en adviescentrum ligt in de naam besloten, namelijk advies en informatie verstrekken.

De minister verklaart dat het hof van beroep te Brussel geen opmerkingen heeft gemaakt over de werking van het centrum, maar alleen over de wijze waarop adviezen worden verstrekt, maar daar gaat het uiteindelijk om. Levensbeschouwelijke, filosofische of andere verenigingen die niet gevaarlijk zijn en geen strafbare feiten plegen, kunnen immers grote schade oplopen door een advies dat niet objectief en op feiten gebaseerd is, zoals duidelijk werd aangetoond door het arrest van het hof van beroep, al ging het om een procedure in kortgeding. Het hof zegt dat de adviezen gegrond en objectief moeten zijn en dat rekening moet worden gehouden met de openbaarheid ervan. Het centrum mag dus niet lichtzinnig te werk gaan of zich baseren op geruchten, omdat het anders grote schade kan aanrichten aan goedmenende organisaties.

(M. Staf Nimmegeers, premier vice-président, prend place au fauteuil présidentiel.)