De verklaring tot herziening van de Grondwet

24/5/2019

De procedure

Artikel 195 van de Grondwet omschrijft de procedure voor de herziening van de Grondwet. Die procedure omvat drie fasen.

In de eerste fase stellen de drie takken van de federale wetgevende macht – de Kamer van volksvertegenwoordigers, de Senaat en de Koning (de regering) – als ‘preconstituante’ elk autonoom een verklaring tot herziening van de Grondwet op. Die verklaring bevat een lijst van artikelen of onderdelen van artikelen van de Grondwet die voor herziening in aanmerking komen. Kamer en Senaat stemmen bij gewone meerderheid: de meerderheid van de leden moet aanwezig zijn en de meerderheid van de uitgebrachte stemmen moet een ja-stem zijn. Alleen de bepalingen die op de drie verklaringen voorkomen, de ‘doorsnede’, zijn voor herziening vatbaar.

In de tweede fase worden de verklaringen tot herziening in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt. Die bekendmaking heeft van rechtswege de ontbinding van de wetgevende kamers tot gevolg. Binnen veertig dagen moeten verkiezingen worden gehouden en binnen drie maanden moeten de nieuwe kamers bijeen worden geroepen.

In de derde en laatste fase kunnen de nieuwe kamers en de Koning als grondwetgevende macht – constituante – de voor herziening vatbaar verklaarde grondwetsbepalingen herzien. Zij zijn hiertoe echter niet verplicht. Voor de herziening van een grondwetsbepaling is een dubbele tweederdemeerderheid vereist: minstens twee derde van de leden moet aanwezig zijn en twee derde van de uitgebrachte stemmen moet een ja-stem zijn.


De verklaringen tot herziening van 2019

Op 4 april 2019 heeft de plenumvergadering van de Kamer van volksvertegenwoordigers als eerste een verklaring tot herziening van de Grondwet aangenomen.

De Senaat heeft op 26 april 2019 een verklaring tot herziening van de Grondwet aangenomen.

Ten slotte heeft de regering op de Ministerraad van 17 mei 2019 haar verklaring tot herziening van de Grondwet aangenomen.

De verklaringen zijn op 23 mei 2019 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.

De bepalingen die in de drie verklaringen voorkomen, zijn: